hoofdstuk 6 Sander

15 4 2
                                    


Het eerste wat ik zie als ik mijn ogen open zijn de poten van de tafel. Vannacht heb ik op de grond geslapen op een berg dekens en kussen. Het zonlicht piept door de gordijnen en ik ga zitten, ik rek me uit en sta op. Als ik naar het raam loop zie ik een verbazend mooi landschap. Vanuit de duinen kijk ik uit over zee. Er is niemand te bekennen en de ramen kunnen niet open. In gedachte kijk ik uit het raam. Waar zouden we zitten? Aangezien we in Zeeland wonen zijn we waarschijnlijk niet heel ver weg, hoewel, we waarschijnlijk wel de provincie uit zijn... Als er iemand op mijn schouder tikt draai ik me om, Tessa legt haar vinger op haar mond en gebaart me stil te zijn. Ze wijst naar het andere bed en we lopen er zachtjes heen, eerst zie ik het slapende en betraande gezicht van mijn zus. Dan zie ik de armen die om haar heen geslagen zijn en zie ik ook Jesse liggen. "Goedemorgen slaapkoppen!"zegt Tessa gemaakt vrolijk. Slaperig kijken ze op. Ik zie op het gezicht van mijn zus verschillende emoties langs schieten; eerst verwarring dan angst en uiteindelijk kijkt ze ons met een uitgestreken blik aan."Laten we ons maar gaan aankleden,"zeg ik. "dames, jullie kunnen wel in het badkamertje" zegt Jesse slaperig. Ondanks de situatie schiet ik in de lach. Blijkbaar lach ik aanstekelijk want de rest lacht met me mee. Het voelt als een opluchting om alle spanning en angst van de afgelopen dagen eruit te lachen. Nog nalachend lopen we weg om onze kleren te pakken en ons aan te kleden.

Even later zitten we aan een ontbijt van pap uit blik. De ontspannen sfeer van net is weer veranderd in een geladen spanning. Stil eten we de pap.


Help!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu