hoofdstuk 1 Mara

37 4 6
                                    

Als ik wakker wordt weet ik niet waar ik ben. Ik wrijf mijn ogen uit en kijk om me heen. Ik zit in een grote loods waar nauwelijks licht in komt, het enige licht is afkomstig van een kier in het dak boven me. Ik loop naar de deur en probeer of hij open is. Nee dus, lekker dit! Denk ik en ik loop terug. Ik zoek in de hoeken en vind een paar oude paardendekens en wat pallets. Met veel fantasie en kracht maak ik een soort bedbank waar ik op neer plof. Hoe ben ik hier eigenlijk terecht gekomen? Vraag ik mezelf af. Langzaam komen de herinneringen terug. Van de scheiding tot in het busje, daarna tast ik in het duister. Plotseling hoor ik gerammel aan de deur en komt er een man binnen. Ik kan hem niet goed zien door het donker en hij mij dus ook niet... Ik wacht maar af. Ach, ik kan het natuurlijk altijd proberen, denk ik. Ik sluip naar de openstaande deur, dan roept de man mij en ren ik zo snel mogelijk naar buiten. Een verlaten industrieterrein op. Ik durf niet om te kijken, maar al snel hoor ik gehijg achter me. Paniekerig zoek ik naar een uitweg, maar het is al te laat. Ik voel armen om me heen en hete adem in mijn nek. Ik probeer me los te rukken maar het lukt niet. Langzaam wordt ik terug naar de loods gevoerd. Schreeuwend probeer ik me los te rukken maar tevergeefs. "WAT WILLEN JULLIE VAN ME?!?" Schreeuw ik. "Rustig nou, ik stel hier de vragen!" Schreeuwt de man boos terug. En met die woorden doet hij de deur op slot en vertrekt hij. Nu pas zie ik dat hij wat heeft achter gelaten. Ik pak de waterfles, het brood, de worst en het pak melk en neem het mee naar de geïmproviseerde bank. Met volle teugen drink ik van de melk, ook al vind ik melk echt heel smerig, ik zal toch wat moeten drinken en de melk wordt snel zuur. Snel neem ik een hap brood en spoel de melksmaak weg met water. Nadat ik gegeten en gedronken heb voel ik in mijn jaszak wat ze er in hebben laten zitten, een pakje dropjes een oud snoeppapiertje en een spiekbriefje van school. Geen telefoon maar dat had ik ook wel verwacht. Ik steek een dropje in mijn mond en dommel in. 

Als ik wakker wordt weet ik eerst niet waar ik ben, maar langzaam komen de beelden terug. Naast me ligt een briefje met een pen. Ik ga zitten om het briefje te pakken maar hoor opeens gekuch. Als ik om me heen kijk zie ik een ongen en een meisje van ongeveer mijn leeftijd. Ze dragen allebei een spijkerbroek en een korte mouwen T-shirt. "Hoi, ik ben Tessa,"zegt het meisje. "En dat is mijn broer Jesse. "Hoi, ik ben Mara." Hoor ik mezelf zeggen. Ze lopen naar me toe en ploffen naast me op de bank. Tessa pakt de melk en neemt een slok. "Gadverdamme! Hij is zuur. Hoelang zit je hier al?" Ik denk na, "Een dag en een nacht ofzo? Maar weten jullie waarom we hier eigenlijk zitten?" vraag ik terwijl ik hun verwachtingsvol aankijk. "Nee, maar laten we kijken of we iets gemeen hebben."zegt Jesse. "Ja oké, ik heb gescheiden ouders sinds gisteren, en..." maar voor ik verder kan praten wordt ik onderbroken door Tessa;" Wij ook sinds gisteren! Waardoor? Onze vader had te veel geld uitgegeven aan iets wat hij niet wilde zeggen" "Ja zoiets zei mijn vader ook..."Zeg ik denkend hoe dit toeval kan zijn. "Misschien willen ze wat van hen en zijn wij nu een soort van hun gijzelaars."Zegt Jesse. "Ik vrees van wel,"zegt Tessa. Opeens denk ik aan het briefje, ik pak hem op en lees hem;

Lieve Mara,

Sorry voor dit alles. Ze willen wat van me waar gevangenisstraf opstaat. Ik weigerde en nu hebben ze jou. Ik ga het toch proberen, ik wilde dit je moeder niet aan doen dus gingen we scheiden. Ze weet van niks. Onderneem niets. Vrijdag is alles voorbij.

Xxx papa

P.S. ik hou zielsveel van je!

Geschreven op: woensdag 5 september.

De tranen prikken in mijn ogen en ik ren snel weg, zodat de anderen het niet zien. Verwoed probeer ik mijn tranen te bedwingen. Dan voel ik armen om me heen en laat ik de tranen komen.

Als ik even later uitgehuild ben kijk ik wie mij vast houd. Voor het eerst zie ik Jesse's gezicht van dichtbij. Hij heeft bruin haar en bruine ogen, hij is best wel knap denk ik bij mezelf. Ik word rood en maak me zo gepast mogelijk uit zijn armen los, droog mijn tranen en kijk ze aan."Sorry, ik liet me gaan."Zeg ik beschaamd."Maakt niet uit, Tessa reageerde ook zo toen wij ons briefje lazen."Zegt Jesse teneergeslagen.

B

Help!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu