De bus rijdt het kampterrein op. Het is eigenlijk niet meer dan een boerderij met slaapkamers en een groot grasveld. Maar dat is genoeg om ons een weekend te vermaken. We lopen naar de slaapzaal die mijn team en mij is aangewezen. Er staan 7 stapelbedden verspreid over de kamer. Ik wil graag onderin liggen, want ik heb een beetje hoogtevrees. Aangezien de meeste meiden graag bovenin liggen, komt dat goed uit. Iedereen kiest een slaapplek en dekt haar bed op. ''Hey girls!'', roept een vrolijk stem door de slaapzaal. ''Tessaaa! Je bent er!'', roept Sanne en ze gaat rent naar haar toe en geeft omhelst haar beste vriendin. Tessa is mijn beste vriendin binnen dit team. Ze is super energiek en zelfverzekerd. Iedereen van het team vindt haar heel aardig en ze praat met iedereen. Ze heeft ervoor gezorgd dat ik me een beetje thuis voel binnen het team. "Vera, ik kom boven jou liggen, goed?" "Ja gezellig!" Ik haal mijn kussen en slaapzak uit mijn weekendtas en dek mijn bed op. Moe van de lange reis laat ik me vallen op mijn bed. "Kom allemaal naar buiten. We gaan een potje voetballen! Trek sportkleding en goede schoenen aan. Ik zie jullie over 5 minuten buiten.", roept Ingrid, een van de kampleidsters, door de zaal. Ik zucht, stil zitten gaat dit weekend niet veel gebeuren.
Er zijn 4 teams gemaakt met alle leeftijden door elkaar. Ik zit met een lieve en rustige teamgenoot: Sarah, Tessa, wat tienjarige jongens en hele jonge, schattige meisjes in een team. We zijn echt heel goed; We hebben het eerste wedstrijdje al gewonnen en staan voor in de rust van het tweede wedstrijdje. "Lekker bezig Veer!", zegt Tessa. "Ja je hebt echt een paar mooie goals gemaakt.", vult Sarah haar aan. "Dankjewel, het gaat inderdaad best goed. Die kleintjes zijn echt al goed in de verdediging. Ze hebben bijna niemand laten scoren. "Ik ben niet klein!", zegt een van de kleintjes, die ongeveer tot mijn heupen komt.
De scheidsrechter fluit weer en we gaan verder met het wedstrijdje. "De stand is nu 4-3.", zegt Tessa. "Ze halen ons bijna in!" Sanne, onze tegenstander, speelt de bal naar haar teamgenoot, maar hij verliest de bal. Ik ren ernaartoe en ga met de bal richting het doel. Ik wil de bal wegschieten, maar ik val plots met een klap op de grond. Ik zie een paar seconden wazig en zie dan mensen naar me toe rennen. "Gaat het?", vraagt Tessa. "Wat gebeurde er? Je viel ineens." "Geen idee, enkel verzwikt denk ik, maar het gaat wel." Ik kom overeind. Als ik ga staan, schiet er een pijnscheut door mijn enkel. Sarah en Tessa helpen me naar de zijlijn van het veld. Ik ga in het gras zitten en merk dat ik gruwelijke hoofdpijn heb. Sarah geeft mijn bidon aan, daarna gaan ze weer verder voetballen. Luuk komt aangelopen met een ice-pack. "Hier, even goed koelen, dat helpt echt.", zegt hij en gaat naast me in het gras zitten. "Doet het veel pijn?", vraagt hij. "Het doet best veel pijn, maar komt wel goed. Ik kan alleen niet meer meedoen." "Nee dat lijkt me niet verstandig.", zegt Luuk en hij gaat naast me zitten. "Wel jammer, want het ging goed." "Ja je had mooie acties! Je bent veel te fanatiek joh!" Samen kijken Luuk en ik naar de andere wedstrijden. ''Wow, die keeper heeft goede reflexen.'', zeg ik. ''Ja nogal! Wat een goal! Echt een goede aanval.'', zegt Luuk, als de bal weer aan de andere kant is en er wordt gescoord. ''Waarom doet zij niks?'', zegt Luuk geïrriteerd over Anne-Sofie. Ik geniet van het beoordelen van andere spelers, zeker met Luuk. Maar al snel staat hij weer op en loopt naar binnen. Jammer...
Na de wedstrijdjes gaan we avondeten, nadat we het zelf hebben gemaakt. Ons team is vanavond aan de beurt om de groenten te snijden voor de pasta. Luuk en Ingrid helpen ons. Ik ga aan tafel zitten met een snijplank, een mesje en paprika's en begin met snijden. ''Luuk, waar moet ik het afval laten?'' ''Oh , doe het hier maar in.'', zegt hij en komt aangerend met een bakje. Ik glimlach naar hem, maar hij maakt geen oogcontact. Vera vergeet het. Hij heeft een vriendin.
Na het avondeten hebben we geen programma meer. We gaan naar de slaapkamers en gaan op de bedden zitten. Eén voor één haalt iedereen haar snoep, chips of koekjes uit haar tas. We eten de hele avond en spelen spelletjes. Truth or Dare, Never Have I Ever en kaartspelletjes. Om een uur of drie wordt iedereen moe en gaan er steeds meer mensen slapen. Zelfs Julie, terwijl zij de hele dag riep dat ze de nacht zou doorhalen. Zoals gewoonlijk ben ik klaarwakker en kan ik niet slapen. Ik heb ondertussen ieder hoekje en randje op het bed boven me gezien, maar ik ben nog steeds niet moe. Mijn enkel is al minder dik geworden, gelukkig. Als het ondertussen al half vier is, sluit ik mijn ogen, met de hoop dat ik vanzelf in slaap val.
JE LEEST
Te mooi om waar te zijn
RomanceVera gaat een weekendje op kamp met haar voetbalteam. Wat heel leuk zou kunnen zijn, maar Vera mag haar teamgenoten niet zo. Toch gebeurt er iets wat alles goed maakt. Het is geweldig en ongelooflijk leuk. Is het allemaal te mooi om waar te zijn? He...