99 namen van Allah

Bismillahi Rahmani Raheem

16.) AL WAHHAAB (De Vrijgevige)
Onze Heer, laat ons hart niet afdwalen nadat U ons hebt geleid en schenk ons Uw barmhartigheid; waarlijk, U bent de Vrijgevige. (3:8)

Al Wahhaab geeft de hongerigen voedsel, de onvruchtbaren kinderen, de zieken genezing, de onwetenden kennis, de mensen in nood uitvlucht. Alles in het heelal is van Hem, er is geen andere Gever of Genezer dan Hij. Hij bezit ontelbare gunsten, Zijn giften zijn grenzeloos en in overvloed. Hij is Degene die geeft zonder vergoeding of enig andere verwachting. Hij is in staat om overal en wanneer Hij maar wil te schenken.

De giften van Allah zijn ontelbaar, niemand zou zoveel kunnen geven als Allah. De grootste gift die Hij zal geven zal in het Hiernamaals geschieden; Hij zal Zijn goede dienaren vergiffenis schenken en hen een stukje van het Paradijs geven. Hij zal hen voorzien van een levensonderhoud en plezier voor miljarden jaren.

17.) AR RAZZAAK (Schenker van levensbehoefte)
Voorzeker, Allah is de grootste Voorziener, de Almachtige, de Sterkste. (51:58)

En hoeveel dieren zijn er die hun eigen onderhoud niet meedragen! Allah zorgt voor hen en voor u. En Hij is de Alhorende, de Alwetende. (29:60)
We delen de aarde met vele soorten dieren en insecten. Waar we ook zijn en in welke omstandigheden we ook verkeren, onze levensvoorziening komt altijd bij ons terecht. Zo worden wij schepselen al miljoenen jaren voorzien in onze levensonderhoud.

Ar Razzaak heeft alles perfect gebalanceerd. Hij schept alles in de juiste maten en heeft alles van tevoren berekend; er groeit niets meer of minder dan wat Hij wil. En wat Hij geeft is werkelijk ontelbaar:

En indien gij de gunsten van Allah wilt opsommen, kunt gij dat stellig niet doen. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind, Genadevol. (16:18)

18.) AL FATTAAH (De Opener)
Al Fattaah is de Opener. Hij opent allerlei deuren voor Zijn schepselen.

Hij opent het licht van de Islam in het hart van de mensen. Hij opent de weg naar geluk en zaligheid. Hij lost problemen op en geeft mensen vrede en geluk.

Iets anders wat ook met de opening heeft te maken is de schepping van het heelal. We leren uit de Koran dat Allah de hemelen en de aarde heeft geschapen en dat Hij de schepping begon door het te openen:

Hebben de ongelovigen niet ingezien dat de hemelen en de aarde gesloten waren en dat Wij ze hebben geopend. En al hetgeen leeft, hebben Wij uit water gemaakt. Willen zij dan toch niet geloven? (21:30)

Dit wordt in het westen de 'big bang' genoemd. Wat Allah kan, kan niemand anders. Er is werkelijk niemand die gelijk aan Hem kan zijn. Alle lof zij Allah, de beste Opener.

19.) AL ALIEM (De Alwetende)
En bij Hem zijn de sleutels van het onzienlijke; niemand kent dit, behalve Hij. En Hij weet wat op het land en wat in de zee is. En er valt geen blad zonder dat Hij het weet... (6:59)

En aan Allah behoort het Oosten en het Westen; waarheen gij u ook wendt, daar zal het Aangezicht van Allah zijn. Zeker, Allah is Alomvattend, Alwetend. (2:115)

Hij is de Eerste en de Laatste, de Zich Manifesterende (de Openlijke) en de Verborgene. En Hij heeft kennis van alle dingen.(57:3)

De kennis van Allah gaat alle begrip en verbeeldingskracht te boven. Zijn Alwetendheid omvat alles. Er is niets in het heelal wat Hem kan verrassen. Hij is de bron van kennis, wij zijn alleen maar ontdekkers.

Hij kent het verleden en de toekomst van iedereen. Wij kunnen het alleen maar ontdekken:

...en zij kunnen niets omvatten dan wat Hij wil... (2:255)

Hoe meer we kennis vergaren hoe meer we ontdekken over Zijn kennis, maar toch is het leven van de mens veel te kort om de geheimen van de hemelen en de aarde te ontsluieren:

Als alle bomen op aarde pennen waren en de oceaan, met nog zeven oceanen aangevuld (inkt was) zouden de woorden van Allah niet kunnen worden uitgeput. Voorwaar, Allah is Almachtig, Alwijs. (31:27)

Vroeger dachten mensen dat djinns ook de toekomst konden voorspellen. De djinn hadden zich dusdanig geprofileerd. Maar uit het verhaal van profeet Sulayman (vrede zij met hem) blijkt dat zij evenmin weten als wij:

En toen Wij zijn (Sulayman's) dood hadden veroorzaakt, deed niets hen (de djinn) zijn dood beseffen, dan een worm der aarde die zijn staf opvrat en toen die neerviel bemerkten de djinns duidelijk dat indien zij het onzichtbare hadden gekend, zij niet zolang van in een toestand van vernederde kwelling zouden zijn gebleven. (34:14)

Een gedeelte van Sulayman (vrede zij met hem) leger bestond uit djinns, zij beweerden dat zij de toekomst kenden. Maar toen Sulayman (vrede zij met hem) stierf bemerkten zij het niet. Sulayman (vrede zij met hem) stierf leunend tegen zijn staf aan. Iedereen dacht dat hij stond te kijken. Totdat een worm een gedeelte van zijn staf opat en hij omviel. Pas toen merkten de djinn dat Sulayman (vrede zij met hem) dood was. Ze wisten niet wat er voor hun ogen had afgespeeld, laat staan dat zij iets van de toekomst kunnen weten.