Quinty zat in haar kamer, ze keek naar haar schoot waar de Philosopher’s stone op lag. Ze pakte het vast en draaide het rond in haar hand. Een heel jaar had ze er niet meer aan gedacht, tot ze haar hutkoffer uitpakte en ze het onderin vond. Lisanne had er ook niet meer naar gevraagd, ze waren de enige twee die wisten dat Quinty het had, gelukkig maar. Opeens vloog de deur open en kwam Teddy binnenrennen. ‘Djeez, ik schrok me de pleuris,’ zei Quinty nadat ze een stuiptrekbeweging had gemaakt om de steen te verstoppen onder haar kussen. Teddy keek even naar het kussen. ‘Wat was dat?’ Quinty ging op haar kussen zitten. ‘Niks,’ zei ze onschuldig en Teddy kwam op haar afstormen en probeerde bij het kussen te komen. ‘Nee!’ gilde Quinty lachend en ze probeerde haar broer te kietelen. Lachend draaide Teddy Quinty op haar rug en pakte haar twee handen vast. ‘Wat is het?’ vroeg hij dreigend, en hij ging op haar zitten. Quinty begon te lachen. ‘Het is.. een steen,’ zei ze met een lachje om haar gezicht. Teddy trok een wenkbrauw omhoog en trok een scheve glimlach. ´Een steen, waarom zou ik die steen dan niet mogen zien?’ Quinty probeerde zachtjes haar hand los te trekken. ‘Omdat.. omdat je doodgaat als je die steen ziet,’ haar pokerface brak en een klein glimlachje verscheen op haar gezicht. Teddy liet haar handen los en gaf haar een tikje op haar hoofd. ‘Idioot, nou vertel, wat is dat onder je kussen. Ik zal het aan niemand vertellen, beloofd,’ Quinty zuchtte diep en duwde haar broer van haar af, stak een hand onder haar kussen en pakte daar de donkerrode steen onder vandaan. Teddy pakte het van haar aan. ‘Wat is dat?’ Quinty sloeg haar ogen op en keek hem aan. Teddy’s ogen werden groot. ‘Nee..’ hij liet de steen op het bed vallen en sprong op. ‘Hoe? Hoe kom je daar aan? Jezus Quint, wat?’ hij haalde zijn handen door zijn haar en maakte een wilde beweging met zijn arm naar de steen. Quinty begon te lachen en schoof de steen onder haar kussen. ‘Anderhalf jaar geleden hebben wij toch.. Voldemort verslagen, tenminste, verslagen. Ik weet niet precies hoe het is gebeurd maar hij heeft in ieder geval niet de Philosopher’s stone, want die heb ik,’ Teddy schudde langzaam zijn hoofd. ‘Het is gevaarlijk zusje, je moet hem aan Dumbledore geven ofzo,’ Quinty trok met haar mond. ‘Ja, misschien moet ik dat doen ook,’ mompelde ze. ‘HEY! EDWARD, QUINTY, ETEN!’ Teddy trok Quinty van het bed af. ‘Oja, daarvoor kwam ik je halen,’ grijnsde hij en lachend renden ze naar beneden.
Lisanne voelde haar voeten op de grond komen, de zwarte rook trok langzaam weg en de lucht was oranje van de langzaam ondergaande zon. Yaxley had haar nog steeds bij haar arm vast. ‘Ik kan dit niet,’ zei Lisanne zachtjes en ze trok haar arm los. Yaxley haalde een hand over haar hoofd. ‘Je kan dit wel, ik weet dat je het wilt,’ hij duwde haar langzaam naar voren. Lisanne’s hand gleed over de rode plek op haar wang, terwijl ze om zich heen keek naar de verlaten begraafplaats. ‘Je moet nog geluk hebben dat je ouders vrienden hadden die ze wilden begraven, anders hadden ze ergens liggen rotten,’ zei Yaxley en Lisanne keek hem boos aan. ‘Hou op,’ zei ze en Yaxley glimlachte even.
‘Hier is het,’ zei hij na een tijdje en Lisanne stond stil. Tegenover haar, op een afgelegen plek onder een treurwilg, stond een grafsteen. Langzaam liep ze naar voren, Yaxley bleef staan, op de grafsteen stonden de namen van haar ouders, Jeffrey, en Lara. Als je de namen zo zag had je niet kunnen bedenken dat deze mensen ooit vermoord waren. Lisanne keek om. ‘Wil jij-‘ Yaxley knikte en maakt een figuurtje met zijn hand. Een krans vol rode rozen verscheen aan de voet van het graf. Er was lang niemand geweest, het gras stond wel 20 centimeter hoog en onkruid kwam tussen de grafstenen door. Lisanne liet zich op haar knieën vallen. De zon was onder en de lucht werd langzaam zwart, in de verte hoorde je een onweersklap. ‘Papa, mama,’ begon Lisanne zachtjes, terwijl ze de eerste druppels op haar huid voelde komen. ‘Ik- waarom? Jullie hadden me niet hoeven te beschermen. Het had geen nut gehad, jullie hadden er hier voor me moeten zijn, hier, in het echt bij mij,’ het begon harder te regenen, maar Lisanne deed geen moeite om haar kap op te zetten. ‘Wat hij wil, gebeurt. Jullie hadden daar niet aan moeten twijfelen, het had geen verschil gemaakt. Jullie hebben het alleen maar erger gemaakt voor me. Kijk waar ik in zit. Kijk welke keuzes ik heb moeten maken, in mijn eentje,’ natte slierten haar hingen inmiddels in haar gezicht. ‘Als jullie echt bij me zijn, kijk wat jullie me vanmiddag hebben aangedaan,’ Lisanne’s stem stokte en de tranen rolden inmiddels over haar wangen en versmolten met de regendruppels. Ze hadden tegen haar geschreeuwd, ze hebben haar gedwongen om te vertellen waar de Philosopher’s stone is. Toen ze te lang niks had gezegd had Bella haar een klap gegeven. Woedend maakte dat haar, ze had de locatie van de Philosopher’s stone toen maar verteld, had Bella uitgescholden en was weggerend. Een paar Death Eaters maakten aanstalten om achter haar aan te komen maar Yaxley had hen tegengehouden. Hij had haar later gevonden, starend naar een foto van haar ouders. ‘Ik- ik heb jullie dit allang vergeven, omdat ik jullie niet terug kan krijgen. En ik hou zoveel van jullie, en ik wil zo graag dat jullie hier nu bij me zijn,’ snikte Lisanne, ze sloeg haar handen voor haar gezicht en haar schouders begonnen te schokken. Yaxley liep op haar af, ging naast haar op de grond zitten en sloeg zijn armen om haar heen, Lisanne deed hetzelfde. En zo zaten ze een tijdje, terwijl de regen over hen heen stroomde.
Bella, Dolohov, Barty Crouch Jr en de broer en zus Carrow zaten aan een tafel in Malfoy Manor, wat ze zelf het hoofdkwartier van de Death Eaters noemden. Barty Crouch Jr zat aan het hoofd van de tafel en likte met zijn tong over zijn lippen. ‘De Dark Lord heeft een opdracht voor Wormtail,’ zei hij en hij likte nogmaals over zijn lippen en grijnsde gemeen. Bella keek hem vies aan, ze was jaloers. Hij was de enige Death Eater die bij hun meester in de buurt komen, en voor zover zij wist was zij toch zeker de Dark Lords allergrootste aanwinst. ‘Vertel,’ zei Dolohov en hij leunde met zijn kin op zijn handen. Barty keek om zich heen. ‘Forese heeft de locatie van de Philosopher’s stone verteld,’ Dolohov trok zijn wenkrauw op, ‘hoe dan?’ Bella giechelde. ‘Met haar mond, wat anders,’ Dolohov grijnsde. ‘Goed, dat is goed nieuws, en wat heeft Wormtail daarmee te maken?’ ‘De locatie van de Philosopher’s stone is op Hogwarts-‘ ‘net zoals de vorige keer dus, fantastisch,’ zei Amycus Carrow. Barty keek hem aan en zuchtte. ‘Laat me verdomme uitpraten, hij is bij een leerling nu, en die leerling is vrienden met de eigenaar van de rat,’ Dolohovs grijns werd nog breder. ‘Dat word dus een eitje,’ Bella legde haar wand met een klap op de tafel. ‘Hebben jullie Wormtail ooit gezien? Hij is een idioot! Dat gaat nooit lukken,’ Barty likte zijn lippen en keek de vrouw aan. ‘We hebben meer connecties, Snape, Malfoy, Forese,’ Bella stootte een hoog lachje uit. ‘Denk je nou echt dat die twee lafbekken en dat kind ons gaan helpen?’ ‘Ze zullen we moeten,’ klonk een stem van achter en Yaxley stond in de deuropening. Dolohov begon te lachen bij de aanblik van zijn drijfnatte vriend. ‘Waar ben jij geweest?’ Yaxley haalde zijn wand tevoorschijn en ging ermee over zijn kleren die in een seconde weer droog en warm waren. ‘Buiten,’ zei hij droog en hij liep naar de lege stoel naast Bella. ‘Ik weet niet of jullie het weten, maar Lisanne is vastberaden een betere Death Eater te worden dan jullie allemaal,’ Bella wilde iets zeggen maar hield zich in. ‘Maar, ik hou jullie van het gesprek af, ga verder,’ Yaxley knikte naar Barty. ‘Dus, ik stuur Wormtail een brief, jullie letten op Forese en Malfoy,’ Barty likte nog een keer zijn lippen voordat hij opstond en de kamer verliet.
‘Oh, nog wat,’ grijnsde Bella. ‘Raad eens wie er is ontsnapt uit Azkaban?’ Zonder op antwoord te wachten draaide ze de Daily Prophet van die morgen om die op de tafel lag. Een grote foto van een woest uitziende man met lang krullend haar verscheen. Hij had een bordje vast met zijn nummer erop en schreeuwde in de camera. Met grote letters stond erboven: “Sirius Black ontsnapt uit Azkaban!”