Eddy
Ik kijk even om terwijl ik het grote, omheinde gebouw achter me laat.
“Vaarwel,” fluister ik zachtjes en met een grote grijns op mijn gezicht.
Weg. Eindelijk weg uit die hel. Nog even en alles is voorbij. Alles is dan weer zoals het vroeger was. Ik en Jade... en Sam.
Ergens heeft het nog steeds iets beklemmends, het feit dat ik Eddy, een zoon heb.
Ik baan me een weg door het bos. Hoelang zou het duren voor ze het doorhebben? Dat ik weg ben? Eigenlijk heb ik geen zin om met hangende pootjes bij Eelco terug te komen, maar ik moet wel. De enige plek waar ik veilig ben.
Daarna, over een tijdje, kan ik terug naar Jade.
En dan gaan we samen weg. Tenminste, dat wil ik. Mijn hart zou breken als ze niet mee zou
willen.
Ik denk dat breken nog zacht uitgedrukt is.
Het begint te miezeren. Tegen de tijd dat ik eindelijk bij de vervallen hut van Eelco ben, ben ik verkleumd en ik gok dat ze nu wel doorhebben dat ik weg ben.
Ik lach even in mezelf. Ik heb ze mooi te pakken gehad.
Ik klop op de deur. Als Eelco de deur opendoet, worden zijn ogen groter dan ze ooit geweest zijn.
"Eddy?!"
"Sst," sis ik: "Mag ik binnen komen?"
Hij knikt, totaal overrompeld.
Ik stap snel het krot binnen, blij dat ik uit de regen ben. Binnen zit nog iemand aan de tafel.
"Gevluchte criminelen helpen is mijn hobby geworden," zegt Eelco sarcastisch.
"Je bent er zelf ook een," merk ik op.
De persoon aan de tafel kijkt op. "Wie ben jij?"
"Mezelf," brom ik.
Hij kijkt me wantrouwend aan.
"Hij is te vertrouwen," stelt Eelco hem gerust. Hij ontspant zichtbaar een beetje, maar volgt nog steeds elke beweging die ik maak nauwkeurig
Eelco geeft me wat droge kleren. Ik weet zeker dat ik morgen verkouden ben.
"Hoe?" vraagt hij.
Ik kijk hem vragend aan.
"Hoe ben je daar weggekomen?"
Ik glimlach. "Op de goede manier."
Hij rolt met zijn ogen.
"Niets loslaten is een gewoonte geworden," grijns ik: "Maar het is niets bijzonders. En daarbij moeilijk uit te leggen."
Hij knikt.
Hij geeft me een deken en wijst naar een matras in de hoek.
"Ik denk dat je wel moe bent. Ga maar slapen."
Ik neem het aan en kruip onder de deken. Het matras is hard, maar het maakt me niets uit. Alles is beter dan die cel.
Jade
Ik hoor gedempt gepraat beneden in de hal.
"Dan, ik moet haar zien."
Die stem klinkt wel heel bekend
"Ik snap het, maar laat haar alsjeblieft nog even slapen, ze heeft rust nodig."
Opeens ben ik goed wakker en weet ik waar ik de stem van ken.
Ik storm de trap af, maar ik tref niet de persoon aan die ik verwachtte. Maar... als ik goed kijk, zie ik dat hij het is.
Ik vlieg op hem af en val hem om de hals, om daarna een stap naar achter te doen en hem uitgebreid te bekijken.
Zijn donkerbruine haar is veranderd in blonde stekels en hij heeft contactlenzen in,
want zijn normaal blauwe ogen zijn nu bruin.
"W-wat doe jij hier," stotter ik.
Hij glimlacht en knuffelt me.
"Ik heb je gemist," zegt hij zonder antwoord op mijn vraag te geven.
Eddy haalt iets uit zijn achterzak. Hij houdt het voor mijn neus. Vliegtickets.
"Of je gaat nu met me mee en we bouwen samen een leven op, of je ziet me nooit, maar dan ook echt nooit meer," fluistert hij, alsof hij niet wil dat Dan hem hoort.
Ik zet grote ogen op en slik een keer. Ik kijk achterom naar Dan. Hij staat tegen de deurpost geleund. Zijn gezicht verrad geen emotie.
"Ik ga mee," zeg ik vastberaden.
Hij glimlacht even.
Ik weet dat ik nu mijn koffers moet gaan pakken. Toch nog een beetje verward loop ik naar boven en begin ik dingen in te pakken. Niet te veel, net genoeg.
Ik denk niet dat we gelijk weggaan, maar zeker vandaag nog.
Ik had gelezen dat hij ontsnapt was. Drie weken heb ik in spanning gezeten.
Eddy komt naar boven en hij tilt Sam uit zijn bedje. Zachtjes wiegt hij het kleine jongetje heen en weer.
Eigenlijk dringt het nu pas tot me door, dat ik alles achter ga laten. Nederland,
Daniel, Tim... Alles.
Eddy legt een arm op mijn schouder. "Het komt wel goed."
Afscheid. Ik moet afscheid nemen. Dat komt neer op heel veel tranen.
Eerst bijt ik op mijn lip om het huilen tegen te gaan, maar uiteindelijk stort ik
me in Daniels armen en laat ik mijn tranen de vrije loop.
"Ik ga je missen, Dan," snik ik.
Hij wiegt me zachtjes heen en weer.
"Ik ga jou ook missen... Maar onthoudt één ding."
Ik kijk even op.
"Liefde gaat niet dood."
Ik knik. Hij heeft gelijk. Ik geef hem nog een laatste knuffel, voor ik het huis voor de laatste keer verlaat.
Niet veel later zit ik in het vliegtuig, dat nog aan de grond staat. Daar ga ik dan.
Halsoverkop. Zonder er goed bij na te denken, maar ik weet dat het de goede
keuze is. Dit is wat ik wil.
Vaarwel, denk ik als het vliegtuig opstijgt: Vaarwel.
Dat was het dan! Het aller, aller aller laatste hoofdstuk!
Maar er komt vervolg: "Drugs Included"

JE LEEST
Love Don't Die
RomanceIk schreef dit toen ik 14 was - het is dus niet bepaald goed geschreven. Voel je vrij het te lezen, maar verwacht niet te veel ;) Jades ouders - haar vader en zijn vriendin - gaan op vakantie en laten haar met haar stiefbroer achter. Tim nodigt twee...