4

176 15 2
                                    

Voordat jullie beginnen te lezen nog even dit: 1000x sorry!!! Ik had het zo druk met school en mijn Word is nog steeds kapot :( Natuurlijk geen excuus voor jullie zo lang te laten wachten. Ik start volgende week met mijn examenperiode, maar ik ga proberen vlak na die periode verder te schrijven!

Ik STOP DUS NIET met dit verhaal! Eerlijk gezegd was ik even inspiratie kwijt, maar mijn inspiratie is weer helemaal terug.

Ik zie dat er nog steeds fouten in sluipen, dus als je er eentje ziet, laat het me dan weten! ;)

Lots of love aan al mijn lezers en mijn votes.

I.S

Het dorp is dichtbevolkt en in elke straat staan mensen. Af en toe komen we een dronkaard tegen, maar voor de rest valt niemand ons lastig. Isabelle loopt behendig door de steegjes alsof ze hier al eerder is geweest. Waarschijnlijk is dat ook zo, maar ze heeft hier geen kennissen aan overgehouden. 'Daar moeten we zijn.' Haar blik is gericht op een herberg die er oud uitziet. Er hangen mannen buiten rond en aan hun gang te zien, zijn ze allen dronken. Ik volg Isabelle en negeer de priemende blikken van de mannen.

De herberg is gezellig ingericht. Aan de muren staan kasten die vol zitten met trofeeën. Isabelle wandelt naar de bar en spreekt een mollige vrouw aan. Ik ga naast Isabelle staan en de vrouw ziet nu pas dat Isabelle gezelschap heeft. 'Heeft u nog een kamer vrij?' De vrouw doet teken op een oude kale man. Deze komt meteen naar ons toegelopen. 'Wat is er Gizelle?' vraagt hij aan de vrouw. 'Hebben we nog een kamer vrij?' vraagt ze. Ik ben verbaasd dat deze vrouw niet weet of er kamers in haar herberg beschikbaar zijn. 'De zolderkamer is nog vrij.' De oude man lacht naar me en zijn rotte tanden zijn duidelijk zichtbaar. 'Bedankt,' zeg ik zo vriendelijk mogelijk en ik kijk Isabelle zijdelings aan. Ze werpt me ik-weet-het blik toe en dan wandelen we de trap op naar onze kamer.

'Dus wat ben je van plan?' vraagt Isabelle. Ik heb me neergezet op het bed terwijl Isabelle voor de spiegel staat. 'Hoe bedoel je?' vraag ik aan haar. Ze draait zich om zodat ze me aan kan kijken en tovert een glimlach op haar gezicht. 'Ik bedoel wat ga je doen nu je vrij bent?' Ik haal mijn schouders op en leg mijn hoofd neer op het kussen. 'Ik ga me tussen de mensen mengen,' zeg ik tegen haar terwijl ik naar het plafond kijk. 'Ga je ze niet helpen?' Isabelle ploft naast me neer op het bed. 'Wat kan ik doen? protesteer ik ,'Ik ben maar een meisje!' Ze begint te lachen en ik kijk Isabelle aan. 'Wat lach je?'

'Je bent niet zomaar een meisje. Je bent de prinses!' Ik sluit mijn ogen en laat deze woorden tot me doordringen. Hoe kan een prinses haar leven weer oppikken na tien jaar gevangenschap? Het lijkt me gewoon zo onmogelijk. Isabelle snapt dat niet, dat kan ze ook niet want zij was altijd vrij. 'Ik wil mijn vrijheid niet opgeven,' zeg ik vastbesloten en ik sta recht van het bed. Ik doe de ramen open en kijk uit op de huisjes van de inwoners. 'Zij zullen zich wel redden dat doen ze al tien jaar.'

'Dus jij wil ze aan hun lot overlaten?' Isabelle staat recht en wandelt naar me toe. 'Jij bent toch ook een welgestelde dame. Help jij ze.' Ik ga tegen haar in en ze schrikt van mijn kleine uitbrander. 'Ik ben een dame van adel, maar jij bent van koninklijke bloeden! Jij kan zoveel meer betekenen voor hen en je ziet het zelf niet. Ze legt een hand op mijn schouder als teken dat ze me steunt. Ik forceer een glimlachje. 'Ik slaap er een nachtje over.'

Ik wandel snel door de straten. Af en toe kijk ik achter me of Isabelle me volgt, maar telkens is de straat achter me leeg. Ik vraag me af hoe ze zal reageren als ze merkt dat ik ervandoor ben. Zou ze woedend zijn? Of zou ze het snappen? Wanneer ik er zeker van ben dat ze me niet meer zal vinden, zet ik me neer tegen een muurtje. Ik zak naar op mijn knieën en probeer een plan te bedenken.

Ik kan geen ambacht gaan uitvoeren want ik ken de technieken niet. Schrijven kan ik, maar wie is er op zoek naar een jongedame die schrijft? Ieder die kan schrijven wordt auteur en probeert iets te maken van zijn leven. Ik kan niet eens een gedichtje van vijf regels verzinnen.

Na lang nadenken weet ik welke ambacht ik kan uitvoeren waarvoor je geen kennis nodig hebt, maar ik probeer zo lang mogelijk een alternatief te zoeken. Jammer genoeg is die er niet. Ik zal maar eens verder wandelen want die ambacht die ik ga uitvoeren, wordt niet uitgevoerd in een dorp, maar op het platteland.

Ik zucht opgelucht wanneer ik na tien kilometer eindelijk een eerste huis zie opdoemen op het platteland. Ik speur de omgeving af naar runderen en schapen, maar tot mijn ontzetting zijn er geen dieren aanwezig. Het is geen boerderij, dus ook geen kans op een nieuw begin, maar zo snel geef ik niet op...

'Nee, wij zoeken geen werkvolk,' zegt de oude man terwijl hij een kruiwagen volschept met varkensstront. 'Toch bedankt meneer,' zeg ik terwijl ik een diepe zucht inhoud. Dit is nu al de vijfde boerderij die geen werkvolk zoekt.

Ik kijk rond me en in de verte zie ik het grote bos. Toen ik een kind was vertelde mijn vader me dat in het bos groot gevaar loert. Edele mannen en vrouwen worden beschermd door hun ridders, maar voor een arme burger is het onmogelijk om door het bos te raken. De geruchten gaan dat een klein boerendorp zich gevestigd heeft in de bossen en nu de voorbijgangers beroofd om zo te kunnen overleven.

Een vogel die iets verder in het gras zit, vliegt klagelijk op wanneer hoefslagen hoorbaar naderen. Ik kijk achter me en zie twee Friese paarden een prachtige koets voorttrekken. In die koets zit zeker een heel welgesteld iemand.

Verrast kijk ik dan ook op wanneer de koets vlak naast me halthoudt. Als eerste zie ik haar blonde plukken haar die vettig zijn geworden na onze lange wandeling door het bos. 'Isabelle?' roep ik verrast uit. Ze schiet in de lach en kijkt me met pretlichtjes in haar ogen aan. 'Ik ben dan ook een dame van adel,' zegt ze, alsof dit alles verklaart. 'Dacht je echt dat je als boerin zou moeten werken? Stap in jij! Kom mee naar mijn thuis. Zonder jou verlaat ik dit dorp niet.'

Ik glimlach naar haar en de koetsier maakt de koets voor me open. Wanneer ik neerplof op het tapijt van kussens op de bank kijk ik Isabelle aan. 'Bedankt.'

The lost princess (ON HOLD)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu