Het bos

405 16 5
                                    

'Take her to the lake!' hoorde Eva de man zeggen. De man met de zaklamp was dus niet Wolfs. De zaklamp werd uitgeknipt en Eva werd bij haar arm vastgepakt. Ze voelde aan de manier waarop ze vastgepakt werd, dat het dezelfde man was als degene die haar uit de vrachtwagen had gehaald. Ze was er niet gerust op.

Wolfs was onderweg naar de plek waar de vrachtwagen was gevonden. Onderweg besloot hij Marion te bellen. Hij hoopte dat ze hem wilde helpen om Eva terug te vinden. Hij had Marion echt nodig want hij had zelf geen wapen meer. Hij kon zich niet verdedigen en dat kon een risico zijn voor hem, maar ook voor Eva als hij haar zou vinden. 'Marion, met Wolfs.' 'Wolfs, wat is er allemaal aan de hand joh?' 'Ik heb nu geen tijd om alles uit te leggen, maar Eva is in gevaar. Ik heb je hulp nodig.' smeekte Wolfs. Marion aarzelde geen moment. 'Oké, ik ga je helpen. Wat wil je dat ik doe?' 'Kom naar de parkeerplaats bij het tankstation in Kerkrade in de Wiebachstraat. Ohja en neem je wapen mee.' nog voor Marion kon antwoorden, had Wolfs al opgehangen. Niet veel later kwam Wolfs aan op de parkeerplaats. Marion was er nog niet maar ze kon er ieder moment zijn. Wolfs hoorde zijn telefoon overgaan. Het was mevrouw Kamphuis, daar had hij nu echt geen zin in. Hij drukte haar weg, maar toen ze meteen daarna nog een keer belde, besloot hij toch maar op te nemen. 'Mevrouw, ik snap dat u het niet met mij eens bent maar ik moet Eva.....' 'Meneer Wolfs, ik ben het er niet mee eens wat u nu doet, ik wil dat u dat weet. Eén van de opgepakte mannen heeft mogelijk informatie losgelaten over waar Van Dongen nu is. Hij had het over een meer in het bos bij Landgraaf. Ga er heen en kom daarna direct naar het bureau!' onderbrak Kamphuis hem. 'Dank u wel.' Antwoordde Wolfs. Marion was ondertussen ook aangekomen bij de parkeerplaats. Ze stapte bij Wolfs in de auto. Wolfs begon meteen met hoge snelheid te rijden richting Landgraaf. Onderweg legde hij Marion uit wat er gebeurd was. Marion luisterde aandachtig. Het was een tijdje stil in de auto. 'Ik kan niet zonder haar Marion.' biechtte Wolfs op. 'Dat weet ik.' Was Marion haar antwoord.

Eva werd bij haar armen vastgepakt. De twee mannen liepen achter haar en duwde haar voor zich uit. Het enige wat ze kon doen, was meewerken. Wie weet wat ze gingen doen als ze probeerde te ontsnappen. Bovendien was Eva maar alleen tegen twee mannen. Doordat het donker was, zag Eva niet veel. Ze vermoedde dat ze dus nog niet bij het meer in de buurt waren. Dat had ze anders wel kunnen zien aan het licht van de maan. Ze hoorde hoe de mannen tegen elkaar begonnen te praten, maar ze kon het niet verstaan. Het klonk alsof ze Hongaars spraken. Eva zag langzaam meer licht voor zich verschijnen. Dat betekende dat ze bijna bij het meer was. Wat zou er dan gebeuren? Kon ze misschien toch nog ontsnappen? Eenmaal aangekomen bij het meer werd Eva op de grond geduwd. 'On your knees, face to the water!' schreeuwde één van de mannen. Eva deed wat hij vroeg. Ze probeerde niet te laten merken dat ze bang was, maar daar slaagde ze niet in. Ze staarde naar het meer terwijl er een traan over haan wang rolde. Haar ademhaling versnelde en haar gedachten gingen naar Wolfs. Waar zou hij zijn? Zou hij weten waar ze nu is? En zou ze hem ooit nog zien? Ze hoorde hoe de mannen een stukje naar achter liepen. Ze vermoedde dat ze nu ongeveer twee meter bij haar vandaan stonden. Eva dacht na over een mogelijke poging om te ontsnappen. Misschien kon ze wel in het meer springen en zwemmen. Of misschien lag er wel een grote tak die ze kon pakken om zich te verdedigen. Terwijl Eva nadacht, kon ze niet zien dat één van de mannen achter haar een wapen had getrokken. Er klonk een schot. 

Flikken Maastricht 'Het vervolg'Where stories live. Discover now