Het Gewicht van de Kroon

44 9 5
                                    

James zat achter een enorme zwartgelakte piano die voor het raam van zijn kamer was geplaatst.
De puntjes van zijn vingers gleden teder over de toetsen, eerst landen ze op ivoor en toen gleden ze door naar zwart. Zijn hoofd boog naar de toetsen en er vielen lokken van zijn haar voor zijn serene gesloten ogen.
Er lag geen bladmuziek in de
standaard, hij las alleen de noten in zijn hoofd.
Langzaam leek de pianomuziek de kamer tot aan de nok te vullen, het stroomde uit de ramen en de deur en uit de kieren in de muren, naar buiten, terwijl hij zachtjes begon te zingen.
" I used to rule the world.
Seas would rise when I gave the word.
Now in the morning, I sleep alone.
Sweep the streets I used to own- "
De melodie kwam abrupt tot stilstand waneer James een blik naar de deur van zijn kamer wierp, waar juist aangeklopt was.
"Donder op !" Riep hij.
-"Ik wist niet dat je zo kan goed zingen." Zei de stem van zijn broertje, Albus, die achter de deur stond.
James zuchtte en sloeg zijn ogen ten hemel. "Laat me met rust, Albus !"
Hij richtte zich weer op de toetsen en hervatte de aanzwellende melodie.
"I used to roll the dice. Feel the fear in my enemy's eyes. Listen as the crowd would sing. Now the old king is dead Long live the king! The minute I held the ke-"
James stopte weer met spelen toen het geluid van een opengaande deur zijn zingen onderbrak. Hij vernauwde zijn ogen en tuurde nogmaals over zijn schouder naar Albus die zijn kamer binnen was gestapt, en nu weifelend in de deuropening stond.
"Wat doe je hier nog ?" Vroeg James aan hem, hij staarde hem prikkelbaar aan.
- "Sorry," Begon Albus, "Ik wou je niet bespioneren." Zei Albus, hij keek spijtig naar zijn broer.
James zuchtte geërgerd en sloeg zijn benen soepeltjes over de andere kant van het piano bankje heen waar hij op zat. Hij keek Albus aan.
" Maar wat ?" Vroeg James geïrrirteerd, hij haalde zijn handen op, "Wat moet je ?"
- "Ik moet je ophalen van Mam en Pap," Zei Albus, "De gastenontvangst begint zo en jij moet er bij zijn."
James kreunde uit irritatie, "Zeg maar tegen ze dat ik zo kom."
- "Tja, hun geduld begint op te raken, je laat het halve dorp op je wachten, Jamie." Zei Albus, hij klooide ondertussen met de deurklink.
" Ik kom zo." Zei James weer.
- "Ik zou het tegen ze zeggen."
Albus bleef even weifelend staan voor hij James de rug toe keerde, de gang op liep en de hoek om verdween.
"Deur !" Schreeuwde James hem na. Albus kwam snel weer terug lopen, glimlachte sarcastisch naar James en trok de deur achter zich dicht.
James zag aan de schaduwen op de grond tussen de deur en de vloer, dat Albus wegliep.
Het twintigjarige huwelijksjubileum van Anna en Kristoff was vandaag, en het kasteel van Arendelle zal dadelijk volstromen met de uitgenodigde gasten, en voor de poorten van het kasteel stond een enorme menigte nieuwschierige mensen die allemaal de koningklijke familie wouden zien en begroeten. Als James goed luisterde kon hij hun gejuich en geroep van de mensen de stilte horen verstoren.
Hij haatte dagen zoals dit, het voelde alsof hij en zijn familie, dieren in een dierentuin waren en bezichtigd werden door honderden nieuwscheirige bezoekers.
Hij wierp een verlangende blik naar de piano achter hem, zijn vingers wouden zo graag op de toetsen landen en verder te spelen, maar het kon niet door dit verrekte Jubileum. Alsof we niet al genoeg feestdagen hebben, dacht James.
Hij zuchtte en wreef in zijn ogen.
James zei het nooit hardop. Maar had een hekel aan zijn leven, en zeker op deze manier.
Hij was voorbestemd om een leven te leiden die in detail voor hem uitgeschreven was. Een leven vol pracht en praal en luxe. Maar ook toespraken en protocollen en verantwoordelijkheid, en regels, regels en regels.
Hij wou het niet op deze manier, maar een keuze had hij nooit gehad.
Regels waren James's ergste vijand, elke dag werdt hij bedolven onder ze.
Denk om je houding, Niet vloeken, niet met meisjes flirten, Kin omhoog, borst naar voren, recht je rug. Praat netjes, wees beleefd, drink niet, rook niet, kom nooit te laat want dat is onbeleefd.
En talloze anderen. Het liefst brak hij ze allemaal tegerlijk, en dat had hij geprobeerd.
Maar toch wisten de koningklijke regels hem keer op keer te overmannen.
Elke dag dat hij in het kasteel van Arendelle doorbracht kwam hij er meer en meer achter dat al het goud en diamanten in de wereld, nooit genoeg zouden zijn om de leegte in hem te vullen, dat iedere dag groter leek te worden.
Hij hief zijn hoofd op een staarde wezenloos de ruimte van zijn kamer in. Het was een grote kamer, met een hoog plafond en enorme ramen.
En het was vol gestouwd met muziekinstrumenten en rondslingerende kleding.
Er was weinig van de witte muren te zien, want het meeste van de muren waren vol geplakt. Er hingen vele posters van bands die hij tof vondt, fotos van hem en zijn vrienden, tekenigen, en plaatsjes die hij uit magazines gescheurd had.
Zijn favoriete was de grootste poster dat naast zijn bed hing; een poster van een zangeres die een zwarte maskerade makser droeg om haar ware indentiteit te verbergen.
Ze deed het makser nooit af als ze optrad, en ze noemde zichzelf; Wiley.
James was al jaren een diehard fan van haar. Hij zal het nooit toegeven natuurlijk, want jongens zoals hem waren niet stiekem verliefd op beroemdheden.
James had vele dromen die niks te maken hadden met dit leven waar hij vastgekend aan zat.
Eigenlijk wou net zo als het meisje op de poster een beroemde muziekartiest worden. Of prosesioneel zwerkbal speler. En hij zou best willen trouwen met iemand van wie hij hield, en met haar een leven beginnen maar hij wou niet uitgehuwelijkt worden aan een rijk wicht die hij niet kende, zonder enige pit of passie.
Maar James's kansen om een normaal leven leiden waren nul.
Er werd weer op de deur geklopt en James slaakte een geërgerd geluid.
"IK ZEI TOCH IK KOM ER ZO AAN !" Schreeuwde hij richting de deur.
"In godsnaam!"
- "Uwe Majesteit James," Begon de stem van een van de butlers, die altijd rondliepen in het kasteel als een colonië mieren.
" Uw ouders verwachten U aanstonds in de salon, ze wensen dat u vaart maakt." Zei hij.
"Ugh." Mompelde James, hij hief zichzelf op van het bankje en sloeg zijn handen boos tegen de toetsen van de piano aan. En dreunde de klep dicht.
Hij was nu zestien jaar, over een paar jaar zal hij alles moeten doen waar hij nu een felle hekel aan had, nog een paar jaar en dan was zijn leven voor voorgoed voorbij.
Hij probeerde hij het beste uit zijn leven te halen voor het gewicht van de kroon hem onder dwang kon houden, en hij opgesloten werdt in een gouden kooi van pracht en praal. Met 'het beste' bedoelde hij feesten en drinken en roken. De hele nacht opblijven en met meiden naar bed gaan die hij totaal niet kende. En eigenmijk alles wat god verboden had doen.
Hij wist dat hij moest trouwen waneer hij achtien werd, met een prinses waar hij hoogstwaarschijijk niet van hield, dus hij probeerde de liefde te vinden voor die tijd aanbrak.
Hij dacht er liever niet aan, elke keer als hij dacht aan zijn in steengehouwen toekomst, voelde hij zich onderdrukt en gevangen.
Dus hij stopte het weg, in de hoek van zijn gedachten en probeerde er niet aan te denken, zoals elke dag die geweest was en elke dag die kwam.
James struinde naar de hoek van zijn kamer waar een pilaar met roodfluweel kussen stond.
Er lag een zilveren kroon op, het glom in het licht van de jonge avond dat door de ramen naarbinnen viel.
Hij tilde de kroon op, nam een diepe zucht en plaatste het op zijn hoofd.
Het was tijd om zijn masker op te zetten voor zijn ouders en het zijn koningkrijk
James rechtte zijn rug en liep met een opgeheven kin zijn kamer uit, naar de salon om iedereen welkom te heten met een gouden glimlach.

𝐓𝐡𝐞 𝐅𝐚𝐧𝐝𝐨𝐦 𝐒𝐜𝐡𝐨𝐨𝐥 || 𝐍𝐋 Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu