Woedend liep ik door die schijt straatjes.
Een doodnormaal dorp, maar geen doodnormale WiFi?!
Dat is echt verschrikkelijk.
Voor mijn gevoel liep ik al een uur opzoek naar WiFi zonder mijn 4G te gebruiken.
Ik had gehoopt dat mijn ouders me aan het zoeken waren en zouden zeggen: JE KRIJGT METEEN WIFI EN COLA EN CHIPS!'
Maar nee dus. En dus liep ik door die achterlijke straatjes.
Wat me wel opviel was dat bij elk huis de gordijnen dicht waren. Heel vreemd.
Het was dan wel vakantie, maar dan zou je toch juist genieten van het weer?
Zuchtend liep ik door. Totdat ik aankwam bij een winkel. Een supermarkt om precies te zijn.
Ik vroeg me al af waar je je eten moest halen in de middel of nowhere. Ik gluurde stiekem naar binnen. De winkel was open! Ik had al veel te lang in de brandende zon gelopen.
Ik liep naar binnen. Een verkoelde lucht kwam ik tegenmoet. Ik voelde in mijn broekzak. Ik voelde muntjes rinkelen.
Ik nam ze en bekeek ze. Maar 50 cent?!
Daar kon je niks van kopen. Nou dus deed ik ze weer weg en liep nog wat rond tot ik besloot verder te gaan verbranden in de zon.Na een kwartiertje ofzo weer te hebben gelopen
Viel me iets te binnen. Ik had een petje in mijn rugzak! Snel pakte ik hem en deed hem op.
Dat was beter. ik liep verder.
Voor mij voelde het alsof ik al 2 uur weg was.
Maar waarschijnlijk pas een uurtje. Ik zat op een rots bij een meer. Ik keek naar de kalme golfjes. Hier was een kleine wind gaande. Heerlijk verkoeling. Ineens zag ik iets aan de overkant. Daar liep iemand! Ik hield hem nauwkeuriger in de gaten.Hij had stokken vast.
Hij brak ze over en smeet ze in het meer.
Ik schrok een beetje van die reactie.
Hij liep weer het bos in en toen had ik weer niks te doen. Ik nam wat steentjes en probeerde ze steeds verder het water in de gooien. Tot die jongen weer kwam. Ik had aangenomen dat het een jongen was. Hij was lang en gespierd en droeg een leren jas. Ik vroeg me af waarom zo'n dikke kleren in de fricking zomer! 'Jezus, wat zit je te doen?' Mompelde ik. Weer brak hij takken over en smeet ze in het water. Het waren een soort
Van stammetje met een spitse punt waarmee je iemand kon prikken. *Klok.Klok!* Water spoelde over mijn sneakers. Sh*t! Mijn schoenen waren niet water dicht. Ik vloekte en probeerde mijn schoenen droog te krijgen.
Ik schopte tegen de stam die was aangespoeld en het veroorzaakt had. Toen ik opkeek was de jongen weg. Dag dag afleiding. Vloekend ging ik weer zitten op de rots.
Ik vertikte het om nu naar huis te gaan!
Dus bleef ik zitten en langzaam dommelde ik weg.
JE LEEST
De vampire and the girl
Vampire'Ik wist niet hoe je moest lachen.' 'Ik wist niet dat geluk bestond.' 'Ik wist niet wat vrienden hebben was.' 'Ik wist niks van het dorp.' 'Niks van hem.' 'Ik geloofde niet in vampieren.' 'En geloofde niet in liefde.' 'Tot ik hem ontmoette.' Wanneer...