Alli- de ontmoeting

67 5 0
                                    

het is zaterdag. de enige dag dat ik ongezien naar buiten kan sluipen. ik ga extra vroeg zodat niemand het zal merken. ik trek mijn rood zwart geruite broek aan. als mama hem zou zien zou ze letterlijk een hartaanval krijgen. mijn haar vlecht ik snel en verstop het verder in mijn capuchon. niemand herkent me zo. ik loop voorzichtig de bibliotheek binnen. er zijn gelukkig weinig mensen. ik moet echt nieuwe boeken hebben, ik verveel me zo vreselijk thuis. ik lees meestal science fiction. ik zie dat er al een jongen staat. ik glimlach bij het idee dat ik niet de enige leipo ben hier. ik loop naar hem toe en bekijk de boeken. stiekem gluur ik even naar achteren. ik zie dat hij een boek in zijn handen heeft. een vreselijk slechte eigenlijk. "dat boek zou ik niet nemen als ik jou was," zeg ik. wacht, ik moet me juist zo min mogelijk met iedereen bemoeien hoezo doe ik dit? de jongen draait zich om. zijn haar is kort bruin en zit een stukje voor zijn ogen. hij heeft een bril op met daaronder blauwe ogen. hij draagt een blauw shirt en een spijkerbroek. hoewel hij niet is zoals de andere jongens, is hij nog best knap. ik onderdruk het om rood te worden en kijk hem aan. "Eh hoezo?" hij is duidelijk verbaasd. ik glimlach. "ik heb het gelezen, het is echt vreselijk saai en het einde slaat nergens op. dit is een goed boek," ik geef hem het boek dat ik vorige week had gelezen. de jongen knikt;. mama zou hem nooit goedkeuren. maar ik praat gewoon met hem, zo erg is dat vast niet.  hij staart me even aan. "Kom je hier vaker?" vraagt hij. oh god, hij gaat toch niet flirten? ik kan mijn lach niet onderdrukken. "Is dat een falende openingszin?" vraag ik.  hij bloost. "Eh, nee zo bedoelde ik-," ik onderbreek hem snel. ik wil niet dat hij zich gaat verontschuldigen."Grapje, ik kom hier alleen op zaterdagochtend," zeg ik en lach even. ik moet dit echt niet doen. ik loop verder door de bibliotheek en ga op de grote stoel zitten. de jongen komt me achterna. hij wijst op mij oordopjes. "Waar luister je naar?" ik haal mijn oordopjes eruit. "Deze? oh die zijn om stomme mensen buiten te sluiten," zeg ik. zoals mijn ouders en iedereen in mijn huis. hij kijkt me aan. "Wil je mij buitensluiten?" vraagt hij. ik voel nu al dat ik hem veel te leuk vind. doe normaal, alli.  "Ik heb nooit gezegt dat  jij stom bent. je bent het tegenovergestelde," zeg ik. oh shit, waarom flirt ik? mijn oog valt op de klok. oh shit ik moet weg. als ze merken dat ik er niet ben, of nog erger, als ik binnenkom in deze kleding, heb ik een heel groot probleem. "Oh shit! ik moet weg!" ik spring snel op van de stoel.  ik wil weg lopen als de jongen iets zegt. "Mag ik weten hoe je heet?" vraagt hij. hij wilt mijn naam weten!  ik probeer niet te enthousiast te lijken. "Jij eerst,"  zeg ik. "ik heet oliver," zegt hij. oliver, olli. olli en alli. hmm klinkt best leuk. "ik ga je oliver noemen," zeg ik en lach. ik loop richting de deur. "Wacht hoe heet jij?" hoor ik hem roepen. ik draai me snel even om. niet je echte naam zeggen.  "ze noemen me alli," zeg ik en loop snel weg. ik moet echt op schieten als ik op tijd wil komen. 

met mijn fiets moet ik door het bos om naar mijn huis te komen. het is minstens een uur fietsen. als ze dat thuis zouden weten zouden ze me met de auto elke keer heen en weer sturen, maar daar heb ik echt geen zin in. het laatste stukje door het bos kan je niet met de fiets komen. ik leg mijn fiets neer naast de boom waar ik hem altijd neer leg. ik hoef niet bang te zijn dat iemand hem steelt want niemand komt hier. ik loop door het bos tot ik onze tuin binnen kom. er liggen eerst duizenden steenjes, er staan honderden bopmen allemaal mooi geknipt en netjes gemaakt. in het midden een grote fontein. en dan is daar mijn huis. een groot wit paleis. snel doe ik de deur open. iedereen moet als het goed is nog slapen. snel sluip ik de trap op. "Alia, waar gaat dat heen?" geschrokken draai ik me om. "Oscar! ik schrokl me dood!" zeg ik lachend tegen mijn butler. "slecht geweette?" vraagt hij. ik knik met een schuldige blik. "Ik moet me snel omkleden voordat mama het ziet, je zegt niks toch?" vraag ik. "Heb ik dat ooit gedaan?" vraagt hij en glimlacht even. ik kijk hem dankbaar aan en ren naar boven.  mijn kamer bestaat uit een groot hemelbed, een boekenkast, een kledingkast, een schoenenkast, een raam, een tv en ik heb papa zo ver gekregen dat er een computer staat. daaraan vast zit ook nog mijn eigen badkamer met bad en douche. ik heb geen zin om te douchen en schop snel mijn gympen uit. mijn broek en vest gaan weg. ik trek een vreselijke groene jurk aan die mama zo mooi vind. hij is tot mijn enkels en er zitten meerdere strikjes op. de stof daarintegen voelt vreselijk zacht aan en zit heel lekker. nadat ik de jurk aan heb gedaan haal ik de vlecht uit mijn haar. mijn bruine lange haar laat ik los over mijn schouders hangen. Carla komt mijn kamer binnen. "Heeft u iets nodig, prinses?" vraagt ze lief. ik schud mijn hoofd. "Carla, zeg alsjeblieft gewoon jij," zeg ik zuchtend. ze knikt en verdwijnt uit mijn kamer. ik val achterover op mijn bed. prinses. waar heb ik dat in godsnaam aan te danken?

Catch meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu