Alli/Olli- en toen begon het

67 5 2
                                    

-Alli- 

 "Kom! ik wil  daarin!" gil ik lachend en trek aan Oliver's arm. "Daar zijn we al een paar keer in geweest!" klaagt hij. ik kijk om me heen. een spookhuis. die herken ik zo. "Oké, dan gaan we daarin!" zeg ik en loop er al heen. "Nee! wacht, Alli!" roept hij en probeert mijn hand te pakken. "Durf je niet?" daag ik hem uit. "Jawel, maar ik hou er gewoon niet van. blijf nou gewoon hier," zegt hij. ik glimlach. "Pak me dan, als je kan," zeg ik en ren het spookhuis in. ik weet bijna zeker dat hij achter me loopt. en als ik achterom kijk zie ik dat het waar is. ik loop naar binnen. het is zo'n huis waardoor je heen moet lopen en je ziet wel wat er gebeurd. meteen is het pikkedonker en hoor je allemaal enge geluiden. de grond is zacht en het voelt eerlijk gezegd een beetje eng aan je voeten. vandaar, spookhuis. Olli komt naast me lopen. ik zie dat hij bang is. ergens vind ik het wel schattig. en maar goed dat hij er is want als er opeens een beeld van een skelet naast me opduikt gil ik het uit en pak zijn arm. hij schrikt eerder van mijn reactie en glimlacht dan. we lopen door. na een tijdje schrikken van poppen en geluiden zijn er twee wegen. "Rechts," zeg ik. ik loop de rechter weg. dan opeens voel ik Oliver's arm niet meer. "Olli?" vraag ik geschrokken. hij is vast de andere weg op gegaan. great. ik loop door en probeer me niet aan te stellen. hoewel ik niet te hard probeer te gillen van elk klein dingetje is het helemaal zo eng nog niet. ik loop naar buiten. dat viel best mee. ik staar om me heen. waar is Olli? nog binnen? ik kijk naar de uitgang. nee toch? ik merk nu pas hoeveel mensen hier zijn. oh god. wat als ik hem kwijt ben? hoe kom ik thuis? ze merken vast hoelang ik al weg was en worden gek. wat als de mensen van het nieuws erachter komen? wat als olli erachter komt? wat als er iets met hem gebeurd is. dat laatste maakt me het bangst. "Olli?" gill ik. niks. ik begin door de menigte te lopen. "Oliver!" roep ik weer. ik duw mensen aan de kant. mensen kijken me boos aan maar ik negeer ze compleet. "aan de kant," fluister ik en loop door. dan opeens bots ik tegen een enorme man aan. "au," zeg ik en kijk op. de man heeft een enorme camera in zijn  hand. de man kijkt me aan. 1 blik is genoeg. "jij bent-," begint hij. ik geef hem geen tijd het af te maken en begin te rennen. weg van de man. ik ken hem. hij is vaak genoeg bij mij thuis gemaakt voor een interview of fotoshoot. ik blijf rennen en mensen aan de kant duwen. ik eindig bij de suikerspin kraam. ik druk mijn handen in mijn zij en hijg. ik moet hier echt weg. hij heeft me herkent. "OLIVER!" gil ik zo hard mogelijk. "OLLI!" blijf ik gillen, de paniek in mijn stem word groter. ineens voel ik handen op mijn schouders. Oliver duwt me tegen de zijkant van de kraam aan. "Wat is er?" vraagt hij geschrokken. ik zie dat hij gerend moet hebben. "Olli, we- we moeten hier weg," hijg ik. "Wat? waarom? wat is er gebeurd?" vraagt hij bang. "Ik kan het nu niet uitleggen, haal me hier weg, snel," hijg ik en pak zijn arm. hij knikt en trekt me uit de menigte. van de kermis af. ik kijk niet om,  pas tot we helemaal bij de bibliotheek zijn. "Wat is er gebeurd?" herhaalt hij. ik ga met mijn hand door mijn haar. wat als hij me gezien heeft en me hierheen achtervolgd? "Ik moet naar huis," zeg ik. Oliver pakt mijn hand en houdt me tegen. "Leg het me uit," zegt hij bijna dwingend. ik knik. "Niet hier, kom mee," en dit is de eerste keer dat ik dit doe. iemand  meenemen naar mijn huis, mijn paleis, dit vertellen. hij is te vertrouwen toch. "Een bos? waar gaan we heen?" vraagt hij verbaasd. ik stop precies voor het stuk waar je de tuin kunt zien, en het paleis, zonder dat iemand het merkt, hier ligt ook mijn fiets. "Kijk," ik trek hem mee en dwing hem te kijken. zijn mond valt open. "Hier woon ik, niemand mag dit weten, Oliver," ik gebruik zijn hele naam om aan te geven hoe erg het is. "Wat bedoel je?" vraagt hij. ik doe mijn mond open om te praten. maar dan opeens zijn zijn lippen tegen die van mij aan. ik weet totaal niet hoe ik moet reageren zo plotseling is dit. opeens kan ik ook niet meer denken. ik laat het gewoon gebeuren. mijn eerste kus. dan duw ik hem weg. "Oliver, ik ben-," "Prinses Alia," maakt hij mijn zin af. "Ik vond je al leuk vanaf het eerste moment dat ik je zag, en ik stop er niet mee omdat je een prinses bent," ik weet niet wat ik moet zeggen. JE KAN NOOIT IETS MET HEM HEBBEN, ALLI. DENK AAN ALLE PAPARAZZI. JE VERPEST ZIJN LEVEN. EN DIE VAN ZIJN FAMILIE. JE VERPEST ALLES. maar in plaats van naar mijn gedachtes te luisteren buig ik voor over en plaats mijn lippen weer op die van hem.

Catch meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu