Ik krijg geen hap door mijn keel. Er gaat van alles door mijn hoofd. Van dingen die nooit kunnen gebeuren, tot dingen waar ik serieus aan denk op dit moment. Ik probeer wat te eten, maar na één hap besef ik al dat het geen goed plan is. Ik schuif mijn stoel weg, en loop naar mijn hutje. De begeleiders roepen nog dat ik moet blijven zitten, maar als ik me omdraai, en ze de tranen in mijn ogen zien, zijn ze stil.
Ik zit hier nu al een tijdje, en er is nog niemand naar me toe gekomen om te zeggen dat ze terecht zijn. Het is al laat, en we gaan een avondspel doen, maar ik doe niet mee. Na een halfuur kijk ik even buiten het hutje, en dan zie ik de begeleiders met ernstige gezichten het terrein opkomen, en ik weet meteen hoe laat het is. Ze komen niet meer. Nooit meer. Spookt door mijn hoofd.
Het is al 12 uur, en ik houd het niet meer. Ik moet ze zoeken. Maar wat nou als.... Denk ik bij mezelf. Niet nadenken, gewoon doen. Ik trek mijn schoenen aan en ga.