Hoofdstuk 10

185 11 1
                                    

Ik heb het gevoel dat bij elke stap die ik zet, me de moed verder in de schoenen zakt. In tegenstelling tot Daan. Hij loopt door alsof er niks aan de hand is. Hij heeft makkelijk praten. Hij heeft geen idee wat ik hier al allemaal heb meegemaakt. Ik krijg een misselijk gevoel in mijn buik. Ik wil niet meer.

We lopen nog een klein stukje verder, totdat in de verte een kleine, houten schutting staat. Of in ieder geval, daar lijkt het op. Blijkbaar heeft Daan het ook gezien, want hij begint sneller te lopen, wat ik niet fijn vind.

Het voelt hetzelfde als met het houten huisje. Ik hoop dat het niet zo gaat aflopen. We naderen de schutting, en ik voel dat ik duizelig wordt. Ik weet niet hoe het komt, maar door al die dingen die zijn gebeurd, ben ik overal bang voor.

We komen aan bij de schutting. Mijn hart gaat tekeer. Zo stil mogelijk lopen we richting het einde, en we lopen er omheen. De schutting is erg lang.

Dan blijft Daan stokstijf staan. Ik schrik. Zonder iets te zeggen wijst Daan naar een stukje verderop. Dan zie ik het ook. Het lijkt alsof er iets of iemand staat. Heel stil lopen we verder. En wat ik dan zie bezorgd me nachtmerries. We blijven allebei staan, en kijken er met grote ogen naar. Dit kan niet. Dit kan niet waar zijn...

Horror kampWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu