Alles is raar

11 0 0
                                    

Mijn wekker gaat. Ik gooi er een knuffel naartoe. Mis. Dan gooi ik een andere knuffel. Weer mis. Zo ga ik nog even door tot al mijn knuffels op zijn. Ik stap uit bed en doe hem met mijn handen uit. Zuchtend kleed ik me aan. Heel gewone kleren, maar wel trendy. Ik wil natuurlijk niet nog meer opvallen. Een eenvoudige korte spijkerbroek met witte bloes. Gelukkig staat mijn moeder onderaan de trap te wachten met mijn tas al ingepakt. Door het knuffelgooien was ik veel later dan normaal. Ik glij via de trapleuning naar beneden, gris mijn tas mee en ren door naar de keuken. Daar eet ik even gauw een droog broodje en stap in mijn auto. Hij start niet, dat kan er natuurlijk ook nog wel bij.

‘Maaaaaaam, wil jij me brengen. Mijn auto start niet!’

De laatste tijd gebeurt dat wel vaker. Het is een oud autootje dat mijn vader heeft gered van de sloop. Eindelijk, daar is mijn moeder. We stappen in de auto en rijden weg. M’n school ligt 12 kilometer verderop en ik heb nooit zin om te fietsen.Terwijl we rijden kijk ik dromerig naar buiten.

Eerst merk ik het niet, maar als ik even later wakker schrik uit mijn dagdroom merk ik dat er iets veranderd is. Buiten is de lucht grijs, terwijl er toen we weg gingen een stralende zon scheen. Oké, dat kan dan nog. Maar ook het hele landschap is veranderd. In plaats van het heuvelachtige van mijn woonplaats was alles plat. Ik herkende dit niet.

‘Mam waar zijn we?’

M’n moeder knipperde niet eens.

‘Mam?’

Nog steeds geen reactie. Rechts van ons zie ik een rode bloemenzee, maar veel tijd om het te bewonderen heb ik niet, want mijn moeder scheurt verder. Ik zie de kilometerteller verder oplopen naar 150 km/h.

‘Mam!’

De paniek klinkt door in mijn stem en ik tik mijn moeder op haar arm. Als ze niet reageert tik ik steeds harder, totdat het meer slaan dan tikken is.

‘MAMA!’

Ik begin te schreeuwen, terwijl de kilometer teller 180 km/h aantikt. Mijn moeder blijft stug het gaspedaal induwen. Schreeuwend probeer ik mijn moeders voet van het gaspedaal af te trekken, maar daardoor stoot ik tegen haar arm en het stuur vliegt om. De auto vliegt van de weg af.

‘Aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaah!’

Met een schreeuw word ik wakker.

‘Het was maar een droom. Het was maar een droom,’ zei ik tegen mezelf.  

Ik begon te hyperventileren. Alles leek veel te echt.  Mijn deur gaat open en daar komt mijn moeder binnen.

‘Had je een nachtmerrie?’

Ze gaat naast me zitten en slaat een arm om me heen.

‘Ja een hele nare. Ik wil er verder niet over praten.’

Het fijne van mijn moeder is dat ze je dan ook met rust laat en verder geen vragen stelt. Terwijl ik opsta kijk ik op mij wekker. 06.23. Nou ja, over 7 minuten was mijn wekker toch gegaan. Als ik me aankleed vermijd ik de korte spijkerbroek en de witte bloes. In plaats daarvan doe ik een violetkleurig rokje aan met een lichtgeel hemd. Dat rokje had mijn moeder gekocht omdat hij zo goed bij mijn ogen paste. Mijn haar houd ik los. In de lessen kan ik dat mooi als gordijn gebruiken. Zo hoef ik niemand aan te kijken. Dit keer pak ik zelf mijn tas in. Verdorie mijn auto doet het weer eens niet. Nou ja, ik ben toch vroeg. Ik ga wel op de fiets. Als ik op school kom zie ik dat ik evengoed bijna de eerste ben. Ik zit op de universiteit. Vandaag heb ik van kwart over 8 tot 2 uur les. Saaaaaaaaaaai…maar ik heb wel zin in de kunstles. Dan gaat ineens de bel. Shit ben ik nog te laat ook. Ik sprint weg. Terwijl ik de deur open doe struikel ik over mijn eigen voeten en val plat op de grond.

Mijn naam is NiraWhere stories live. Discover now