‘Mama, kan ik even met je praten?’
De rest van de dag was voorbijgevlogen en na Chad gedag te hebben gezegd ben ik op de fiets gestapt en naar huis gereden. Mijn moeder kwam de kamer inlopen en knikte.
‘Mama vandaag gebeurde er iets heel raars. Ik dacht dat Chad en Aldo grappen aan het uithalen waren met me en ineens werd ik heel boos. Mijn stem klonk als klingelende klokjes en ik gebruikte heel moeilijke woorden. Het weer rondom mij deed ook ineens heel erg raar. Boven mij was een wolk en het waaide alleen maar rondom mij.’
Mijn moeder zuchtte en zag er ineens heel oud uit.
‘Ik wist dat deze dag zou komen,’ zei ze.
Ik vroeg me af wat ze bedoelde, maar ze ging er verder niet op in.
‘Vanavond als Ronald thuiskomt hebben we het er wel over.’
Om iets omhanden te hebben ging ik maar naar boven om huiswerk te maken. Zuchtend ging ik aan het werk en probeerde niet te veel na te denken. Het lukte beide niet. Ik dacht veel te veel na en daardoor kon ik me niet concentreren. Wat is er met me aan de hand? Waarom deed ik zo raar? Zijn mijn ouders wel mijn echte ouders? Daar had ik nog nooit aan getwijfeld ondanks dat ik er zo anders uitzag, maar nu begon ik na te denken. Ik leek helemaal niet op hen en op mijn opa en oma. Niet qua uiterlijk en niet qua innerlijk. Was ik dan misschien geadopteerd? Ik zou het niet weten. Ik wilde het niet weten. Beneden hoorde ik een deur open en dicht gaan en ik wist dat mijn vader thuis was. Mijn moeder sprak tegen hem. Het klonk een beetje dringend. Toen mijn vader terug praatte kon ik het verstaan.
‘Dat kan toch helemaal niet. Daar is ze nog veel te jong voor!’
Hij praatte heel hard en ik vroeg me af waarvoor ik nog te jong was. Mijn moeder antwoordde weer zachtjes. Ik kon haar niet verstaan. Toen hoorde ik gestommel en kon ik hen helemaal niet meer horen. Ze waren naar de keuken gelopen. De kamer het verst van mijn kamer. Ik mocht het blijkbaar niet horen en dus ging ik maar verder met mijn huiswerk. Het lukte weer niet. Ik had gewoon veel te veel aan mijn hoofd. Ondanks dat ik twijfelde of het wel mijn ouders waren noemde ik hen nog wel gewoon papa en mama. Na wat een eeuwigheid leek ging het belletje. Wij hebben een belletje en daar rinkelen mijn ouders mee als ik naar beneden moet komen. Zo hoeven ze niet te schreeuwen. Ik sjok de trap af en loop naar de keuken. Daar zitten mijn ouders naast elkaar aan de tafel. Normaal zitten ze altijd tegenover elkaar. Ik ging zitten. Niet tegenover mijn moeder, maar tegenover mijn vader. Ik kon altijd veel makkelijker met mijn vader praten. Hij begon ook.
‘Nira, je hebt ons verteld dat er nogal wat rare dingen zijn gebeurd vandaag en we gaan je wat belangrijks vertellen.’
Toen begon mijn moeder een verhaal te vertellen en langzamerhand viel mijn mond open. Het verhaal speelde zich af een paar honderd jaar geleden.
‘In die tijd stierven er vele mensen en niemand wist waarom. In China probeerde een hele goede vechter, Nakalode, te achterhalen hoe dat kwam. Nakalode was half Chinees half Nederlands, wat heel bijzonder was voor die tijd, en ze was een wonder in alle Aziatische vechtsporten. Ook met krom en samoerai zwaarden was ze niet te verslaan. Nakalode kwam achter een groot geheim. Er leefde een vampier in de wereld. Zijn thuisbasis was Nederland. Een klein landje, zodat hij niet te veel opviel. Hij probeerde het menselijk ras uit te roeien zonder dat men het door had, en had vele duistere monsters aan zijn zijde. Zijn twee lijfwachten waren een manticore en een chimaera. Men spreekt de naam van de vampier niet uit. Daarom wordt hij altijd de kwade gek genoemd. Toch vertel ik je zijn naam, want je moet het weten. Hij heet…
….zijn naam is….
….Ik kan het gewoon niet.’
Mijn vader ging verder:
‘Hij heet…Kadeo-Loaki.’
De naam had een betoverende uitwerking op me.
‘Nakalode werd, toen ze dat ontdekte, van het een op het andere moment in een wereld van monsters en magie gegooid. Er waren niet alleen vampiers en monsters, maar ook tovenaars. En toen ontdekte ze een hele bijzondere familie. Het waren gedaanteveranderaars. Ze konden in een bepaald dier veranderen. Nakalode wilde de vampier verslaan. En ook de gedaanteveranderaars waren slecht volgens haar. Ze begon met de gedaanteveranderaars. Zij waren het makkelijkst, maar ze vochten terug. Toen Nakalode erachter kwam dat deze gedaanteveranderaars alleen veranderden als de kwade gek in de buurt was, sloot ze een verbond. Vanaf dat moment vochten ze samen. Nakalode bedacht op een gegeven moment dat ze hem beter gevangen konden zetten en bedacht een plan. Ze was er per ongeluk achter gekomen dat de kwade gek geobsedeerd was door Lapis Lazuli. Ergens in een bergwand hakte ze een enorm stuk Lapis Lazuli uit en bracht het naar een grot. Daar liet ze een tovenaar komen. Hij sprak een spreuk uit over de steen. De eerstvolgende die de steen aan zou raken, raakte in trance en werd in de steen gevangen gezet. 'per ongeluk' kwam de kwade gek te weten waar die steen was. Hij raakte de steen aan en zat gevangen. Nakalode liet de tovenaar nog een spreuk uitspreken. Als de kwade gek uit zijn trance kwam en weer ging moorden, word een vrouwelijke afstammeling van Nakalode 'wakker'. Het enige wat haar ouders dan hoeven te doen is haar naar een leraar te brengen. Binnen een week is de afstammelinge net zo goed als Nakalode. Tijdens de spreuk zijn er alleen een paar dingen mis gegaan. Om Nakalode heen liep het weer ineens gelijk aan haar emoties. De afstammelinge ging net zo klinken als Nakalode en praatte ook net zoals haar. Doordat ze heel lang geleden leefde, praat de afstammelinge ineens heel netjes. Dat rare weer werd ook weer overgenomen……Jij bent de afstammelinge, Nira……..’
‘Nee dat kan niet,’ fluisterde ik.
Waarom ik fluisterde wist ik niet, maar dat verhaal was zo ongeloofwaardig. Ik geloofde gewoon niet dat ik de afstammelinge was. Sowieso bestaan er helemaal geen monsters en magiërs. Maar stel dat het wel waar was?
‘Hoe zit dat dan met mijn ogen? Hoort dat er ook bij? En zijn jullie wel mijn echte ouders?’ Het was eruit voordat ik er bij nadacht. Dit keer gaf mijn moeder weer antwoord.
‘Nee Nira wij zijn niet je ouders. We waren goede vrienden van hen, dat wel, maar jou ouders zijn overleden bij een auto-ongeluk. Voordat ze in het ziekenhuis overleden, hebben ze ons dit verteld en gevraagd of wij voor je wilden zorgen alsof je onze eigen dochter was. En wat je ogen betreft? Lang geleden is er een voorspelling gedaan:
Een jonge afstammelinge wordt wakker
Oorlog breekt uit
Het lachen vergaat
Violet viert zege
Of verliest alles
Een bijzondere band ontstaat
Violet…
‘Iedereen dacht eerst dat het meisje Violet heette, maar toen jij geboren werd veranderde dat.’
Violet…
Ik was het. Geen twijfel mogelijk. Mijn ogen zijn violetkleurig. Het duizelde me.
Violet…
‘We zijn ook helemaal niet hierheen verhuisd omdat ik hier een baan kreeg, maar omdat de gedaanteveranderaars hierheen verhuisden.’
Violet…
Dus dat is de reden waarom ik nu in Engeland woon!
Violet…
‘Wie de gedaanteveranderaars zijn moet je zelf uitzoeken. Dat hoort bij je opleiding. Ze kunnen als de kwade gek wakker wordt, wanneer ze maar willen, veranderen in een Lynx. Meestal zijn ze een paar graden warmer dan anderen. ’
Violet…
Plotseling werd de kamer zwart.
YOU ARE READING
Mijn naam is Nira
RandomNira is 18 jaar oud en lijkt in niets op haar ouders. Haar moeder: blond haar, blauwe ogen, blanke huid, is Hollands welvaren. Haar vader: bruin haar, groene ogen, zongebruinde huid, ziet eruit als een sportman. Maar Nira...Nira met haar zwarte haar...