Tijd

295 10 6
                                    

De tijd is gekomen. De tijd waar iedereen al zo lang op wachtte. De tijd van rust en vrede.

Ik kijk uit over de vlakte. De vlakte waar net nog geen rust heerste en de oorlog de boventoon voerde.

Mijn ogen dwalen over de mensen. Beter gezegd de lichamen. Vijanden en vrienden. Mensen die ik kende en nog veel meer mensen die ik niet kende.

Ik word misselijk als ik denk aan de prijs die deze tijd van vrede heeft gekost. Als ik denk aan al deze mensen die deze prijs hebben betaald.

Langzaam begin in te lopen. Dwars over de vlakte.

Ik kijk naar de witte en verwrongen gezichten. Af en toe herken ik een gezicht en rolt er een traan over mijn wang. Soms buk ik om een paar in het niets starende ogen te sluiten.

Het stof wolkt om mijn voeten. Ik kijk in de verte en zie daar de groene heuvels. Die passen veel beter bij deze nieuwe tijd dan deze vlakte. Maar toch, op deze stille en sombere plaats is het gebeurd. Deze plaats heeft de nieuwe tijd ingeluid.

Dan zie ik haar. Haar losgeraakte, lange, blonde haar ligt in vieze klitten als een krans om haar hoofd. Ze ligt in een onnatuurlijke houding en haar geest heeft haar duidelijk verlaten.

Ik kniel bij haar neer. Ik veeg een verwaaide pluk uit haar gezicht en staar naar haar al wel gesloten ogen. Ik leg haar in een natuurlijkere houding en vouw haar handen.

En traan van mij spat uit elkaar op haar wang. Ik druk een kus op haar voorhoofd en sta weer op.

Een paar stappen verder richting de heuvels draai ik me nog een keer om.

Daar ligt ze. Alsof ze opgebaard is. Alleen haar besmeurde uiterlijk laat haar echte verhaal nog zien.

Eerst was ze een van velen maar dit maakt haar anders. Ze ligt er mooi tussen alle andere lichamen. Ik kan dit niet voor alle anderen doen, hoe graag ik het ook zou willen.

Dit maakt haar bijzonder, zoals ze ook was. Het sterke bijzondere meisje dat mee heeft gevochten om deze nieuwe tijd aan te laten breken. Mijn vriendin die de prijs van vrede heeft betaald.

En het was genoeg. Ze mag eeuwig rusten.

En ik? Zal ik in deze tijd van rust en vrede ook rust en vrede vinden?

Na een laatste blik op haar bleke gezicht vervolg ik mijn weg naar de tijd van rust en vrede.

Vele meters, bekenden, tranen en ogen later bereik ik de rand van de vlakte.

Als ik het eerste grassprietje betreed, besef ik dat deze tijd nog iets inhoudt.

Ik werp nog een laatste blik op de grauwe, stille en sombere plaats. Dan loop ik met een glimlach de heuvels in.

De tijd van achterlaten is aangebroken!

Korte verhalenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu