Vergeten

91 4 15
                                    

Wezenloos herhaal ik mijn woorden nog een keer: 'Ik ben het vergeten.'

'Wat, wat ben je vergeten?' klinkt zijn stem me wanhopig na als ik me omdraai en om de hoek van het huis verdwijn, maar ik antwoord al niet meer.

Langzaam nader ik een klaterend beekje, ik ga op een rots op de oever zitten en staar in de verte. Tranen vertroebelen mijn gezicht, hoe kan ik het nou vergeten?

Steeds weer hoor ik de stem van mijn moeder in mijn hoofd: 'Hoezo moet ik het steeds opnieuw vertellen? Je was er zelf bij!' De stem klinkt vragend, verwijtend bijna.

Toch vertelde ze het, elke keer weer opnieuw. Met een trillende stem, doordrenkt van emoties. Elke keer weer nam ze me na de laatste zin in haar armen en huilden we.

Maar nu, nu kan ze het niet meer vertellen. Nooit meer zal ik samen met haar kunnen huilen om het gemis. En nu al, nog geen week nadat ik voor de laatste keer haar trillende stem heb gehoord, ben ik het vergeten.

Mijn brein probeert uit alle macht de herinnering terug te halen. Ik probeer mezelf te zien zitten, hier, op de rots, een aantal jaren eerder.

Mijn nagels klemmen in mijn handpalmen bij de gedachte dat ik deze belangrijke gebeurtenis niet meer kan herinneren, of erger nog, dit belangrijke persoon, maar de fysieke pijn verdringt de mentale niet.

Ik probeer mijn onregelmatige ademhaling onder controle te krijgen, en sluit mijn ogen voor een aantal seconden.

Zodra ik ze weer open zie ik dat er geen helder water meer door het beekje stroomt, maar dat er rood bloed langs mij heen de berghelling afstroomt.

Een geluidloze schreeuw komt over mijn lippen en van afschuw knijp ik mijn ogen opnieuw dicht.

Maar het helpt niet, op mijn netvlies zie ik uit een levenloos gestalte bloed sijpelen, wat het water vertroebelt.

Hevig trillend open ik mijn ogen weer, bang voor hoe de wereld er uit ziet.

Maar de omgeving lijkt niets van het gebeurde te hebben gemerkt. Haast vrolijk klatert het water voorbij. Een vogel vliegt fluitend voorbij. Is het dan alleen verbeelding?

Weer flitsen de beelden voor mijn ogen langs. Rood water, een levenloos gestalte.

Waarom kan ik mij niet meer herinneren wat er hier gebeurde? Hoe mijn vader hier stierf?

Waarom ben ik zijn gezicht vergeten? Een gezicht wat toch in mijn geheugen gegrifd had moeten zijn.
Ik zie een gestalte in het water staan, een schreeuw, een plons. Een gil van mijn moeder die zich omdraait en naar het water snelt. En een miniatuur-ik die op dezelfde rots zit als degene die nu als mijn zitplaats dient.

Hoe kon dit gebeuren? Wat was de reden van zijn val?
Het gestalte schommelt wat door de stroming van het water, voor het meegevoerd wordt, bergafwaarts.
Een wanhopige moeder die over de onbegaanbare oever klimt, totdat haar man uit het zicht verdwijnt, en er niets meer rest dan hem na staren.

Flits na flits verschijnt en verdwijnt weer. Ik knijp mijn ogen dicht om het te stoppen, maar niets helpt.

Het verwart, het frustreert. Ik wil het niet. Ik wil het niet vergeten. Wat als er een tijd komt dat ik zelfs dit niet meer weet?

Gevoelens door elkaar. Angst, pijn, gemis, vergetelheid. Mijn door verdriet vertrokken gezicht is gericht op de verte. Mijn natte ogen staren stroomafwaarts.

Daar, daar is het vergetene.

Dan laat ik me van de rots afzakken en meevoeren met de stroom, op weg naar het vergetene.

De wanhopige ogen van hem die me om de hoek van het huis gevolgd heeft, staren me na, tot ik verdwijn in de verte.

Een met de vergetene.

~~~~~~~~~~~~~~~~~

Ik kon het niet laten om dit nog te publiceren, ook al staat mijn wekker morgen, eh vandaag, vroeg. Te vroeg.

Love

Korte verhalenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu