Week 4 - Inlevering kortverhaal lolop

20 5 2
                                    

Donkere wolken pakte zich samen boven de stad. Eerst had niemand zich er nog zorgen om gemaakt, maar het ging snel. Te snel.
Ergens op de markt begon een kind te schreeuwen en naar de lucht te wijzen, en al snel was de hele markt besmet.
Iedereen rende alle kanten uit. Marktkoopmannen probeerden hun koopwaar nog te redden, mensen rende zo snel mogelijk naar huis. Kinderen huilden om hun kwijtgeraakte moeder, en jonge moeders keken om hun heen of ze hun kind nog ergens in de chaos zagen staan.
En al snel was het hele plein en de straten daaromheen verlaten. Ook de kinderen waren maar een kant op gerend, de meeste mensen namen zo'n arm kind wel bij hun in huis tijdens een ramp.
Maar waar de mensen op de markt naar binnen stormde, kwamen er tegelijk overal dappere mannen en vrouwen uit huizen en steegjes gesprongen. Zij zouden dit kwaad bestrijden. En ik was daar ook een van.
Ik was nog niet zo lang lid, omdat ik eerst nog te jong was. Maar toch voelde ik al veel ervaring. Mijn moeder had me ooit verteld dat ik hoogstwaarschijnlijk een reïncarnatie was van een vroeger lid, dat gebeurde wel eens vaker.
Maar door mijn ervaringsgevoelens voelde ik dat het niet goed zou gaan. Misschien zouden we ons pas veroverde land weer kwijtraken, zouden we allemaal sterven, of iets veel ergers.
Maar ik was hier en zou voor de mensen vechten, al zou ik het kwaad tot ver in de jungle volgen, ik zou de mensen beschermen.
Al snel vormde we een stevige formatie. Er zou niet zo snel iemand doorheen breken. Tot mijn verbazing zag ik ook een paar dappere gewone mannen naast ons lopen. Ze haastte zich richting de ​dorpstoren,​de beste plaats om de stad te verdedigen.
Ik glimlachte ze vriendelijk toe, hoewel ze hun dood tegemoet treden. Ik zag dat om me heen enkele mensen ze na keken, niet zoals ik dat deed, maar die mensen lieten duidelijk zien dat ze hun dood tegemoet rende.
'Laat toch' zuchtte ik, maar luisteren deden ze niet. Ik schudde mijn hoofd en liep naar mijn plek. Ik wist nog steeds niet waarom ik tussen al die woeste mannen met ruige baarden ingedeeld ben.
Ik pakte mijn aanzienlijke ​kruisboog​van mijn rug en spande hem alvast. Ondertussen werd de hemel steeds donkerder en ik begon me lichtelijk zorgen te maken.
Maar die lichte zorgens liet ik maar weer vallen toen ik zag wat er achter de horizon tevoorschijn was gekomen.

Als een schaduw bewoog het zich over de grond, al het leven rukte het uit het land. Mijn land, ons land. Het land waar we voor zouden vechten, het land waarvoor we zouden sterven.
Toen de schaduw dichter in de buurt kwam van onze heilige plek, begon hij een vorm aan te nemen.
Het was een vreselijk gezicht hoe die felle, gouden ogen hebberig naar de heilige boom staarde. Een vrouwelijk gezicht ontstond uit de schaduwen. Naast me hoorde ik mensen verschrikt hun adem inhouden.
Slevina.

Boekenclub Dahlia Remix! (Gesloten)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu