Week 4 - Inlevering kortverhaal yasmine1102

24 5 2
                                    

yasmine1102

Ik stap de schoolpoort uit

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Ik stap de schoolpoort uit.

"Maeva! Zie ik je morgenochtend? Dan fietsen we samen naar school!", roept Eveline, mijn beste vriendin.

Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht. "Prima! Tot morgen Evie!", roep ik lachend.

Na deze woorden stap ik verder naar huis. Ik kan niet wachten om thuis te komen. Hoor je de sarcasme?

Na een tijdje gestapt te hebben kom ik aan bij het deeltje van de stad waar ik bang voor moet zijn. Vooral mensen als ik. Want ik ben maar de nerd van de school. Dat lelijk wijf.

Terwijl ik verder denkt hoor ik een geluid achter me. Snel draai ik me om. Niemand. Ik wil me weer omdraaien, en dan hoor ik het geluid weer. Ik kijk bang om me heen.

Het bos is zo donker, het heeft een zwarte gloed om zich heen. Iets dat ze vroeger niet hadden. De bomen zijn opeens zo hoog. Ik kijk weet om me heen en nog steeds is er niemand, het letterlijk leeg. Er loopt geen kat op straat. Terwijl ik verder stap voel ik gewoon ogen in mijn rug priemen. Dit is niet normaal denk ik. Ik draai me weet om en ik zie weer niemand. Voorzichtig draai ik me weer voor me. Waarschijnlijk ben ik gewoon aan het dagdromen. "Maeva, stop ermee.", zeg ik streng tegen mezelf.

Ik haal mijn gsm uit mijn rugzak. Je weet maar nooit wat er gebeurt. Ik kijk hoe laat het is, 17h35. Ik ga me moeten haasten, pap gaat niet blij zijn. Als ik van mijn gsm opkijk zie ik een helderwit licht, daarna wordt alles zwart voor mijn ogen.

Ik voel iets hards onder me. Voorzichtig open ik mijn ogen. Het doet pijn, mijn hoofd. Ik kijk voorzichtig rond, om te zien wie er is. Maar er is niemand de enige die hier is, ben ik. Ik bestudeer de kamer. Het is hier zo mooi. Er is een openhaard en boven de openhaard hangt er een kruisbook. Er ligt in het midden van de kamer een tafeltje met twee glazen en ik denk alcohol. Verder lig ik op een zwarte leren bank. En daar in de hoek-

"Ah, ons prinsesje is waker", zegt een mooie mannenstem. Verschrikt draai ik me om. Mijn ogen vallen er bijna uit. Hij is knap. Strakke kaaklijn, hoge jukbeenderen, bruin haar en ogen. Goed gespierd.

"Is niks hoor prinses. Ik weet dat ik knap ben, maar kijk me niet zo aan", zegt hij terwijl zijn grijns breder wordt. Ik voel het bloed naar mijn wangen stijgen.

"W-wie ben j-jij?", vraag ik zachtjes.

"Ik ben je beschermengel", zegt hij fier.

"Je ziet er niet echt uit als een beschermengel", zeg ik verbaast.

Ongemakkelijk jeukt hij aan zijn nek. "Euhmm- ik ben een gevalen engel", zegt hij aarzelend.

"Is dat dan geen demon?", vraag ik nieuwsgierig. Ik ben altijd al geopereerd geweest door engelen en demonen. Door de duivels... Alles wat met het hiernamaals te maken heeft. Maar niemand weet het, want dan gaan ze me uitlachen.

"Daarvoor ben ik hier, zodat niemand je meer kan uitlachen en je pest", zegt hij mijn vraag ontwijkend.

Ik kijk hem verbaasd aan. "Heb ik dat luidop gezegt?", vraag ik onzeker.

"Neen, ik ben je beschermengel, daardoor weet ik wat je denkt of van plan bent", zegt hij. "Mag ik je naam weten?"

"Laten we eraan beginnen!", roept hij weet mijn vraag ontwijkend.

"Waaraan beginnen?", vraag ik onzeker.

"Aan je make-over. Dit is de belangrijkste. Ik ga je laten zien hoe prachtig je bent met je blauwe ogen en je bruine krullen. Je bent 17 iedereen zal aan je voeten liggen als je gewoon doet wat ik zeg en je aanraad", zegt hij duidelijk maar vlotjes.

Wat denkt hij dat ik een hond ben? "Neen, dat ben je niet. Je hebt meer weg van een stier", zegt hij met zijn jongensachtige grijns op zijn gezicht.

"Hoe oud ben jij?", vraag ik terwijl hij me de kamer uit trekt en me een andere binnenbrengt.

"18", zegt hij kort.

Ik kijk om me heen. In het midden ligt een kapsalon met allemaal toestellen. Aan de kant liggen stapels kleren, ze zien er allemaal mooi uit, maar niks dat ik zou durven aandoen.

"Laten we beginnen aan je haren. Ze zijn bruin mooi en ze hebben mooie krullen. Ze komen tot je onderrug. Ik denk dat ze beter zouden zijn als je ze knikt tot net boven je schouders. Dat zal je prachtig staan.", zegt hij snel. Hij duwt me op een stoel en doet me een schort om. Snel haalt hij een schaar uit de schuif naast me.

"Heb ik niks meer te zeggen over mijn eigen lichaam? Mag ik niet beslissen wat ik wil?", vraag ik bot.

"Als je zo zou praten tegen de mensen op je school en je vader en eenbeetje meer vertrouwen zou hebben in jezelf zou je niet weten dat ik bestond en zouden we dit niet moeten doen. Dus hou je mond en laat me beginnen!", zegt hij, wat me de mond snoert.

Na een kwartier is hij helemaal klaar. "Mag ik het resultaat zien?", vraag ik.

"Vader waarom moest je mij haar geven? Kon je niemand anders bedenken?", vraagt hij denkend dat ik het niet hoor.

"Ze zo erg ben ik niet. Hoe zou jij reageren als er plots iemand naar je komt, je ontvoerd en dan zegt dat je een make-over krijgt?"

"Ten eerste, dat zal mij niet overkomen. Ten tweede, ik heb je niet ontvoerd. Ten derde, ik heb geen make-over nodig. Ik ben prachtig", vertelt hij zelfzekers.

Ik kijk hem walgend aan. Hij rolt met zijn ogen en trekt me naar hem toe. Als hij me aan mijn blote arm aanraakt voel ik tintelingen. Waarschijnlijk omdat hij een demon is.

We staan voor de bergen kleren.

Hij laat me snel los en begint te zoeken. Na een paar minuten zegt hij: "dit is de perfecte outfit. Draag dit en geen gezaag!" Ik kijk hem aan. Is hij mijn vader?

Mijn vader! Ik ben mijn vader vergeten. "Ik moet snel weg. Ik ben mijn vader vergeten! Hij gaat me vermoorden. Laat me weg. Alsjeblieft?", vraag in paniekerig. Hij kijkt me raar aan. "Je vader weet dat later thuis komt, dus geen zorgen", zegt hij dan lief. Hij drukt de stapel kleren in mijn hand. "Doe dit aan. Nú."

Ik neem de kleren stevig vast om niet boos te worden. Ik wil naar het pashokje gaan, maar dat is er niet. "Waar kan in mij omkleden?", vraag ik.

"Hier. Kleed je hier om.", zegt hij doodserieus. Ik wil erop ingaan, maar heb echt geen zin in problemen. Ik wil gewoon dat dit zo snel mogelijk voorbij is. Zonder na te denken doe ik mijn kleren uit. Ik trek als eerst mijn broek uit. Ik neem de ander broe- neen rok en trek het aan. Daarna doe ik mijn shirt uit. Ik wil net de croptop over mijn hoofd doen, tot ik vingers voel op mijn ribben.

"Wie heeft dit gedaan?", vraagt hij kil. Helemaal vergeten, de blauwe plekken zijn nog niet weg. "Ik ben gevallen", zeg ik. "Dit lijkt niet op gevallen. Wie heeft dit gedaan?",vraagt hij weer kil. Ik voel zijn ogen op mijn huid. Zonder nog verder te praten en discussiëren doe ik de croptop aan. Het verbergt net mijn ribben, dus je ziet de blauwe plekken niet meer. "Antwoord", zegt hij streng.

Ik kan het niet meer volhouden en ik barst uit. "Je kan er niet aan doen. Beschermengel of demon! Stop! Wil je weten wie het heeft gedaan? Het is mijn vader mijn eigen vader. En ik verdien het! Alles is mijn schuld!", schreeuw ik naar hem. Verbaast kijkt hij me aan.

Opeens trekt hij me in zijn armen. Ik kijk hem aan, terwijl tranen stromen over mijn gezicht.

"Het komt goed. Ik ben er nu. Niemand zal je nog pijn doen.", zegt hij sussend. En met deze woorden val ik in zijn armen in slaap.

Boekenclub Dahlia Remix! (Gesloten)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu