hoofdstuk 7|

122 3 1
                                    

Noa's point of view

Ik schrik wakker van mijn deur die langzaam open gaat. Ik knip mijn lampje aan. Alessio staat in de deuropening. Hij heeft gehuild.
'Mag- mag ik binnenkomen?' Vraagt hij voorzichtig. Ik knik.
Hij gaat naast me zitten. Ik kijk hem aan. 'Je hebt gehuild.' Zeg ik. Hij knikt. 'Waarom?' Vraag ik.
'Doet er niet toe.' Mompelt hij en hij staart naar de muur.

'Ja wel meneertje, doet er wel toe!' Zeg ik en in een flits zit ik voor hem. Ik kijk hem grijnzend aan en begin hem te kietelen. Hij schiet alle kanten op. Maar Alessio is net iets sterker dan mij, dus hij heeft me zo te pakken. Hij draait zich om en zit nu op mijn benen. Hij begint me te kietelen.
Zo liggen we een tijdje te stoeien en kietelen op bed.
Ik heb nog nooit zo hard gelachen.

Na een tijdje liggen we allebei uitgeput op onze rug. Ik kijk Alessio met een grote grijns aan en hij geeft me een knipoog. Hij pakt mijn armen en trekt me bovenop zijn borst. Ik lig nu met mijn hoofd op zijn borst en mijn armen om hem heen. En ik lig heerlijk. Een hand van Alessio rust op mijn onderrug en zijn andere hand wrijft door mijn haar. Ik geniet van zijn bijzijn. Ondanks dat dit niet kan, omdat we stiefbroer en stiefzus zijn, voelt het ontzettend goed.

Alessio's point of view

'Aless, dit kan niet.' Hoor ik opeens. Ik kijk Noa aan. 'Ik heb het verpest.' Mompel ik. Ze kijkt mee aan. 'Nee joh gek. Het ligt niet aan jou. Wij zijn familie dus dit kan gewoon niet.' Mompelt ze. Hoorde ik dat nou goed?

'Holy shit Aless, gaat t goed?' Ze zwaait met haar hand voor mijn ogen. Ik kijk haar gekwetst aan. 'aless? Heb ik iets verkeerds gezegd?' Vraagt ze.
Ik schud van nee. Ik kan maar beter niks zeggen denk ik. Ik ren de trap af naar buiten. Even frisse lucht.
Ik plof neer op het tuin bankje en begin te snikken. Alle spanning van de afgelopen dagen komt eruit.
Omdat ik zo hard aan het huilen ben hoor ik niet dat Noa voor me gaat zitten. 'Aless, kijk me aan.' Hoor ik opeens. Ik kijk op, en ik kijk recht in haar ogen. Gelijk voel ik een tinteling door mijn hele lijf. Die blik in haar ogen zegt genoeg. Er is iets tussen ons. Ik voel dat toch zelf? Hoe kan zei dat niet voelen?

Weer zwaait ze met haar hand voor mijn ogen. 'Sorry.' Mompel ik. 'Ik schiet nogal snel in mijn gedachten.' Ze knikt en kijkt me aan. Mijn god wat is deze meid mooi. Ik kijk naar haar lippen, en dan weer terug naar haar ogen.
Langzaam aan staat ze op. Ze reikt haar hand uit en trekt me omhoog. 'Kom krullebol, we gaan binnen zitten.' Ik wandel rustig achter haar aan naar de bank en plof neer. Ik zit aan de andere kant van de bank, omdat ik bang ben dat ik iets wil waar Noa nog niet aan toe is. Dus ik houd maar afstand.
Onze ouders zijn inmiddels gaan slapen. Blijkbaar slaapt papa dan toch hier.

Ik betrap haar op staren. Dus ik draai mijn hoofd richting haar zodat ik haar aankijk. We kijken elkaar heel lang aan. 'Aless, je bent een beetje rood.' Mompelt ze. Ik kijk snel weg. In een flits zit Noa naast me en pakt me bij mijn kin. Ze draait mijn hoofd naar haar toe en kijkt me heel diep aan. Dan kijkt ze naar mijn lippen.
We weten allebei dat we het willen. Ze doet echt iets met me, maar ik weet niet wat. Jawel dat weet ik wel. Ik vind haar leuk. Ik heb gevoelens voor Noa. Ik heb gevoel.-

'Your eyes make me shy'Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu