ლHoofdstuk 9 : Littekens uit het verleden. ( Alice)

503 20 4
                                    

  "  Littekens kun je niet verbergen al doe je nog zo je best. Ze laten je dingen herinneren uit het verleden wat je toen hebt doorstaan." 

P.o.v  Alice

Twee jaar was er verstreken. Twee jaar zonder een spoor op te vangen van me dochter . Jasper en ik waren niet van plan ook maar de hoop op te geven , en we zochten nog iedere dag. Soms bleven we zelfs meer als vijf dagen weg , waar Esmé niet altijd even gelukkig mee was.  Ik had ondertussen al overwogen om naar Volterra te gaan en haar daar persoonlijk op te halen , al kon het mij eigen dood gaan betekenen. Ze was nog zo jong en zo kwetsbaar , de angst die ik had die ik deels zelf al had weten te bevestigen is dat ze misbruik van haar gingen maken. Het was een gevoel die ik enkel al bevestigd had , maar natuurlijk niet hardop kon gaan uitspreken.  Maar Aro's kennende verbaasde het me niet. Renesmee vond hij speciaal , maar wilde haar buiten dat die tijd haar vermoorden , enkel omdat ze een halfbloed was en deels leefde van gewoon vlees en bloed. Ze was nog altijd gedeeltelijk mens , en ontbeet normaal.  Renesmee hadden ze bespaard , maar dat kwam desondanks alleen omdat ik hem heb laten zien dat ze niet gevaarlijk was en een gevaar vormde. Dat kwam omdat ik hem had laten zien van wat er kon gebeuren als hij mij niet had ge geloofd.  Benjamin en Huilen waren allebei het zelfde als Renesmee , die leefde ook van gewoon voedsel , maar gedeeltelijk ook van mensen en dierenbloed.  
Hij mocht niet mij dochter hier onder laten leiden , en haar de dood in willen jaren. Dat verdiende ze niet , ze kwam uit mij. Uit mij en dat mochtten hun niet van mij afnemen alleen omdat Jamie anders is dan ons.

Langzaam wandelde ik over de stenenvloer van de voorkant van ons huis heen en ging op de trap zitten waarbij ik mij hoofd begroef in mij handen. Het deed me weer denken aan de tijden die ik vroeger als kind heb meegemaakt , wat ze mij vroeger allemaal aan hadden gedaan waardoor ik was veranderd in een gesloten iemand. Iemand die van binnen vol woede en verdriet zat , die van binnenuit was gebroken , maar een masker op haar gezicht had gezet om te laten zien dat ze altijd lachte. Alsof er niks aan de hand was.  Mij echte ouders kan ik me niet meer voor de geest halen , laat staat herrinneren.  
Wat ik me wel kon herinneren was dat ik altijd wel braaf naar school ging , maar niet dat meisje was die hele verhalen begon , en met allerlei vrienden en vriendinnen praten.   Op school werd ik vroeger vaak in een donkere hoek geduwd , werd ik geslagen en getreiterd. Gepest , totdat de tranen van de pijn en verdriet over mn wangen stroomde. Ik was niet iemand die vroeger in een afgesloten ruimte een potje ging huilen , nee in tegendeel.  Ik nam het allemaal in me op wat erdie dag was gebeurd en schreef het dan op in een oud schriftje wat ik in die tijd had gehad van een vreemde man.  Hij vertelde dat ik iets in me zag , en diezelfde man had me die tijd toen ik nog een tiener was van 13 een onderdak geboden.  Een onderkomen waar ik eten kreeg wat niet heel erg veel was omdat in die tijd mensen het niet al te breed hadden , die tijd heersde er veel armoe in de wereld.  Als je geluk had als kind had je vroeger een pop gemaakt van stof of hout.   Had je een sneetje brood wat al aan de oude kant was en meestal aangevreten was door de muizen.  Had je een simpele bed van hout , met een hard kussen.  Moest je je 's nachts in je bedje warm houden met je eigen lichaamstempratuur en een dunne stoffe deken.

Er verscheen een kleine maar volmaakte glimlach op me gezicht. Een kleine bescheiden glimlach omdat ik in die tijd van armoe toch een best gunzige tijd heb gekregen , met name door die ene vreemde man waarvan ik nooit zijn naam heb gehoord.  Hij was aardig , en zorgzaam. Hij droeg altijd nette kleding , en wist veel af van kruiden en wist goed kleine wondjes te genezen.   Maar ik weet nog goed dat hij op een volgende ochtend toen ik was ontwaakt door de extreme kou die me naar de hals was gegrepen en ik met deken en al de woonkamer in liep hij was verdwenen. Het enige wat er over was van zijn vertrek was een grote plas bloed , die naar het einde van de voordeur toe leiden.  Wat er met hem was gebeurd die tijd wist ik toen als kind niet. Maar toen ik ouder was en meer op mijzelf was wezen trekken viel het me steeds vaker op dat er ineens mensen verdwenen in het rustige maar bewoonde stad Biloxi in Mississippi.  Diezelfde avond was het weer koud, en de ijzige wind was me naar de keel gegrepen waarvan de tranen automatisch in mij ogen sprongen. Ik weet nog hoe ik die avond mijn sjaal strakker aantrok zodat de snijdende wind het niet kon winnen, en ik de warmte die ik nog enig sinds had bij me kon houden.  Er hing een laag hangende dikke mist , waardoor je niet meer zicht had dan 100 meter.  De maan was er wel, daar zag je afentoe een korte glimp van maar het wolkendek schoof er regelmatig voor.
Er klonk een angstige kreet uit een van de verlaten steegjes . Zonder mij verstand erbij te gebruiken was ik op het geluid afgelopen dat zich nog tweemaal herhaald had. Mij ogen werden groot toen ik een gedaante in een lange zwarte jas een lichaam van het slachtoffer op de grond liet vallen. Hij draaide zijn hoofd naar mij toe en keek me met een moordzuchtige blik aan. Zijn ogen waren Bloedrood, en een lange bloeddruppel stroomde langs zijn mondhoek. Hij kreeg een koude glimlach op zijn gezicht en deed een stap naar mij toe.
Ik knipperde niet begrijpend met mij ogen , om er zeker van te zijn dat ik het goed gezien had en niet toevallig een verbeelding was.  Hij pakte me met zijn ijskoude handen vast. Ik kon zijn strakgetrokken gezicht nu goed bekijken. Hij had geen wallen of donkere krijgen onder zn ogen. Strakgetrokken jukbeenderen , en een bepaalde ijzige blik in zn ogen.
Hij grijnsde , en had me over zijn schouder heen weten te hijsen.  Ik kan me nog goed voor de geest halen dat ik heb geprobeerd los te stikken doormiddel van te slaan en te schoppen maar alles wat ik deed leek hem niks te doen. Alsof hij van staal was.
We waren in het bos, waar er een doodse nachtelijke stilte hing. De mysterieuze mist hing er nog steeds.
Met me rug kwam ik hard tegen het schors van de boom aan, waarbij mij hoofd het harde hout raakte en ik een golf van misselijkheid over me heen kreeg. Iets voelde ik over de achterkant van me hoofd lopen en besefte dat het bloed moest zijn , maar ik had er niet genoeg concentratie voor om dat ook echt vast te stellen.  De vampier had zich nu over mij heen gebogen en gleed met zijn vingertoppen langs mij bleke hals.  Een pijnscheut raasde er door mij lichaam heen en er ontsnapte een luidruchtige kreet van helse pijn uit mijn lichaam.  Langzaam voelde ik al het bloed uit mijn gezicht stromen en mezelf met de seconden slapper worden. Mij zicht was al iets verslechtert , en het zou niet lang gaan duren voordat ik het loodje ging leggen.  Net voordat ik mij bewustzijn verloor zag ik een andere gedaante de vampier die mij had gebeten aan de kant gegooid worden waarna ik daarna nog een gegrom hoorde en een harde krak wat leek op botten die braken. Het was een misselijkmakend geluid. Toen leek het alsof er lange zwarte gordijnen voor mij ogen vielen.

Twilight Fanfictie ( Vampiersdochter)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu