hoofdstuk 2

81 4 0
                                    

In de kamer was het zo mistig dat Ridley niet eens haar eigen handen kon zien.

"Kom verder", zei een vrouwenstem.

Ridley deed een aantal stappen vooruit en met dat ze verder stapte verdween de mist. Nu zag ze een grote gouden bloem met daarop een vrouw. De vrouw had licht blauwe ogen en golvend gouden haar.

"Welkom terug Ridley", zei de vrouw.

Ze keek Ridley met een, misschien een te vriendelijke lach aan.

"Je mag wel wat zeggen schat.", zei de vrouw.

"Wie... Wie bent u en waarom... Waarom ben ik hier?", stotterde Ridley.

"Weet je dat niet meer?"

"Ik ben bang van niet."

"Oh ja juist", zei Death, "Ik was vergeten dat de Wachters altijd hun slachtoffers hun geheugen wissen. Mijn naam is Death, Luke had dat waarschijnlijk al wel verteld."

"De Wachters?", vroeg Ridley verward.

"Je herinnert je helemaal niets meer over het bos, hé. Of de rivier? De stad?"

Ridley schudde het hoofd.

"Ik heb werkelijk geen idee over wat u het hebt."

“Je bent een fee Ridley, maar dat wist je wel", zei Death alsof het doodnormaal is.

Ridley moest wel een heel verbaasde blik gehad hebben, want een seconde later begon Death weer te praten.

“Ocharme, meisje toch, je weet echt niets meer hé?”

Ridley schudde haar hoofd. “Ik ben een fee.”, herhaalde Ridley in haar hoofd.

"Je moet zo snel mogelijk herstellen van de aanval van de Wachters want heel Faith is in gevaar."

"En wat kan ik daar aan veranderen?", vroeg Ridley bang.

"Je bent de beste van je leeftijd, en Luke hij is de beste van zijn leeftijd. Als jullie even samen trainen ben je snel weer in topvorm. En ik denk niet dat je dat een probleem vind.", Knipoogde Death.

"Oké… Denk ik."

"Ga nu maar snel terug want hij staat nog steeds te wachten.", zei Death.

"Bedankt om me meer informatie te geven, mevrouw."

"Graag gedaan, Ridley. En noem me alsjeblieft gewoon Death."

Ridley schonk Death nog een laatste glimlachje en draaide zich om naar de deur.

Toen ze bijna aan de deur was, ging deze automatisch open.

Ridley stapte de kamer uit en de deur sloeg met een hard bonk terug dicht.

Luke zat op de grond een beetje van de deur weg. Toen hij zag dat ze buiten stond sprong hij op.

"En wat heeft Death allemaal gezegd?", vroeg hij nieuwsgierig.

"Ze heeft me verteld dat ik een fee ben, blijkbaar hadden de Wachters, ja ik denk dat ze zo heetten, mijn geheugen gewist.", zei ze met een lachje.

"Maar wat ik me afvroeg", ging ze verder, "waarom dat jij me dat niet hebt verteld? Death zei dat ik met je moest trainen en dat ik dat niet erg zou vinden. Waarom zei ze zo iets? Is er misschien nog iets dat ik moet weten. Of ga je me dat ook niet vertellen?"

"Dat heb ik je toch al verteld, dat is niet mijn taak.", antwoordde hij rustig.

"Nee inderdaad." Death haar stem klonk luid en krachtig door de gang.

Waar komt zij vandaan?, vroeg Ridley zich af.

Luke maakte een kleine buiging, dus deed Ridley net hetzelfde.

"Vanaf nu", zei ze luid, "is het jou taak om Ridley te trainen tot ze klaar is om terug Faith te verdedigen."

"Jawel, mevrouw.", antwoordde Luke.

"Begin nu meteen, maar zorg er wel eerst voor dat Ridley een beetje te eten krijgt anders kan ze niet trainen."

"Dat zal ik zeker doen, Death."

En weg was Death.

FaithWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu