Moordvrouw: spelletjes

Deel 9

Menno en Fenna stapen uit hun auto. ze staan voor het huis van Vera Haverman. Het huis is groot. maar super onverzorgd. het tuinpad zit onder het groen. in het huis steken wat stenen uit. de tuin zag er uit alsof de bewoners van plan waren een jungle aan te leggen. Menno keek even naar Fenna en liep toen naar de voordeur. Fenna struikelde bijna over een loszittende tegel. Menno belde aan. de deur zag er slecht uit. hij was helemaal beschadigd. Opeens ging de deur open. In de deuropening stond een vrouw. Ze was enorm dik en had heel kort paars zwart haar. ze had een sigaret in haar hand. ''wat moeten jullie?'' vroeg ze. Fenna bestudeerde haar even. wat een asociaal mens zeg! ''eh ik ben Menno de Waardt, recherche dit is mijn collega Fenna Kremer. wij komen voor uw dochter''. ''oh kom binnen'' zei de vrouw en ze stapte opzij om ze door te laten. Fenna en Menno liepen naar binnen. het huis stonk naar rook. Ze liepen door naar de woonkamer. de woonkamer was 1 grote zooi. overal lag wat. dat wisselde zich af van eten en verpakkingen tot aan vuile was. ''ik wist niet dat er bezoek zou komen, anders had ik misschien een beetje opgeruimd'' zei de vrouw terwijl ze zowat dwars door Menno en Fenna naar de bank liep. Ze plofte neer. De bank kraakte van het gewicht dat hij te verduren kreeg. de vrouw zat ze even stom aan te kijken. ''oh koffie?'' zei ze. ''eh nee dankje'' zei Menno die al wat bekers had zien staan en het beter vond om over te slaan. ''mooi dat is op'' zei de vrouw. ''is Vera thuis?'' vroeg Fenna. ''nee'' zei de vrouw. ''waar is ze dan?'' vroeg Menno. ''zegt u het maar'' zei de vrouw. Fenna werd chagrijnig. ''uw dochter heeft waarschijnlijk iemand vermoord!'' zei ze. ''dat weet ik'' zei de vrouw. Fenna en Menno keken op. ''dat weet u?!'' zei Menno verontwaardigd. ''ja natuurlijk weet ik dat'' lachte de vrouw. Er kwam een man aanlopen. Fenna draaide zich om. Dat was vast de man des huizes. hij had oude kleding aan, een ongeschoren baard en rook naar rook. zijn haar zag eruit alsof hij 2 week terug pas had gedoucht. ''wat moeten die flikkers hier?!'' riep hij. ''ze zijn op zoek naar Vera'' riep de vrouw. Fenna was nu het liefst gewoon weggegaan. ze was zo blij dat Menno bij haar was. de man plofte op de bank. ''Vera gaan jullie hier niet vinden'' zei hij. ''waar is ze dan?'' vroeg Menno die zijn geduld begon te verliezen. ''naar school'' antwoorde de vrouw droog. ''dan zoeken we haar daar op'' zei Menno en hij wilde weglopen. ''met een wapen'' vulde de man zijn vrouw aan. ''wat?!'' riep Fenna. ''dat laten jullie gewoon toe?!!'' ''ja het was nog wel mijn idee'' lachte de vrouw. Fenna voelde het vuur in haar ogen staan. ''hoe is zij aan een wapen gekomen?!'' riep Menno. ''die heb ik haar gegeven'' zei de man. de 2 veroerden zich niet. ze vonden het helemaal niet erg dat hun dochter nu misschien wel op het punt stond om onschuldige mensen dood te schieten. ''hoe zit het met die wiskundeleraar? moest dat ook van jullie?'' zei Fenna. ''nou dat wilde ze zelf, wij hebben haar toestemming gegeven. het was ook gewoon een vervelende man'' zei de vrouw laconiek. ''u bent allebei aangehouden voor medeplichtigheid aan moord'' zei Menno en hij greep de man alvast van achter. Fenna belde om een arrestatie team en liep naar de vrouw. ze boeide haar en nam haar mee. Menno liep met de man achter haar aan. de 2 waren enorm aan het schelden. Er kwam al een wagen aanrijden die de 2 van ze over nam. Menno en Fenna sprongen in de auto en reden terug naar het bureau.