Hoofdstuk 2

315 26 15
                                    

Na die droom over Merisse, ben ik haar beginnen mijden. Ze kwam de dag daarna weer aan mijn tafel zitten, maar ik heb gedaan alsof ze niet bestond. Ze heeft verschillende keren geprobeerd een gesprek aan te knopen met me, maar ik negeerde haar gewoon.
De enige verklaring daarvoor was angst.
Maar nu begin ik spijt te krijgen. Wat kan zij eraan doen dat ze in mijn dromen verschijnt? Dat is haar schuld niet!
Dus ga ik bij Engels op de lege stoel naast haar zitten. Verbaasd kijkt ze me aan en ik glimlach.
'Hallo. Is het goed dat ik hier kom zitten?' vraag ik.
'Natuurlijk.' lacht ze. Ik zie nergens de duistere blik vanuit mijn droom. 'Wat was er mis?' vraagt ze een beetje ongerust.
'Niets, het spijt me.' antwoord ik oprecht. 'Vergeet het gewoon, het was niet persoonlijk bedoeld.'
'Oké, het is in orde.'
We kijken elkaar glimlachend aan en zeggen niets.
'O,' begint ze plots, heb jij je cursus van geschiedenis hier liggen? Ik moet nog heel wat dingen inhalen...'
Ik grijp naar mijn rugzak, maar bedenk dan dat ik hem thuis heb laten liggen. 'Nee, hij ligt nog thuis. Maar als je wilt kan je straks naar mij thuis komen, dan help ik je ook wel even met de andere vakken.'
Haar wenkbrauwen gaan omhoog. 'Meen je dat?' vraagt ze. Ik knik. 'Graag dan. En bedankt.'
'Graag gedaan.'
'Zeg, Yurena, ik wilde iets vragen. Heb jij...' Op dat moment komt onze leerkracht binnen en ons gesprek valt stil.

Na de laatste les wandelen Merisse en ik samen naar mijn huis. Hopelijk vinden mijn ouders het niet erg als ik haar even met wat vakken help. We lachen en praten. Ik begrijp niet dat ik bang voor haar ben geweest. Ze lijkt zo... breekbaar, doordat ze zo klein en mager is.
'Moet je niet aan je ouders laten weten dat je nog even naar mij komt?' vraag ik me af.
Ze zwijgt zo lang dat ik me bijna afvraag of ik iets verkeerds gezegd heb.
'Nee.' antwoordt ze ten slotte, waarmee het onderwerp afgesloten is. Ik bestudeer haar uitdrukking en er staat oud verdriet op haar gezicht. Er is beslist iets gebeurd in verband met haar ouders, te zien aan haar reactie als het over hen gaat. Als ze het erg vindt, ga ik er niet over doorvragen.
Als we binnengaan in mijn huis, merk ik plots dat Merisse met open mond is blijven stilstaan.
'Wat is er?' vraag ik geschrokken, terwijl ik snel rondkijk om te zien of mijn broer nergens een onderbroek heeft laten slingeren of zo, maar dat is niet zo. Er is niets vreemds te zien.
'Wow... ik... eh...' stottert ze. Dan herstelt ze zich. 'Mooi huis.'
Ik trek mijn wenkbrauwen op. Ik woon in een klein rijhuis en het is voor de verandering een beetje opgeruimd binnen. Als ik bij een vriendin op bezoek ga, ben ik het altijd die zich moet verwonderen. Niemand heeft mijn huis ooit indrukwekkend gevonden. In wat voor huis woont Merisse dan?! Ik vraag er maar niet naar.
We gaan naar mijn kamer. Die is klein maar gezellig met lichtblauwe muren, een witte kleerkast en bureau en een bed in de hoek. Mijn broer was in de keuken toen we binnenkwamen en mijn ouders komen straks pas thuis van hun werk. Mijn papa werkt op kantoor en mijn mama geeft les in het derde leerjaar en had nog een vergadering.
We gaan aan mijn bureau zitten en we schrijven alle cursussen over, wat op zich heel veel werk is. Als we alles gedaan hebben, besef ik pas dat het al bijna zeven uur is. Merisse heeft het blijkbaar op hetzelfde moment door.
'O, nee, sorry, is het al zo laat?' roept ze geschokt uit. Met haar grote donkere ogen kijkt ze me aan.
'Moest je al thuis zijn?' vraag ik geschrokken.
Ze blijft me aankijken en een ogenblik lang zie ik iets van een woedende blik in haar ogen, maar het is meteen verdwenen. 'Nee, ik moet niet naar huis, maar ik houd je van je huiswerk...'
'Maar nee!' lach ik. 'Huiswerk kan wel wachten. Hoe meer ik 's nachts te doen heb, hoe beter!' Ik bedoelde dat als ik 's nachts iets kan doen, ik dan geen rare dromen heb. En het was eruit gevlogen voor ik het besefte.
'Hoe bedoel je?' vraagt ze en ik hoor wantrouwen in haar stem, al weet ik niet waarom.
Ik probeer snel iets te verzinnen, maar ik ben nooit een goede leugenaar geweest dus erg geloofwaardig klinkt het zeker weten niet. 'Ik eh... ik lig vaak wakker 's nachts en ben dan blij dat ik iets kan doen. Huiswerk bijvoorbeeld!' Ik glimlach zwakjes en ze knikt. Eigenlijk had ik even goed gewoon kunnen vertellen over nachtmerries. Ik ben niet de enige ter wereld die enge dromen heeft. Alleen komen ze niet altijd uit bij iedereen... Maar toch voelde ik dat ik dat niet mocht zeggen.
Op dat moment wordt er opeens op de deur van mijn kamer geklopt. Na een seconde komt mijn mama binnen en haar gezicht staat vol verbazing als ze Merisse ziet. Ik spring recht.
'Eh, mama, dit is Merisse, een meisje van op school.' zeg ik.
Merisse staat twijfelend recht maar mijn mama loopt naar voor en steekt haar hand uit naar haar. 'Hallo, ik ben de mama van Yurena, maar dat had je al wel door, denk ik.' Ze lachen en schudden elkaars hand. 'Wil je graag blijven eten?' vraagt mijn mama vriendelijk, al weet ik dat het meer uit beleefdheid is dan dat ze het echt meende, want waarschijnlijk moet ze dan nog gaan winkelen omdat we niet genoeg eten in huis hebben voor nog een extra persoon.
'Nee, het spijt me,' antwoordt Merisse en ze schudt eens met haar lange bruine haar, 'maar ik moet nu echt naar huis. Maar toch bedankt!' Ze glimlacht met een lieve lach naar mijn mama en het lijkt alsof er iets niet klopt, al kan ik niet zo goed zeggen wat.
'Niet erg, een andere keer dan.' zegt mijn mama en ik kan duidelijk zien hoe opgelucht ze is.
'Ik ga naar huis, hè, Yurena.' zegt Merisse. 'En bedankt om me te helpen.'
'Graag gedaan.' antwoord ik en ik ga haar voor naar de deur.
Als ze vertrokken is, begin ik meteen aan mijn huiswerk, maar ben niet erg geconcentreerd. Er is echt iets dat ik over het hoofd zie, en dat gevoel is niet heel geruststellend.
Jammer genoeg krijg ik toch mijn huiswerk af voor het slapen en ik heb niets beters te doen dan gewoon in mijn bed kruipen. Na drie uur moeizaam wakker blijven val ik uiteindelijk toch in slaap. Er is geen droom, althans niet met beelden. Ik bevind me in een zwarte leegte en een zware en luide stem roept recht in mijn hoofd  en laat rillingen over mijn ruggengraat lopen.
Yurena Doaytez. Ons geheime en verborgen wapen. Je zal het misschien niet graag horen, maar je bent in groot gevaar. Een van onze zwervers is je onbewust genaderd en heeft hen bij jou geleid zonder het te weten. Die persoon kan nu gemakkelijk wegkomen zonder dat ze het doorhebben, omdat jullie ongeveer verwisseld zijn. Zij weten niet meer wie van jullie twee ze moeten hebben, omdat jullie er voor hen hetzelfde uitzien. Je moet daar onmiddellijk weg want je kunt de verwisseling nog voorkomen. Als je morgenvroeg nog bent waar je nu bent, hangt je leven aan een zijden draadje. Alleen als de tweeling herenigd is, zijn ze het dodelijkst. Maar degenen die het dichtst bij haar verwant zijn, haat ze het meest. Word nu wakker, voor het te laat is.

Als ik wakker word, spoken er een aantal dingen door mijn hoofd.
1. Mijn achternaam is niet Doaytez of zoiets.
2. Ik? Een wapen in gevaar? Waar gaat dit zelfs over?!
3. Waarom moet ik hier weg en wie is die zwerver?
4. De droom duurde langer dan ik dacht en als mijn leven echt in gevaar is als ik hier morgenvroeg nog ben, mag ik me gaan haasten!

En als laatste: ik ken die stem. En ik heb er allesbehalve goede herinneringen aan...

Nothing to lose (#1)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu