Ik word teruggezogen in de tijd en ben weer een klein meisje van zes. Ik ben tijdens de vakantie op uitstap met mijn ouders en broer naar een oude ruïnestad. Plots komt er vlak naast me een man uit de schaduwen van een vervallen gebouw. Hij is gekleed in vodden, heeft lang haar en een baard en is minstens in de zeventig. Ik schrik van hem en doe een stap achteruit, waardoor ik tegen mijn broertje van vijf loop en hij bijna valt. De oude man grijpt mijn arm vast en ik schreeuw het bang uit. Gelukkig doet mijn papa een stap naar voren en trekt me los.
De man begint ongestoord te praten tegen me, alsof hij niet eens gemerkt had dat mijn papa woedend voor hem staat. 'Meisje. Het meisje. Jarenlang heb ik gewacht tot je kwam. En hier ben je. Ik heb...' Ik luister verward, maar mijn papa grijpt mijn arm beet en sleurt me mee, terwijl hij tegen me fluistert dat ik niet op die ouwe zot moet letten of zoiets. Ik kijk over mijn schouder en de man staat in het midden van de weg, terwijl hij roept: 'Ik heb een boodschap voor je! Vertrouw niemand en al zeker jezelf niet! Je bent geen mens! Je...' Dan waren we te ver weg om nog iets te kunnen horen, maar ik meende het woord 'monster' te hebben gehoord.Jarenlang heeft die gebeurtenis me dwars gezeten. Vlak daarna hebben mijn ouders gezegd dat de meneer een beetje gek was en me een ijsje gegeven om 'alles te vergeten'. Maar echt nooit zou ik dat vergeten! Ik kon me er nog amper iets van herinneren, maar nu ik zijn stem - het was echt zeker weten zijn stem - weer heb gehoord, komt alles terug. Ik voel weer de angst en verwarring van toen. Ik voel weer de paniek van mijn ouders, die niet wisten waarom ik werd aangesproken door een oude man. De dromen hebben het me terug laten zien en het maakt me bang. Als dezelfde stem zegt dat ik geen mens ben en niemand mag vertrouwen en dan ook nog dat ik een wapen ben en moet oppassen voor een zwerver, kan ik daar maar één ding uit afleiden: mijn leven is in gevaar en als hier weggaan wilt zeggen dat ik blijf leven, dan moet ik dat doen! En wel nu meteen, voor het licht wordt. Ik kijk op de klok. Het is half vijf. Normaal gezien begint het rond zeven uur licht te worden deze tijd van het jaar. Op twee en half uur geraak ik wel redelijk ver als ik mijn fiets neem... Misschien kan ik wel 40 km fietsen. Dat moet genoeg zijn! Ik kleed me muisstil aan zonder licht, ga snel met mijn vingers door mijn haar en ga op de tast op zoek naar voorwerpen die ik nodig kan hebben. Een dikke trui, mijn winterjas, stapschoenen. Ik zie mijn gsm liggen op mijn bureau, maar laat hem liggen, wat als ze mijn gsm kunnen opsporen? Beneden in de keuken neem ik een flesje water, een pak beschuitjes en een appel mee en prop al mijn spullen in mijn rugzak voor school, waar ik snel alle boeken uitgesmeten heb. Ik loop nog snel naar mijn kamer om een zaklamp te pakken en sluip dan naar de achterdeur, waarvan de sleutel op de deur zit. Wat staat me nu te wachten?
Ik pak mijn fiets naast het huis en spring erop. Eenmaal op straat word ik gelukkig wat bijgelicht door de lantaarnpalen, anders was ik sowieso gevallen! Ik denk even na en besluit dan toch naar het noorden te rijden. Waarom precies weet ik niet, maar ik voel dat het juist is en deze dagen moet ik gewoon even op mijn gevoel vertrouwen. Ik werp nog een laatste blik - hopelijk niet voorgoed - op mijn huis en begin dan te trappen, weg van het gevaar. Of er juist naartoe.
JE LEEST
Nothing to lose (#1)
ParanormalWat zou jij doen als je verwisseld werd met iemand die je niet bent? Als er opeens jacht op je wordt gemaakt terwijl je niets misdaan hebt? Als je je vijanden probeert duidelijk te maken dat ze de verkeerde persoon te pakken hebben, maar dat niemand...