Hoofdstuk 16

92 13 3
                                    

Iedereen kijkt me met open mond aan en ik spring vol verontwaardiging recht.
'Wat?' roep ik door de hele ruimte. 'Waarom willen jullie me dood als ik niets gedaan heb?'
Zowat de helft van alle aanwezigen wilt daar tegenin gaan, maar Mara schreeuwt dat iedereen moet zwijgen.
'We willen je helemaal niet dood,' probeert Mara me gerust te stellen, maar ik zie in de ogen van de anderen dat zij daar anders over denken. 'Je gaat het leven van je broer redden, is dat dan niet belangrijk voor je?' Ik zwijg om niet te moeten toegeven dat ze gelijk heeft. Ik heb altijd gezegd tegen mezelf dat ik mijn leven zou geven voor hem. Nu ik de kans krijg, moet ik die ook aannemen.

'Helemaal alleen geraak ik dit bos nog niet uit!' werp ik toch tegen.

Mara knikt begrijpend en kijkt naar Donovan. 'Jij gaat met haar mee.'

Donovan wijst met zijn vinger op zijn borst. 'Ik?'

Mara knikt.

Nu is het zijn beurt om verontwaardigd te zijn. 'Ik ga niet met haar,' dat laatste spuwt hij bijna uit, 'mee naar haar stomme, kleine broertje om waarschijnlijk dood te gaan! Zoek maar iemand anders!'

Als ik niet omringd was geweest door een vijftigtal mensen, was ik ter plekke in huilen uitgebarsten. Nu kijk ik hem alleen even vuil aan, maar hij beantwoordt mijn blik niet, alsof hij zich toch enigszins schuldig voelt.

Mara loopt rustig naar Donovan toe en trekt hem mee naar het enige plekje waar iedereen angstvallig wegblijft. De hoek waar de tafel staat waarop het lichaam van Merisse ligt.

Ik doe enorm mijn best om niet aan haar te denken en terwijl iedereen in spanning afwacht wat er gaat gebeuren, slaat Lynka een arm om me heen en pakt James mijn hand vast. Ik schenk hen een waterig glimlachje en slaak een diepe zucht. Als ik terug naar Mara en Donovan kijk, zie ik zijn blonde haren op en neer dansen terwijl hij knikt. Hij is knap, dat kan ik niet ontkennen. Maar als hij meegaat heb ik nog minder kans op overleven dan als ik alleen ga.

Na nog eens tien seconden lopen ze samen naar het midden van de groep. Iedereen kijkt hen afwachtend aan.

'Hij gaat met je mee, Yurena.' deelt Mara mee en ik schiet bijna in de lach door het feit dat hij zo snel te overtuigen was. Donovan zelf trekt een zuur gezicht, alsof hij weet dat het niet anders kan.

'Wij gaan ook mee.' besluit Lynka ineens en ze staat recht. 'James en ik.' James knikt.

'Nee,' antwoord ik, 'niet doen.'

Maar Mara gaat al akkoord. 'Goed,' zegt ze, 'Nog kandidaten?' Ze gaat te snel akkoord. Niemand reageert. 'Oké, dan geef ik een samenvatting van deze vergadering: Yurena, Donovan, Lynka en James hebben de toestemming om Huis Vier zonder zwerverschap te verlaten. Dat wilt zeggen dat ze na het volbrengen van hun missie, de broer van Yurena halen, meteen moeten terugkeren. Niemand van Huis Vier is verantwoordelijk voor de eventuele dood van een van jullie. Gaan jullie akkoord en zweren jullie terug te keren?' Ze kijkt ons streng aan.

'Laat ons nu maar gewoon gaan, oké?' zucht ik.

Mara lacht, wat me een beetje misselijk maakt. Hoe kun je nu lachen in deze situatie? 'Jullie hebben minder dan vierentwintig uur om jullie klaar te maken. Morgenvroeg bij zonsopgang moeten jullie vertrekken. Iedereen kan gaan, de vergadering is gesloten.' Bij die woorden strompelt iedereen terug naar de lift. Wij vieren blijven achter.

'Korte vergadering in mijn kamer.' zegt James en we proppen ons nog bij in een overvolle lift. Zijn kamer is een verdieping hoger dan de mijne en hier zijn de muren van de kamers blauw in plaats van groen. Blijkbaar vindt James dat een afschuwelijke kleur, want hij heeft goed zijn best gedaan om de muren vol te plakken met posters, foto's en tekeningen. Het bureau is helemaal leeg en het bed is keurig opgedekt. Op het nachtkastje staat alleen een enorme vijfliterfles water.

James laat zich op het bed ploffen en wij volgen zijn voorbeeld. Ik ben er me veel te hard van bewust dat Donovans been tegen het mijne ligt en probeer het met veel moeite te negeren.

'Als we elkaar vertrouwen en kunnen samenwerken, gaan er niemand dood.' zegt Lynka aarzelend. Ineens kijken ze alle drie naar mij. Ik zucht.

'Kijk,' zeg ik, hopelijk voor de laatste keer, 'Jullie kunnen mij vertrouwen. Ik heb Merisse niet vermoord. Ik deed wat ik moest doen en dat was de verwisseling verbreken.'

Zonder enige waarschuwing staat Donovan recht en loopt de kamer uit.

'Ik ga met hem praten, ben meteen terug,' fluistert Lynka en laat James en mij alleen achter.

'Wij geloven je,' verzekert hij me. Ik knik dankbaar.

'Waarom ga je mee als je Donovan haat?' vraag ik me luidop af.

Hij haalt zijn schouders op. 'Voor jou. Zodat die sukkel je geen pijn kan doen.'

'Je gaat me dus beschermen?' vraag ik.

'Helemaal!' lacht hij, maar ik kan zien dat hij het meent.

'Wat is je gave?' vraag ik opeens serieus.

'Ik ben uitzonderlijk goed in vechten, zonder ooit training te hebben gehad.' Hij glimlacht, alsof hij zich iets leuks herinnert.

'Kan nu wel van pas komen, denk ik.'

We kijken elkaar aan.

'Wat is de jouwe? Als ik het mag weten, tenminste.' vraagt hij nieuwsgierig.

'Toekomstdromen, maar ik ben mijn gave kwijtgespeeld toen ik naar hier kwam.' zucht ik.

'Donovan heeft hetzelfde, maar hij kan het nog wel. Hij zou je kunnen helpen.' Het klinkt alsof het idee hem niet echt bevalt.

'Waarom denk je dat hij mee moet?'

James knikt peinzend op het moment dat de deur opengaat.

Lynka komt binnen met haar hand op haar linkeroog. We springen allebei recht.

'Wat heeft hij gedaan?' roep ik. Ze haalt haar hand van haar oog en ik zie een paarsblauwe plek die zich langzaam uitbreidt over de hele linkerhelft van haar gezicht. Mijn mond valt open en ik word razend, terwijl ik al naar de deur ren om Donovan te gaan zoeken.

'Nee! Yurena, niet doen! Blijf hier.' schreeuwt Lynka en ik kijk haar boos aan.

'Hij heeft je geslagen!' roep ik terug.

'Nee, het was mijn schuld. Ik gebruikte mijn gave op hem. Wat hij deed was alleen zelfverdediging...'

Ik blijf staan. 'O. Wat is je gave dan?'

'Ze kan mensen hun gevoelens beïnvloeden.' zegt James.

Lynka knikt. 'Ik probeerde hem tot rust te brengen.'

Ik omhels haar en James legt een nat washandje op haar gezicht. Ik vind het zo erg voor haar.

Maar ze glimlacht naar ons. 'Het goede nieuws is: het heeft gewerkt. Zijn woede voor jou is gezakt en hij gaat zeker weten mee.'

Ik glimlach triomfantelijk naar haar. Als vanaf morgen mijn leven en dat van mijn vrienden elke seconde op het spel zal staan, is het toch niet zo'n ramp als ik nog voor even gelukkig ben?

Nothing to lose (#1)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu