De Narniaanse raad part 2

15 0 1
                                    

Na de vraag van graaf Geoffrey werd het doodstil aan de tafel. Niemand durfde te spreken en allemaal keken ze hun koning aan. Caspian zijn gezicht trok wit weg. De vraag dreunde door in zijn hoofd. Hoeveel familie heeft u nog over koning Caspian. Wat een wrede vraag om te stellen aan iemand wiens familie is uitgemoord. Caspian wist dat hij geacht werd om te reageren maar hij kon niks uit zijn mond krijgen. Hij keek op en zijn ogen ontmoete de sluwe ogen van de graaf.

Op dat moment, gelukkig voor Caspian hoefde hij niet te reageren want de graaf zelf ging verder. Naar mijn weten heeft u geen naaste familie meer koning. En wat is een land met een koning zonder familie? Iedereen wist het antwoord en toch durfde niemand wat te zeggen. En land met een koning die geen naaste familie had was een land zonder troonopvolger. Wat zou er van Narnia terecht komen als de koning geen troonopvolger zou voortbrengen. Zou er weer iemand opstaan die net zoveel liefde voor Narnia en de Telmarijnen had als koning Caspian? Zou er iemand zijn die daartussen de verbindende factor zou kunnen zijn.

Graaf Geoffrey was nog niet klaar. Hij voelde dat hij zich op glad ijs begaf. Hij voelde dat dit niet een sociaal gewenste vraag was. Maar graaf Geoffrey had een eigen agenda en moest deze vraag stellen.

Caspian herstelde langzaam van de schok die de vraag met zich meebracht. Hij had even de tijd gehad om over zijn antwoord na te denken. Nee, ik heb geen naaste bloedverwanten helaas zijn die lang geleden van mij afgenomen. Wat ik wel heb is familie, een familie die me is afgenomen. Maar daar wilt u vast niks van weten. Ik hoop dat ik hiermee uw vraag heb beantwoord.

Graaf Geoffrey lachte sluw. Jazeker heeft u dat. Alleen wil ik er wel even op doorgaan. U heeft geen naaste bloedverwanten wat helaas hele nadelige gevolgen heeft voor uw nalatenschap. U moet ooit dit land doorgeven aan een van uw nakomelingen. Maar koning Caspian hoe gaat u dat doen zonder kinderen?

Caspian wist waar graaf Geoffrey op doelde, hij wilde aansturen op een huwelijk. Een huwelijk tussen Caspian en een geschikte huwbare vrouw. Wat Caspian echter niet begreep was wat de graaf hier zelf voor baat bij had. Caspian hoefde niet lang op zijn antwoord te wachten de graaf gaf die namelijk zelf al. We hebben volgens mij twee mogelijkheden. De eerste zou voor u en uw land het gunstigst zijn in mijn beleving. Deze keuze houdt in dat u zou moeten trouwen en dan natuurlijk met een geschikte huwbare kandidate. De tweede optie zou zijn dat u niks doet. Maar aan deze keuze hangen grote consequenties, namelijk als u sterft kan u uw nalatenschap niet doorgeven. Wat als gevolg zal gaan hebben dat er meerdere mensen zich geroepen gaan voelen om over dit koninkrijk te gaan regeren. Wat zal er dan van Narnia terecht komen vraag ik u. 

Al die tijd zat Caspian stil te luisteren. Er werd hem niks nieuws verteld. Hij wist dit. Hij wist dit vanaf het moment dat de Pevensie kinderen door de magische boom waren gelopen. Ooit zou hij voor deze keuze gesteld worden, hij had alleen niet verwacht dat het al zo snel zou zijn. Als hij heel eerlijk naar zichzelf keek was er maar één iemand met wie hij zou willen trouwen. En die persoon was zeker niet hier en zou ook nooit meer hier komen.

Graaf Geoffrey zat voldaan achterover in zijn stoel. Hij had iets in de week gezet. Iets waar iedereen over na zou gaan denken. Hij wist dat al deze mensen en beesten (zoals hij de Narniërs graag noemde) het uiteindelijk met hem eens zouden zijn. Graaf Geoffrey had echter een hele speciale reden waarom hij zo bezorgd was over het nalatenschap van Koning Caspian, hij wilde namelijk een wel heel bijzondere kandidate voorstellen. Iemand die hij heel goed kende. Cecilia een prachtige jonge vrouw met asblond haar en licht grijze ogen. Prachtige gelaatstrekken die ze van haar vader had geërfd.

Terug in de wereld waar de Pevensie kinderen oorspronkelijk vandaag kwamen stonden de kinderen te wachten op de professor. Ze stonden er al minimaal een uur en de professor of zijn huishoudster waren nog steeds niet langs geweest om hen op te halen. Peter degene die altijd het snelst zijn geduld verloor werd al behoorlijk chagrijnig. Edmund die heen en weer aan het lopen was deels uit verveling en deels van de zenuwen kreeg op een niet mis te verstane manier van Peter te horen dat hij moest gaan zitten of stil moest blijven staan.

Peter die het wachten nu echt zat was wilde net zijn mond opentrekken toen hij het geluid van paard en wagen in de verte hoorde. Dat zal hem zijn. Bijna niemand in het Engeland van toen reed met een paard en wagen. De meeste mannen waren al niet meer in Engeland. De meeste mannen waren uitgezonden. Verwikkeld in een strijd die nog lang niet uitgestreden was. Lucy die het ook hoorde riep van verrukking de professor zijn naam. Peter werd meteen wakker uit zijn overpeinzingen. De professor gilde Lucy het is de professor. Alle Pevensie kinderen stonden op om naar de kant te kijken waar het geluid vandaan kwam. En inderdaad daar kwam wat aan. Alleen was het niet de professor. Het was een andere man. Één man was misschien wel een groot woord het was een jongen van Peter zijn leeftijd. Veel ouder dan achttien zou hij in ieder geval niet zijn. De jongen stopte voor de Pevensie kinderen en keek lachend op. Zijn jullie Peter, Susan, Edmund en Lucy? Peter knikte bevestigend en keek de jongen wantrouwig aan. Wie mag jij dan wel zijn vroeg hij. Ik ben Gideon antwoordde de jongen. En ik kom jullie namens professor Kirke ophalen.

De koningen en koninginnen van Narnia Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu