De dag begon als alle anderen, met de wekker,
Ik stap uit bed, al ligt mijn bed nog zo lekker.
Welke plannen heeft de dag voor mij gemaakt?
Heeft mijn depressie zijn gevecht gestaakt?Dan de douche, die mij warm omhelst,
Die ook niet weet wat het leven behelst.
Met het schuim in mijn haren,
Terwijl mijn ogen naar niets staren,En het water romdom mijn naakte lijf dampt,
Komt een besef dat over mijn optimisme stampt.
Het willen, kunnen en doen zijn drie dingen,
En soms kan het stomme moeten dwingen.Dan is er geen ruimte om te willen,
Krijgt kunnen een pak voor de billen,
Omdat doen gewoon moet om niet te falen.
Zit ik aan het einde van de dag te balen,Dat Moeten mijn dag heeft geregiseerd,
Dat Willen volledig is gepasseerd.
Dat Kunnen wel moest doen wat gedaan moest worden,
Dat ik soms door moet met een kop achter vele borden,Om het einde van de dag te halen zonder scheuren in mijn kleren,
Dat ik van al die lessen en momenten het juiste heb kunnen leren.
Zuchtend spoelde ik mijn haren uit,
Nam op dat moment een besluit.Wat moet, dat moet, maar ook zal ik zorgen,
Dat ik vandaag doe wat ik wil, en niet morgen!
JE LEEST
Gedichtenbundel
Thơ caHierin verschijnen gedichten die ik geschreven heb. Sommige zullen misschien (deels) in mijn boeken te lezen zijn. Het zijn vooral mijn gedachten en emoties die je leest. Het is kwetsbaarder dan mijn verhalen.