Hoofdstuk 9

7 5 0
                                    

De golven doomde boven ons uit en sloegen in op het dek, ik zette me schrap maar voelde uiteindelijk nooit hoe de golven op me insloegen. In plaats daarvan was alles droog en kristal helder. Ik opende mijn ogen om te zien hoe andere bemanningsleden over boord werden gesleept, hun angstkreten stonden in mijn geheugen gebrand. Ik wilde nog achter ze aan rennen, hopend dat ik minstens één van hen nog op tijd kon pakken, maar gleed uit op het natte hout waardoor mijn hoofd met een nare klap op de vloer terecht kwam. De wereld tolde toen ik op probeerde te staan, alsof het deinzen van de golven niet genoeg deed voor mijn evenwicht. 


'Maris, pak aan!' Het had even geduurd voordat ik wist wat ik in mijn handen had, de houten kolf was zwaar en koud in mijn trillende handen. Ik wist niet eens hoe ik moest schieten, laat staan of ik iets kan raken. Maar het duurde niet lang voordat ik dat was vergeten. Een wezen van steen met ogen die alles leken te kunnen doorboren kwam vanuit de golven tevoorschijn. Hij was groot genoeg om met zijn torso boven het water uit te komen. Ons schip was een mier vergeleken de stenen muur voor ons.


Er klonk een knal, mijn vader begon als een idioot op het wezen te schieten terwijl het om zich heen sloeg. Naar als wat bewoog en geluid maakte. Het was klaar om uit te halen en de adrenaline gierde door mijn lijf. Wetend dat ik nergens heen kan, hopend dat ik minstens de vuist kon ontwijken en goed terecht zou komen in het water. Mijn vader schreeuwde naar me, maar de wind nam zijn woorden mee en alles leek te veel te zijn.


De impact deed niet zoveel zeer als ik had gedacht, behalve de pijn in mijn nek en mijn armen die vol splinters zaten nadat ik mijn gezicht er mee had beschermd, kwam ik aardig ongedeerd het water in. Ik hapte naar adem toen ik boven kwam, het duurde even voordat ik weer wat kon zien met al het zout in mijn ogen. Het water was ijskoud en rood, bemanningsleden zwommen en dreven in het rond. De klap had ons schip in tweeën geslagen en nu was ons enige soort van houvast aan het zinken. Mensen gilde, schreeuwde en even wilde ik alleen maar zinken. Ondergaan en niets van boven te hoeven horen of mee te maken.


Alles was donker, er was amper leven onder het water opperlak, zelfs de vissen waren weggevlucht voor wat zich boven de zeespiegel afspeelde. De explosies van vuurwapens verlichtte soms mijn onderwater wereld. Voorwerpen en ledematen zochten zich langzaam een weg naar beneden. Mijn maag voelde zwaar, leek zich om te keren bij de gedachte dat dit is hoe alles eindigt.


Ik had niet gedacht dat je onderwater kon huilen, maar om eerlijk te zijn had ik het ook nog nooit geprobeerd. En toch wist ik dat ze er waren, wist ik dat ze zich met het water om me heen mengde. Zout met zout, op dat gebied paste de twee lichamen water perfect bij elkaar. Ondanks dat ik zonder moeite weer naar boven kon komen, wist dat een paar slagen genoeg waren om weer lucht te kunne happen bleef ik zinken. Liet ik mezelf zinken. Ik had nooit écht voor een god gebeden, nooit een god gehad om voor te beden maar op dat moment was zijn naam het enige dat over mijn lippen kwam, ook al werd het tegengehouden door het water. Ook al wist ik dat hij me niet kon horen.


'Afon.' Het werd koud om me heen, de zee lag stil, als een dode man, afgezien van alles en iedereen dat in het water was. Er was geen beweging in te krijgen. En toen kreeg ik lucht, het zonlicht schitterde door het water oppervlakte dat nog steeds om me heen zat. Ik liet mijn handen vol ongeloof er over heen glijden, het was glad en onaangenaam. Mijn vingertoppen waren in een oogwenk rood geworden. Dit was de eerste keer dat ik ooit ijs heb gezien, laat staan aan heb geraakt.


De wereld leek ineens een stuk lichter toen ik om me heen zocht naar een bekend gezicht, wetend dat minstens één van hen er zal zijn. Het duurde niet lang, zijn charmante grijns was onmiskenbaar, hij droeg hem zelfs toen hij de titaan aanviel met ijspegels die braken bij de impact op het wezen zijn huid. Het ijs droop van zijn lichaam af en vormen een platform op het water, gaf me iets om op te staan, ondanks de instabiliteit was het beter dan niets.

Verdrink meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu