Hoofdstuk 6

152 17 1
                                    

De volgende ochtend word ik schreeuwend wakker. Mijn been gloeid van de pijn. Ik hoor gestommel op de gang en er komt een verpleegster binnen. Ze duwd een koude doek tegen mijn bovenbeen. Een tweede verpleegster slaat de deken van me af en legt mijn been recht. Opgelucht haal ik adem. De verpleegster die de doek vast houd glimlacht. "je kunt ons altijd roepen als er iets is" zegt ze "ik ben Sara, en dat is Eva". Ik knik. Als de zusters weg zijn zucht ik eens diep. Dit gaat nog een lange, saaie tijd worden...

*een sprong in de tijd, 2 maanden verder*

Met een zucht zet ik mijn bord terug op het dienblad en duw me zelf overeind. Ik pak mijn krukken en hinkel naar de deur. Die gaat net open. De verpleegster komt binnen en glimlacht naar me. "ik wou even naar de speelkamer" zeg ik. Ze knikt als goedkuering en ik hinnikel verder. Door de gang naar een grote kamer met allemaal kinderen. Met een kreun laat ik me op de bank vallen. Een meisje van mijn leeftijd komt naast me zitten. Ik ken haar niet. "hoi, ik ben Emma" lacht ze. Ik glimlach. "ik ben Lulu". "leuke naam, zit je hier al lang?" vraagt ze. Ik knik "2 maanden". Ze kijkt me verbaast aan. "waarom, je been is toch alleen gebroken?" vraagt ze verbaast. Ik schud mijn hoofd. Dan vertel ik het hele verhaal. Als ik over Sagira vertel schieten mijn ogen vol tranen. Emma glimlacht bemoedigend. Ik glimlach terug en veeg de tranen weg. Dapper vertel ik verder. Als ik klaar ben zucht Emma diep. "wauw, wat een vreselijk verhaal" verzucht ze. "was het maar een verhaal". Ik kijk haar treurig aan. Ze grinnikt. De rest van de middag praten we over van alles en nog wat en langzaam ontstaat er een vriendschap.

alleenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu