Hoestend en proestend werd ik wakker. Ik nam een enorme hap lucht en schoot overeind. Mijn borst kromp in een enge stuiptrekking ineen, en ik ging kreunend van pijn weer liggen. Alles om me heen was wit, en de felle, reine kleur deed pijn aan mijn ogen. Ik kneep ze tot spleetjes, en probeerde voorzichtig te ademen. Toen pas merkte ik dat ik helemaal vastgesnoerd was. Allerlei slangetjes gingen in en uit me, en ik wilde eigenlijk niet eens weten wat ze daar deden. Mijn hand ging naar een van hen, en ik pakte het dunne, doorzichtige buisje tussen duim en wijsvinger. Ik gaf er een harde ruk aan, en schreeuwde. Dat deed pijn! Meteen zwaaide er een deur open, en een vrouw in een wit pak en felblauwe haren rende naar me toe. Ze beukte me bijna terug op de harde tafel waar ik op lag, en duwde ruw de naald met het slangetje weer in mijn arm. Ze keek me woedend en een beetje inschattend aan, en ik keek hetzelfde terug. Een kunstmatig gebruinde hand werd op mijn voorhoofd gelegd, en ze drukte mijn hoofd naar beneden zodat ik haar niet meer aan kon kijken, maar alleen nog maar nutteloos naar het smetteloze plafond te staren. Ik voelde iets ijskouds dat mijn nek aanraakte en niet meer losliet. Het volgende moment sloeg er iemand met een deur, en ik was weer alleen. Maar niet voor lang. Toen ik mijn hoofd weer probeerde op te tillen vanuit de ongemakkelijke positie waarin ik lag, merkte ik tot mijn schrik dat dat niet kon. Er zat een brede, metalen ring om mijn nek, die meteen alle lucht uit me perste als ik mijn hoofd ook maar één millimeter ophees. Ik mepte woedend met mijn vuist op de tafel, en toen sloot het besef zich als een kille hand om mijn hart. Ik wist waar ik was. Het Capitool. Holy. Shit.
Het is wel opvallend, als je erover nadenkt. Het Capitool is zó verschrikkelijk machtig, dat ze makkelijk alle Districten van Panem gelijk aan elkaar konden stellen en een vredig Imperium konden vestigen. Maar nee. Ze gebruiken hun macht liever om anderen te commanderen en te martelen. Of zoals ze het zelf noemen: Het gezag in eigen hand hebben. Weer van die dure taal waar ik een hekel aan heb. Dan zou ik ze met alle liefde een mes in de schedel jagen. Sorry voor de taal, maar het is waar. Ik kan er niet over liegen. Maar goed, genoeg sarcastisch geweest. Terug naar het verhaal.
Bij het kraken van de deur, misschien daarvoor zelfs al, wist ik al wie er in de deuropening stond. Het zweet brak me al uit, voordat hij ook maar een voet over de drempel had geplaatst. Ik worstelde zo onopvallend mogelijk, maar die ijzeren ring om mijn nek blokkeerde elke mogelijke ontsnappingspoging. Ik was een hulpeloze rat in de val. Zo gaat die uitdrukking toch? Ik huiverde toen ik de veel te zachte, kille aanraking van zijn vinger voelde. Hij streelde kort over mijn wang, maar het was alles behalve een liefdevol gebaar. Zijn gezicht verscheen boven het mijne, en zijn blauwe ogen sneden me gelijk doormidden, en leken mijn gedachten te lezen. President Snow. De enige man die ik vreesde. Niet doordat hij ooit iemand wat had aangedaan, maar gewoon door zijn macht. En het feit dat hij zo sluw was als een slang, natuurlijk. De mondhoeken van zijn volle, rode lippen waren nog verder naar beneden gedraaid als de puntjes van een halve maan. Zijn ogen priemden naar me, en op zijn anders zo perfect gekleurde wangen, verscheen een blos van woede. Ja, hij was werkelijk furieus. Misschien nog wel erger. Normaal gesproken was ik achteruit gedeinsd, en had ik mijn hand om het heft van mijn mes geklemd, maar in deze positie ging dat nogal moeilijk. ‘Lyra Thompson.’ Sprak hij, en zijn stem leek meer op het gesis van een demonisch wezen, dan op die van een normale, oude man. Ik slikte toen zijn hand naar mijn donkere haren ging. Hij greep een dikke pluk, en trok mijn hoofd omhoog. Ik kokhalsde, kreunde, en hapte herhaaldelijk naar adem. Ik kreeg geen lucht. De metalen ring blokkeerde iedere poging tot ademhalen, en ik was bang dat ik snel het bewustzijn zou verliezen. Mijn oren waren dan ook gespitst toen de man sprak: ‘Je opdracht was om haar te doden. Doe dat, of ik zal je niet zo makkelijk laten gaan.’ Hij liet mijn haren los, en mijn hoofd bonkte hard op de tafel. Ik werd opslag duizelig, en hijgde zwaar. Maar ik leefde nog. Ik concludeerde dat de President alweer bij de deur was. God zij dank. Maar hij liet me desondanks, na alles wat ik voor hem al geriskeerd had, achter met de meest beangstigende woorden die ik ooit had gehoord. ‘Een kans. Dit je laatste, 12.’ En met die woorden verliet hij de kamer. Ik zuchtte, en sloot mijn ogen tegen de tranen die tegen mijn oogleden duwden.
JE LEEST
Trapped - A Hungergames fanfiction
FanfictieIk ben Lyra Thompson. Ik ben 18 jaar. Dit is mijn verhaal. Ik zit al vast in de Arena sinds de derde Kwartskwelling, die een jaar terug eindigde in een ramp. Iedereen weet van de 24 Tributen die deelnamen. Maar niemand weet van mij. De 25ste kandida...