Hey hey, daar ben ik weer. Dit keer is het niet zo lang geleden gelukkig. Ik kon jullie niet laten wachten, niet nu het zo ontzettend spannend was :D! Hopelijk geeft dit stukje een beetje voldoening?
Love, Sabine
-_-_-_-_-_-
Lucy keek gebiologeerd naar wat Sem en haar in de lucht hield. Het waren twee gigantische vleugels. Samen wel drie keer zo lang als dat Sem groot was. De zwarte veren waren geordend alsof ze één voor één met een pincetje erin waren gestoken en leken zo zacht als poeder. Desalniettemin zorgden ze voor stevige slagen die de twee in de lucht hielden. De luchtverschuivingen gleden langs Lucy haar wangen en af en toe was een eentje bij die sneed. Maar dat deerde niet. Ze was weg van Athan.
Al snel waren de soldaten niet meer dan mieren op het aardoppervlak. Klein, hulpeloos. En Lucy kon zich niet gelukkiger prijzen. Ver, bij het einde van de horizon begon de zon te zakken en de lucht er rond kleurde zich paars, geel en rood. Het was schitterend om te zien en even vergat ze dat ze nog steeds in de armen van Sem bungelde en dat als hij haar los liet ze te pletter zou vallen tegen de ruwe grond. Maar hij liet haar niet los. Hij had zijn armen stevig onder haar oksels gepositioneerd en droeg haar alsof ze een blaadje was.
Toen het bos veranderde in bergen en Lucy volkomen gedesoriënteerd was, daalde Sem en begonnen zijn vleugels kleinere slagen te maken. Lucy’s tenen raakte de grond en niet veel later waren ze allebei weer met beide benen op de met takjes bedekte aarde. Voor hun lag een grote met struiken omringde rots. Het gesteente had een grijze tint die Lucy nog nooit had gezien. Het was geen grijs, geen blauw, noch zwart. Maar toch leek het soms wel die kleuren gloed te hebben.
Sem zei niks en schoof een struik aan de kant die een diepe spleet in de rotswand verhulde. Zijn vleugels waren ondertussen opgevouwen, maar toen Lucy goed keek zag ze dat ze langzaam verdwenen. Hij ging op zijn handen en knieën zitten en wurmde zich door de spleet heen. Het ging maar net en op sommige stukken moest hij zijn adem inhouden. Toen hij uit het zicht verdwenen was had Lucy niet veel keus en besloot hem maar te volgen. Haar ging het iets makkelijker af, maar ze was dan ook een klein meisje.
Eenmaal binnen verwachtte ze een grot te zien met misschien een kampvuur, maar dat was absoluut niet het geval. De muren waren wel van steen, maar waren kaarsrecht uitgehouwen en maakte van de ruimte een kubus. Een kampvuurtje werd vervangen door een grote openhaard die de hele ruimte verlichtte. In het midden stond een grote tafel met mooie houten stoelen. Alles deed haar denken aan een echt huis. In de hoek die net niet meer goed verlicht werd door het haardvuur stonden bedden. Zes welgeteld. Ze waren allemaal voorzien van een dikke deken en een kussen. Lucy keek haar ogen uit toen ze de glinsterende kristallen aan het plafond zag. Ze straalden blauw en paars licht uit en waren mooier dan alle sterren aan de hemel.
Veel tijd om ze goed te bekijken kreeg ze niet want in haar ooghoek zag ze iemand naar haar toe rennen. Meteen ging ze in de verdediging en balde haar handen tot vuisten die ze voor haar gezicht een borstkas hield. Haar ogen zochten uit wie degene was die haar zo probeerde te benaderen. Maar hij was inmiddels al gestopt. Toen ze in de verdediging was gegaan had hij zichzelf afgeremd en keek haar met grote ogen aan. Maar het licht was te vaag om te zien wie het was. Lucy greep al haar moed bij elkaar en riep: “Kom dan!”
De vreemde schuifelde voorzichtig naar voor en toen een er licht op zijn gezicht viel zag ze dat het Ryan was. Snel liet haar handen zakken en rende naar hem toe om daarna haar armen rond hem heen te slaan. Ryan deed hetzelfde en begroef zijn gezicht in haar nek. Oh wat had ze de jongens gemist. Ze had bijna echt geloofd dat ze dood waren, maar hier werd het tegendeel bewezen. Binnen de kortste keren stonden ook Elias en Jacob bij hun en ook zij werden bijna vermorzeld in een stevige knuffel van Lucy. Het bleef stil, maar alles sprak voor zichzelf. Niemand had het over het wel of niet doodgaan, ze waren allang blij dat iedereen terug bij elkaar was.
Lucy’s hart begon heviger te bonzen toen ze zag dat Sem in de schaduw stond en alles met afstandelijke blik gadesloeg. Zijn armen hingen futloos langs zijn lichaam, en toen Lucy naar hem keek richtte hij zijn blik naar de grond.
Tranen welden op in haar ooghoeken en voorzichtig liep ze naar hem toe. Ze wist niet hoe hij ging reageren, maar ze kon hem daar niet alleen laten staan. Ze ging voor hem staan en keek naar hem, ook al bleef hij naar de grond staren.
“Hey.” fluisterde ze. Sem keek op, zijn ogen waren rood en vochtig. Lucy kon het niet langer verdragen en gooide zichzelf in zijn armen. Meteen gingen zijn armen rond haar heen en voelde ze hem ontspannen. Ook zij ontspande en snikte gepijnigd. Ze legde haar hoofd in zijn nek en snoof zijn geur op. Dit was thuis.
Sem maakte zijn greep rond haar wat losser en hun ogen ontmoetten elkaar. Heetten elkaar welkom, opnieuw bij elkaar. Sem boog zich voorover en kuste haar lippen. Teder en toch zo wanhopig. Hij zocht naar een antwoord en Lucy gaf het hem. De kus werd een ‘sorry’, een ‘hey’ en een ‘ik hou van je’. Maar bovenal werd de kus een ‘ik heb je zo ontzettend gemist’ dat voelden ze allebei.
Toen ze elkaar loslieten voelde het alsof ze samen de wereld aankonden, maar eerst moesten ze de blikken van de jongens trotseren. Ryan keek vol walging, Elias vertroeteld en Jacob, Jacob was moeilijk te peilen. Hij had zijn kaken op elkaar geklemd en keek naar iets anders, ergens bij de bedden. Sem leek het door te hebben. “Wat is er?” Lucy, fluisterde, bang om te hard te spreken. Jacob knikte naar het tweede bed, het was niet leeg. Maar Lucy zag geen beweging. “Het is Vincent, nadat we terug boven kwamen heeft hij ernstige verwondingen opgelopen. We hebben ze proberen schoon te maken, maar desondanks zijn ze geïnfecteerd geraakt. Vincent heeft zware koorts, maar zelfs Elias kan er niks aan doen.” lichtte Sem haar in. Lucy had geen tijd te verliezen en haastte zich naar het bed toe. Ze zei geen woord en keek naar Vincent. Hij lag te slapen en zijn borstkas ging regelmatig op en neer. Jacob was ondertussen naast haar komen staan en pakte de hand van Vincent die meteen wakker schoot. Zijn ogen keken verschrikt rond en toen hij Lucy zag verscheen er een kleine glimlach op zijn gezicht. “Lang niet gezien.” Zijn stem was raspend en het kostte hem moeite dat te zeggen. Lucy stak haar hand uit en verschoof voorzichtig de deken naar beneden. Wat ze zag ontnam haar adem. Vanaf Vincent zijn schouder liep er een snee recht omlaag tot aan zijn zij. De wonde was diep en de korst die erop zat was gebarsten. Vincent gromde en kneep zijn ogen toe. Snel liet Lucy de deken terug los en keek naar Jacob. Daarna draaide ze zich op haar hielen om en liep naar Elias.
“Ik heb mezelf al eens genezen,” hoopvol keek ze hem aan, “misschien lukt het ook bij hem?” Elias zijn ogen werden groter. Hier hadden ze duidelijk nog niet aan gedacht. De geladen sfeer die er hing kreeg een vleugje hoop en samen liepen ze terug naar het bed. Elias fluisterde het plan tegen Jacob die er gebroken bij zat en daarna haalde hij een kristal dat ze waarschijnlijk hadden neergehaald om de donkere hoeken mee te verlichten. Het gaf niet veel licht, maar het was beter dan wat ze tot nu toe konden zien. Nu zag Lucy dat de wond vochtig was en Vincent lijkbleek. Dit kon hij niet langer volhouden.
Jacob knikte bemoedigend en voorzichtig trok Lucy nogmaals de deken weg. Vincent klemde zijn kaken op elkaar en keek hun wantrouwend aan. “Wat zijn jullie van plan?” Maar het enige antwoord dat hij kreeg was dat hij stil moest liggen.
Lucy dacht aan het vuur en dat deed haar handen opwarmen. Ze legde ze aan weerszijde van de snee en sloot haar ogen. Genees hem herhaalde ze in haar hoofd en ze voelde haar handen nog warmer worden. Het slorpte haar energie op, maar ze kon hem niet laten doodgaan. Rustig opende ze haar ogen en zag de wond verkleinen. Ook Vincent kreeg wat meer kleur en toen de wond helemaal dicht was zag hij er weer kerngezond uit.
Lucy haalde haar handen weg en sloeg ze in elkaar. De jongens keken haar ongelovig aan en moesten allemaal een paar keer knipperen om terug in het heden te komen. Ook Lucy was verbaasd, ze had gehoopt dat ze ook anderen kon genezen, maar ze had er niet echt in geloofd.
Vincent ging rechtop zitten en testte hoe goed hij zich voelde. Daarna gaf hij Lucy een knuffel en fluisterde in haar oor “Welkom terug, Sneeuwwitje.”
![](https://img.wattpad.com/cover/26565608-288-k957015.jpg)
JE LEEST
Gezegend (Deel 2 van Curse me)
Teen FictionLucy’s leven gaat verder, maar hoe? Opgesloten in het hol van de leeuw. Ze kan geen kant uit en al haar hoop is ondertussen aan diggelen geslagen. Wat willen ze van haar? Deel 2 van Curse me.