Hope (Twilight Fanfic)

11. Home

"Zusje. Je bent gestuurd om twee vampiers te halen en je komt terug met twee en een half vampiers en een mens," zegt Alec en hij kijkt mij aan als hij half zegt. "Wat een vrolijke verassing. Bella leeft alsnog," zegt Aro. "Wat geweldig." "Ik hou van een goed eind." Hij loopt naar Edward toe en pakt zijn hand om zijn gedachten te lezen. Bella komt tussen Alice en mij in staan. "La tua cantante," zegt Aro. Dat betekent als een vampier een mens lekkerder vindt ruiken dan een andere mensen. Zo noemen ze dat hier. "Jouw dorst voor haar maakt mij dorstig," zegt Aro. "Hoe kan je zo dichtbij haar staan?" "Niet zonder moeite." "Dat zie ik." Edward legt ondertussen uit wat Aro kan doen als hij hem aanraakt. Maar ik let er niet zo op. Ik weet het allemaal al. "Nu weet je alles. Ga dus maar verder," zegt Edward. "Jij bent zelf ook nogal een gedachtenlezer, Edward. Echter je kunt ook haar gedachten niet lezen. Nog zo'n geval. Fascinerend." Hij bedoelt mij.Edward kan de mijne ook niet lezen, Aro kan de mijne ook niet lezen en Jane en Alec kunnen mij niet pijn doen.

Hij legt zijn hand open en Alice wenkt dat Bella haar hand in die van Aro moet leggen. Ik zie dat Bella het heel koud krijgt. Ik probeer warmte aan Bella over te brengen. "Interesant." Ik zie dat Marcus overeind gaat zitten. "Niets." Hij laat Bella's hand los en Bella stapt meteen naar achter. "Zullen we kijken of ze imuun is voor al onze gaven. Zullen we Jane?" "Nee!" zegt Edward boos en hij loopt naar voren. "Pijn," zegt Jane. Edward valt op z'n knieën. Alice knielt bij hem neer. Bella wilt ook naar hem toe maar Alec wil haar tegen houden. Ik ga dreigend voor Alec staan en beschermend voor Bella. "Alsjeblieft hou op met hem pijn te doen!" zegt Bella. "Jane," zegt Aro. "Meester," zegt Jane. Edward hapt naar adem. "Doe je best mijn schat," zegt Aro tegen Jane. "Dit doet maar een klein beetje pijn," zegt Jane. Ik stap opzij. Ze kijkt heel diep in Bella's ogen maar er gebeurt niks. Aro gaat heel eng lachen. Ik vind hem creepy. Jane kijkt verward. "Wat zullen we nu met je doen?" "Je weet al wat je gaat doen, Aro," zegt Marcus. "Zij weet te veel. Zij kan een gevaar zijn," zegt Caius. "Dat is waar," zegt Aro denkend. "Felix."

Ik stap voor beschermend voor Bella. Edward staat op en valt Felix aan. Alice valt Demetri aan maar Demetri is sneller en grijpt haar vast. Edward en Felix rollen over de grond. Ik zie Alec die Bella aan wilt vallen. Ik leg mijn hand op de grond en er groeien takken door de vloer. Als Alec wilt springen grijpen mijn takken hem vast en leggen een liaan rond zijn kin. Ze trekken hem terug tegen de grond aan. Hij wil de takken breken maar het lukt hem niet. Ik sta op. Ik kijk dreigend de zaal rond. Jane staat op het punt me aan te vallen en ik bevries haar tot aan haar hoofd. Felix heeft Edward half bewusteloos geslagen en draait zich om naar Bella. Ik versteen zijn benen zodat hij niet meer kan lopen. Edward valt hem weer aan. Het gevecht vernielt heel het gebouw. Felix heeft Edward z'n hoofd vast en trekt hem er bijna af. "Alsjeblieft, nee nee, alsjeblieft!" roept Bella. Aro geeft een stop teken. "Dood mij. Niet hem," zegt ze. Ik ga weer voor Bella staan. Aro loopt naar ons toe. "Ongeloofelijk. Je zou je leven geven voor iemand zoals ons een zielloos monster," zegt Aro. "ga weg bij hem!" zegt Edward. "Jij weet helemaal niets van zijn ziel." Aro zegt iets in het Italiaans. "Als jij haar onsterfelijkheid zal schenken," zegt Aro. Aro loopt naar haar toe. "Wacht!" roept Alice. "Bella zal één van ons zijn." "Ik heb het gezien. Ik zelf zal haar veranderen." Demetri laat Alice los en ze loopt naar Aro toe. Ik zie dat Demetri mij wil vast grijpen omdat niemand anders in deze kamer dat nog heeft gedaan maar ik grom dreigend naar hem. "Laat haar Demetri." Alice laat haar hand zien. "Betoverend om te zien wat jij hebt gezien voordat het gebeurd is." Hij laat Alice los en loopt naar Bella. "Je zal een intrigerende onsterfelijke zijn." "Ga nu maar. Tref je voorbereidingen." "Laten we dit achter de rug hebben," zegt Marcus. "Heidi kan ieder moment terugkomen," zegt Caius. Heidi brengt mensen mee die ze opeten. "Bedankt voor jullie bezoek." "We komen gauw bij jullie opbezoek," zegt Caius. "Ik raad je aan je belofte snel op te volgen. Wij geven geen tweede kans." Ik wil me omdraaien maar Alice roept me terug. Ik kijk haar vragend aan. Ze wijst naar Alec die nog steeds op de grond ligt, naar Jane die bevroren is behalve haar hoofd en Felix met zijn versteende benen. De takken trekken zich weg, Jane ontdooit en Het steen brokkelt weg van Felix. "Het aanbod staat nog," zegt Aro tegen mij. Ik schud mijn hoofd van dat ik het afwijs. We lopen de zaal uit. "Tot ziens jonge vrienden," zegt Aro.

Ik loop naast Alice en Bella pakt Edward's hand. We zien een groep mensen langskomen. Ik zie Bella verschrikt opkijken. We lopen via zijweggetjes naar buiten. Ik verander weer in een mens. We wachten tot het donker is en de zon weg is. Dan lopen we over de straat. Naar de auto. Ik ga op de bijrijderstoel zitten. Alice brengt ons naar het vliegveld. Bella is ondertussen voor de helft inslaap gevallen. Edward wekt haar en we lopen het vliegtuig in. In het vliegtuig val ik ook inslaap. Ik droom over Seth. Ik heb de Cullens verteld over dat Seth op mij is ingeprent. Ze werden woest er is nu oorlog tussen de Quileutes en de Cullens. De Cullens zijn mijn familie. Ik hou van ze. Maar ook de Quileutes zijn mijn familie en ik hou van Seth. Voor hem is het vreselijk om zover weg van mij te zijn en onze families die ruzie maken. Ik schrik wakker. Gelukkig was het maar een droom maar ik durf ze het niet te vertellen. Straks wordt deze droom echt. "Gaat het?" vraagt Alice. "Je hebt de hele tijd al niks gezegd." Edward hoort ons praten. "Nee hoor er is niks." Het vliegtuig is gelandt. Ik stap uit. We lopen naar buiten. Daar staan alle Cullens te wachten. Ze kijken me verbaasd aan. Ze dachten dat ik dood was. Ik loop naar Esme toe en ik geef haar een knuffel. "Hoe was het bij de honden?" vraagt Emmett. Ik glimlach. "Ze zijn best aardig." Emmett begint te lachen. "We gaan terug naar huis," zegt Rose. "Komen jullie terug?" vraagt Bella. Carlisle knikt. Ik ga bij Alice, Jasper, Esme en Carlisle in de auto.