Zoektocht

1K 82 9
                                    

‘George, hoe kunnen jij en Fred zo’n goede punten halen en toch ook zo veel lol trappen?’ Vraag ik als George en ik samen op een bank bij het haardvuur in de leerlingenkamer van Griffoendor zitten. ‘Zo zijn Fred en ik nou eenmaal.’ Antwoord George. ‘Ik zou willen dat ik dat ook kon.’ Zeg ik en leg mijn hoofd op de schouder van George. Niet dat George en ik iets hebben ofzo, maar ik voel mij zo vertrouwd bij hem. Ik val uiteindelijk in slaap, ik kan er gewoon niks aan doen maar ik ben gewoon zo moe.

Vanuit George

Vivian is net inslaap gevallen en heeft haar hoofd op mijn schouder liggen, dus ik kan niet weg. Ik blijf wakker, maar kan moeilijk wakker blijven. Ik kijk naar Vivian. Wat is ze toch lief als ze slaapt. Als ze wakker is ook hoor, maar als mensen slapen dan is er toch zo’n rare draai waardoor ze er zo lief en rustig uitzien. Alsof alles kan op dat moment. Ik val uiteindelijk ook inslaap en leg mijn hoofd op het hoofd van Vivian.

Vanuit Harry

‘Ron?’ Vraag ik. ‘Wat?’ Vraagt Ron slaperig. ‘Mijn Nimbus 2000 is weg.’ Zeg ik en Ron is meteen klaar wakker. ‘WAT!’ Roept Ron uit. ‘Sttt…’ Zeg ik en wijs naar de andere in onze slaapkamer. ‘Hoe kun je nou een bezem kwijt raken?’ Vraagt Ron verbaast. ‘Dat weet ik niet, maar help je mee zoeken?’ Vraag ik aan Ron. ‘Natuurlijk, waar heb je allemaal al gezocht?’ Vraagt Ron. ‘Overal in de slaapkamer.’ Zeg ik. ‘Dan moeten we dus uit onze slaapkamer.’ Zegt Ron en doet zijn pantoffels aan en stapt zijn bed uit. ‘Kunnen we dan niet beter morgen zoeken?’ Vraag ik. ‘Nee, we gaan nu meteen zoeken. Het is toch vrijdag, morgen hebben we geen school.’ Zegt Ron bazig. We lopen de jongensslaapkamer uit.

Vanuit Ron

Serieus Harry hoe kun je een bezem kwijt raken. Dat is toch absurd. We lopen de jongensslaapkamer uit om verder in de leerlingenkamer van Griffoendor te zoeken. ‘Iewww.’ Zeg ik en houd mijn handen voor mijn mond als ik George en Vivian samen op de bank zie slapen. ‘Wat is daar vies aan?’ Vraagt Harry fluisterend. ‘Gewoon dat is mijn broer en een goede vriendin van mij en dat is gewoon akward.’ Fluister ik terug. We zoeken verder in de leerlingenkamer. Ik probeer achter een kast te kijken, maar bots dan tegen een andere kast aan die daar langs staat. En natuurlijk moet er weer iets vallen. Er valt een stenen, beeldje van een leeuw van de kast af. Het beeldje valt kapot op de grond en Harry kijkt geschrokken mijn kant op. ‘Ron, Harry wat doen jullie nou weer?’ Vraagt George ineens. Hij is blijkbaar wakker geworden van mijn kabaal. ‘We zoeken iets.’ Zeg ik. ‘Wat zoeken jullie?’ Vraagt George half wakker half slapend. ‘Mijn Nimbus 2000.’ Zegt Harry zacht. ‘Ben jij hem kwijt?’ Vraagt George verbaast. ‘Ja, ik weet ook niet hoe het komt.’ Zegt Harry. Ik zie dat Vivian ook langzaam wakker wordt. ‘Fijn, zullen we meteen heel Griffoendor wakker maken?’ Vraag ik geïrriteerd. ‘Wat heb jij nou weer?’ Vraagt Vivian versuft. ‘Laat hem maar, hij heeft gewoon een pest humeur.’ Hoor ik George zacht tegen Vivian zeggen. ‘Kunnen jullie misschien helpen zoeken?’ Vraagt Harry aan George en Vivian. ‘Waar naar?’ Vraagt Vivian. ‘Hij is zijn bezem kwijt.’ Zeg ik geërgerd.

Vanuit Vivian

Zie je wel. Er is gewoon iets mis met die bezem. Ik weet niet wat, maar daar ga ik nu achter komen. ‘Ja, ik help wel mee. George help ook please mee.’ Smeek ik. ‘Oké, ik help ook wel mee.’ Zegt hij en hij staat op van de bank. Ik sta ook op en ga opzoek naar die rot bezem. ‘Ik kan hem echt nergens vinden en ik heb echt overal gezocht.’ Zeg ik na een kwartier ofzo. ‘Dan moeten we opzoek gaan in de gangen van Zweinstein.’ Zegt Harry. ‘Dat ga ik echt niet doen hoor.’ Zeg ik en iedereen kijkt mij raar aan. ‘Sorry hoor,  maar ik heb geen zin om gestraft te worden door Vilder, omdat hij ons betrapt heeft op de gangen.’ Zeg ik. ‘Kom op, we kunnen het proberen. Ik weet heel erg veel sluiproutes.’ Zegt George tegen mij. ‘Oké, ik ga wel mee. Maar als Vilder ons snapt, dan zeggen jullie dat jullie mij mee hadden gesleurd.’ Zeg ik en iedereen knikt ja, maar ik weet dat Ron daar toch geen zin in heeft.

We lopen de gang op en verdelen ons in tweetallen. Harry en George gaan samen en Ron en ik. George heeft al de geheimen doorgangen aan Ron vertelt, zodat wij ze ook konden gebruiken. ‘Dus jij en George?’ Verbreekt Ron de stilte. ‘Hoe bedoel je?’ Zeg ik verbaast. ‘Nou ik dacht dat jullie iets hadden.’ Zegt Ron. ‘Echt niet.’ Roep ik bijna. ‘Sttt…’ Zegt Ron en legt zijn hand tegen mijn mond zodat ik niet kan roepen. Ik duw ruw zijn hand weg. ‘Van wie heb je dat George en ik iets hebben?’ Vraag ik. ‘Van Harry.’ Zegt Ron. We lopen verder. Ik hoor voetstappen vanaf de andere kant van de gang komen en trek Ron mee een kamer in. Ik ren naar de andere kant van de kamer en zie dat er nog een deur zit. ‘Ron!’ Zeg ik. Ron komt mijn kant op en ik doe de deur open. We kijken een gang in die ik nog nooit eerder heb gezien. Maar ik ren samen met Ron naar de andere kant toe, want daar is de enigste deur waar we uit kunnen. ‘De deur is op slot.’ Zeg ik. ‘Wat!’ Zegt Ron en probeert de deur open te krijgen. Er is een spreuk voor gesloten deuren, maar welke was dat ook al weer. Ik mompel wat en de deur gaat van het slot af. ‘Hoe deed je dat?’ Vraagt hij. ‘Ik heb geen flauw idee.’ Zeg ik ook verbaast. We gaan de kamer in en doen de deur dicht. Ik kijk door het sleutel gat. ‘Mag…’ Ik laat Ron niet uitpraten, want ik doe mijn hand voor zijn mond. Ik zie namelijk Vilder lopen. Hij kijkt de gang rond en loopt dan weer weg. ‘Waarom houd je je hand voor mijn mond?’ Vraagt hij. ‘Omdat Vilder daar liep.’ Zeg ik. Ik kijk de kamer rond en mijn adem stokt. Ron ziet wat ik doe en kijkt de kamer ook in. Er staat een enorm grote hond met wel 3 koppen voor onze neus. Er valt een spetter van zijn speeksel op mijn hoofd en het loopt langzaam over mijn schouders naar beneden en het stinkt enorm. Ron doet snel de deur open en trekt mij mee naar buiten. Hij gooit snel de deur weer dicht en we rennen samen terug. Als we weer op de gang zijn waar we de kamer in waren geglipt, rennen we terug naar het portret gat dat de deur van de leerlingenkamer van Griffoendor verbergt. We botsen tegen iemand of iets op. ‘Je laat mij schrikken.’ Hoor ik George zeggen. Ik kan niks zien want het slijm zit voor mijn ogen. ‘Wat is er gebeurt?’ Vraagt Harry geschrokken. ‘We kwamen Vilder tegen, maar hij zag ons niet want wij zaten in een kamer met een reusachtige hond met wel 3 koppen.’ Zegt Ron alsof het niets was. ‘Is er een hond met 3 koppen op Zweinstein? Dat ik dat gemist heb.’ Zegt George enthousiast. ‘Maar wat is er dan met jou gebeurt Vivian?’ Vraagt Harry bezorgd. ‘Die hond kwijlde op mij.’ Zeg ik boos en spuug slijm uit mijn mond. Gaver het smaak naar bedorven spruitjes. ‘Misschien moet je maar even gaan douche. Je stinkt naar verrotten eieren.’ Zegt George en hij moet lachen. ‘Ik kan niks zien dus help even.’ Zeg ik. Ik weet niet wie het is, maar ik word door iemand naar binnen geholpen.

____________________________________________________________________

Sorry, dat ik gisteren dit hoofdstuk niet heb geupload, maar ik moest nog huiswerk maken en daardoor kreeg ik het hoofdstuk niet af. Ik hoop dat jullie het wel een leuk hoofdstuk vinden. -xxx- Esmee.

H.P. op een andere manierWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu