9.

965 34 10
                                    

Pov Matthy

Milo licht diep te slapen naast mij. Zijn gesnurk klinkt als een kettingzaag, het is schattig. Het licht van de maan schijnt op zijn gezicht. Ogen gesloten, mond een beetje open. Veilig in bed, naast mij. Een traan drupt op mijn wang, glijd naar beneden. De druppel valt op mijn lip, de zoute smaak verspreid in mijn mond. Mijn knieën opgetrokken tegen mijn borst, handen knijpend in de dekens. Alles doet pijn, nog steeds. Ik moet mijn best doen om het niet uit te schreeuwen. De pijn wordt alleen maar erger. Ik kijk op de wekker, half vier, de tijd kruipt voorbij als een slak. Ik sluit mijn ogen, een fel rode stip brandend in mijn visie. Ik open mijn ogen opnieuw, alles draait om mij heen. Ik knijp nog steviger in de dekens, een snik verlaat mijn mond. 

Het is ook koud, maar de zweetdruppels lopen over mijn rug. Ik zit te trillen in bed, straks maak ik Milo nog wakker. Ik zet één been op de grond, de tweede ernaast. Langzaam sta ik op, het kost zoveel moeite. Mijn benen voelen als gekookte spaghetti slierten, bijna zak ik er door heen. Ik ga weer terug zitten, mijn ogen dwalen af naar mijn trillende benen. Meer tranen beginnen over mijn wangen te stromen, het voelt alsof elk deel van mijn lichaam protesteert, maar ik weet waar ik het voor doe. Kilo's kwijtraken, dunner worden, gezonder worden. Ik werp een blik op de spiegel maar kijk ook meteen weer weg. Een misselijk gevoel bekruipt mij, ik sta op. Ik zet een stap naar de deur, trillende benen, maar het is te laat. Ik zoek steun naar de muur en geef over, alles over de vloer. Eén keer, twee keer, na de derde keer kokhalzen is alles eruit. Tranen beginnen sneller te vallen, snikken beginnen te ontsnappen. Het zachte huilen is afgelopen. Ik zak op de grond en leun tegen de muur aan. Hopend dat Milo wakker wordt.

Eén minuut, twee, drie, tien, twintig gaan er voor bij voordat ik geluid hoor vanuit Milo zijn richting. 'Matthy?' Ik reageer met een snik. 'Lieverd, waarom ben je niet in bed?' Hij draait zich om, ik ontwijk zijn gezicht. 'Oh lieverdje.' Ik voel een paar armen om mij heen. 'Ssstt, het komt goed, het komt allemaal goed.' Ik voel de grond onder mij vandaan zakken, de harde planken worden vervangen door het zachte matras. 'Lieverd, kan je mij aankijken?' Ik schud mijn hoofd, toch kijk ik hem aan, denk ik, langzaam, door de onscherpte heen. 'Goed zo, kan je mij zien?' Ik probeer mij te focussen, maar zie alleen een schim. 'S-schim.' mompel ik zachtjes. 'Oké, ik ga even iemand bellen, oké? Ik blijf bij je.' Ik voel het matras inzakken. Ik hoor Milo iemand bellen, maar kan niet begrijpen wie het is. 

Ik voel mijn ogen zwaar worden, ik kan nu niet gaan slapen. Niet nadat ik Milo heb wakker gemaakt door mijn gejank. 'Top, dan komen we eraan.' Milo legt zijn telefoon weg. Paniek vult mijn gedachtes, ziekenhuis, sowieso het ziekenhuis. 'M-milo nee, nee alsjeblieft nee.' Ik grijp zijn hand vast, met pijn in zijn ogen kijkt hij mij aan. 'Het moet Matthy..' Hij staat op en trekt een trui aan. Ik blijf zitten, geen kracht om ook maar te bewegen. Milo komt dichterbij, zijn armen slaan om mijn middel heen. In één soepele beweging tilt hij mij op. Ik voel mij veilig, in de armen van Milo ben ik veilig. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder en geef me over aan hem. 'Sorry...' fluister ik zachtjes voordat mijn ogen dichtvallen.

-602 woorden- 

Met Elkaar Voor Elkaar // bankzittersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu