Hoofdstuk 6

1.8K 48 26
                                    

Robbie pov

De volgende ochtend zitten we weer aan het ontbijt. Ik, Matthy en Milo zitten al een tijdje als Koen aan komt lopen. 'Waar is Roel?' Vraag ik. 'Ook goedemorgen' zegt Koen die zijn bekertje koffie en broodje op tafel neer legt en gaat zitten. Ik grijns even. 'Raoul heeft vanochtend zo'n hoofdpijn aanval gekregen' zegt hij dan. 'En nu, medicijnen?' Vraag ik. 'Is ie mee gestopt' zegt Milo. 'Is hij daarom ineens dun geworden?' Vraag ik. Koen grinnikt. 'Ja, dat viel je meteen op hè'. 'Maar, gaat het goed met hem?' Vraag ik dan. 'Niet echt, arts is nu bij hem. Vanochtend zakte hij ineens in elkaar dus toen heb ik meteen de beveiliging gebeld.' Zegt Koen. 'Gaat hij nu weer een nachtje slapen in het ziekenhuis?' Vraagt Matthy. Koen haalt zijn schouders op. 'Misschien wel, ik weet het niet'. Ik denk na. Al zolang als ik Raoul ken weet ik dat hij last heeft van dat soort hoofdpijn. Clusterhoofdpijn heet het volgensmij. Een van de weinige redenen waarbij je op staande voet verlof kan krijgen. Dan mag je een nacht naar het ziekenhuis. Dat is maar een keer eerder gebeurd tot nu toe, toen waren zijn medicijnen te laat geleverd.

Na het ontbijt lopen we naar de werkplaatsen.
'Ik hoop zo dat we niet gaan dozen vouwen vandaag' zegt Koen. We lopen binnen en zien allemaal apparaten die kapot zijn staan. 'Yes, geen dozen' roept Koen. Ik weet wel wat we wel gaan doen. Apparaten recycleren. Dat betekend alles uit elkaar halen en het ijzer en metaal bij elkaar, plastic bij elkaar en hout bij elkaar. Niet een van mijn favoriete bezigheden, maar we doen het voor de tv. Ik wil net een kapotte wekker pakken als ik mijn naam hoor. 'Meneer van de Graaf? Wilt u meekomen naar mijn kantoor?' Zegt Van Dijk. Verbaast kijk ik hem aan. Even kijk ik om naar Matthy die me net zo verbaast aan kijkt. Ik haal mijn schouders op en loop mee. Op de gang kijk ik van Dijk verwachtingsvol aan. 'Niks ernstigs, maar wacht maar even tot we er zijn' zegt hij. Ik knik.

Als we er zijn wijst hij de stoel waar ik kan gaan zitten. Zelf gaat hij tegenover me zitten. 'Robbie, ik heb een brief gekregen vanochtend van je moeder. Ik denk dat ze die vanochtend heeft gebracht. Ze schrijft dat je hebt verteld dat je de dingen die je doet niet wil doen, en er niet mee kan stoppen. Ze is bezorgd dat je Kleptomanie of een Verslaving hebt. Dat is best ernstig Robbie, als dat echt zo is dan kunnen we je helpen en kan je straf veel minder worden als we dit kunnen aantonen bij de rechter.' Zegt hij. Ik kijk hem aan terwijl ik zijn woorden even laat inzinken. 'Maar hoe kom ik er achter of ik dat heb' vraag ik. 'Nou, ik heb de PI Psychiater gebeld en ze komt zometeen langs, als je het goed vind houden we een kort gesprekje, ik blijf er bij.' Zegt hij. De ogen van de man staan vertrouwlijk. Ik weet dat deze man mij bijna beschouwd als een van zijn zonen, iets dat je misschien niet zou moeten verwachten van een hoofdbewaker, maar hij geeft echt om mij en de anderen. 'Oké, maar ik word toch niet behandeld alsof ik ziek in mijn hoofd ben? Ik kan gewoon normaal nadenken verder' zeg ik. De man grinnikt. 'Robbie ik ken jou, al die jaren hier heb je geen vlieg kwaad gedaan, tenminste... niet als het niet nodig was. Ik weet dat je een goed hart hebt. Dat de dingen gebeuren zoals ze gebeuren zijn misschien een gevolg van iets wat je zelf niet in de hand hebt en daar mee kan je geholpen worden. Juist omdat je een normaal persoon bent.' Zegt hij. Ik knik. 'Oké dan, laat maar komen' zeg ik.

Even later komt er een jonge vrouw binnen. Ze is slank, draagt een rok tot haar knieeen, een blauw bloesje en een zwart colbertje daarover. Haar haar heeft ze losjes in een clip. Ze glimlacht vriendelijk en ik zie dat ze mooie witte tanden heeft. Ze gaat zitten. Nu voel ik me wel dom. Twee mensen zitten hier met een goed betaalde baan voor mij, een domme man die zijn toekomst heeft weg gegooid. Ik leg mijn handen onder mijn benen op de stoel en kijk rond terwijl ik afwacht wat ze gaat zeggen. 'Nou Robbie, dit is Mevrouw Alsema' zegt van Dijk en ik voel me net een klein kind. 'Zeg maar gewoon Anna hoor' zegt ze. 'Aangenaam Anna, nou ik ben Robbie van de Graaf' zeg ik. 'Aangenaam Robbie, we gaan zo gewoon even een gesprekje voeren en ik stel wat vragen. Dit is niks officieels nog, ik wil gewoon even weten of wat we denken klopt en kijken of je daar dan eventueel hulp bij kan krijgen' zegt ze. Ik knik.

Tot Je Vrij BentWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu