Hoofdstuk 44

863 36 21
                                    

Matthy pov

Zenuwachtig klop ik aan bij het kantoortje dat schuin tegenover mijn eigen cel zit. Ik zit hier al bijna 8 jaar vast, en nog nooit ben ik hier binnen geweest. Niet zo gek als je bedenkt dat ik me altijd liever terug trok en geen aandacht wilde, maar volgensmij is iedereen hier al wel eens geweest, alleen liep ik altijd voor al mijn problemen weg. Ik hoor een goedkeurend geluid van de andere kant komen en open de deur. Opnieuw moet mijn hoofd wennen aan het idee dat er een man zit die identiek lijkt aan Van Dijk, Marcel van Dijk. Peter van Dijk, zijn broer, zit op een stoel aan het bureau wat door te lezen. Hij kijkt me aan als ik een stap binnen zet. 'Ah Matthyas, ga zitten' zegt hij. Ik geef een knik en ga zitten op de stoel tegenover hem. Van Milo moest ik kijken of er nogsteeds een stoel stond die je het idee gaf alsof je echt minderwaardig was aan hem, maar de stoel die er stond leek gewoon een normale stoel uit de wachtkamer van de huisarts ofzoiets.

Op het moment dat ik ga zitten legt Peter zijn papieren neer en zet zijn ellebogen op tafel terwijl hij me aankijkt. 'Matthyas, ik heb je hier laten komen omdat we het een en ander te bespreken hebben' zegt hij. Ik schuif wat dichter aan het bureau en knik. 'Z-zoals?' Vraag ik zenuwachtig. 'Nou, je denkt toch niet dat de algemene situatie hier het enige is waar Marja en ik over hebben gepraat Hm?' Vraagt hij en hij geeft me een klein glimlachje. Diep denk ik na. Ze hebben over mij gepraat? Waarover dan? En moet ik me zorgen maken?

Peter pakt het papier voor hem van het bureau en zet zijn bril beter op zijn neus. 'Volgens Marja had je het moeilijk met het feit dat Robbie weg zou gaan, begrijpelijk, als een goede vriend van je weg gaat, maar ik begreep dat het niet alleen een goede vriend was?' Zegt hij. Ik hap naar adem. 'De- de- wat?' Begin ik te stamelen. Peter grinnikt. 'Rustig maar, ik ga het niet over jullie persoonlijke relatie hebben, meer over het feit dat jij en Robbie elkaar door moeilijke dingen heen hielpen' zegt hij. Opgelucht haal ik adem waarna ik knik. 'Ja... als ik het moeilijk had... Robbie begreep me altijd precies, hij wist precies wat er nodig was om me te kalmeren enzo...' leg in moeizaam uit. 'En andersom dus ook? Want dat was de reden dat Robbie hier mocht blijven toch?' Vraagt hij. Ik kijk naar de grond als ik weer knik. 'Ik zou je daar graag mee helpen Matthyas, al 8 jaar zit je hier vast, maar ik heb het idee dat je nogsteeds rondloopt met hetzelfde gevoel als op dag 1' zegt Peter ineens.

Ik kijk de man aan die zojuist mijn hele leven perfect heeft omschreven. Meer gelijk kan iemand niet hebben. Peter kijkt me over zijn brilglazen aan. 'Ik zou je graag eens laten praten met een therapeut, trauma verwerking, lijkt je dat wat?' Vraagt hij. Ik denk na. Op de laatste dag dat we Van Dijk spraken had hij het ook over zoiets. Ik moest dingen verwerken. Want dat had ik nooit gedaan. Zonder te antwoorden kom ik ineens met een vraag. 'Waarom... waarom heeft uw broer nooit iets over u verteld, maar weet u alles over ons?' Vraag ik. Peter zucht en gaat achterover in zijn stoel zitten.

'Mijn broer en ik... waren altijd beide geïnteresseerd in de gevangenis, de politie en al dat soort dingen. Hoofdbewaker worden leek ons beide geweldig en dat was ook waar we ons hele leven naartoe werkten. Tot op de dag dat we er achter kwamen dat we niet allebei daar hetzelfde over dachten.' Verteld Peter. Ik leun op het bureau terwijl ik luister en knik. 'Mijn broer wilde met zijn baan er zijn voor de gedetineerden als een vader, hij wilde ze beschermen, ze zo veel mogelijk weghouden van alle slechte dingen die ze al meemaakten.... En ik... ik wilde dat gedetineerden zo goed mogelijk uit hun gevangenschap kwamen. Ik wilde ze hulp geven voor hun problemen, zorgen dat ze de dingen deden en kregen om hen weer gezond op de neemt te krijgen, zoals therapie of een coach. Vooral in Amerika was dat nog wel eens een probleem. Volgens mijn broer was dat verschrikkelijk. Ik zou het lot van elke gedetineerde teveel uit handen geven en zou nooit controle kunnen hebben over hoe het met ze zou gaan en dat zou gelijk staan aan een mentale marteling. We werden het niet eens en waren zo boos op elkaar dat we elkaar nooit meer spraken. Tot hij me een tijdje geleden op belde...' vervolgd Peter zijn verhaal. Ik ga rechtop zitten door deze wending. 'En toen?' Vraag ik. 'Hij zei dat hij al die jaren had nagedacht over wat ik zei, en hij het lang had verworpen, maar nu was er een jongen voor de tweede keer in de gevangenis gekomen, en het bleek dat hij een mentale ziekte had. Marcel zei dat hij toen terug dacht aan mij, en spijt had dat hij die jongen niet gelijk hulp had aangeboden, of überhaupt had gevraagd hoe het kwam.' Zegt Peter. Mijn mond valt langzaam open. 'R-robbie?' Vraag ik. Peter knikt. 'Hij vertelde dat hij hem nu wel hulp had aangeboden, en ineens naar iedereen anders ging kijken. Hij ging kijken naar wat ze nodig hadden om hier beter uit te komen, in plaats van alleen te zorgen dat ze het nu goed hadden' zegt hij. Ik denk na. Dat verklaard Milo en Frank die bij elkaar waren geplaatst. En dat ik eerder alleen het aanbod kreeg om naar buiten te mogen als ik een paniek aanval had, maar dat het laatste gesprek tussen Marcel en mij was over betere hulp voor mij. Marcel was inderdaad veranderd in manier van werken, en nu ik het zo hoorde, zag ik ook ineens alle verschillen tussen een aantal jaar geleden, en het laatste jaar.

Tot Je Vrij BentWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu