Winter

16 11 0
                                    

Na een veel te lange schooldag te hebben overleefd, ben ik eindelijk weer thuis. God, mijn dag kon trouwens niet meer mis toen Amélie de studieruimte binnenkwam en op een leuke manier vertelde dat ze het niet heeft gelezen. Ze heeft gewoon niet in dit schrift gelezen. Het schrift dat alleen voor jou en mij is. Ik kon wel juichen toen ik het bericht op het vliegtuigje zag. Heel stom heb ik het vliegtuigje zelfs meegenomen naar huis. Ik denk niet dat Amélie weet hoe blij ze mij met die woorden heeft gemaakt. Het was geweldig. Daarnaast is ze echt ontzettend aardig. Jij had haar ook super gevonden. Misschien was je wel vrienden met haar geworden. Jij was immers een allemansvriend. Ik had er altijd veel meer moeite mee, eigenlijk deelde jij je vrienden met mij. Zelf maakte ik ze niet. Nog steeds vraag ik me af hoe mensen dat doen: vrienden maken. Het is zo moeilijk. Alhoewel, misschien lukt het me met Amélie. Zijn wij aan het begin van een vriendschap? Ik heb werkelijk geen idee, al hoop ik het ergens wel. Het zou fijn zijn om iemand te hebben om mee te praten. Geen vervanger van jou, echt niet. Dat zal ik je beloven, maar een vriend die ik zelf heb gemaakt en niet door jou met mij omgaat. Zou ik dat kunnen? Als ik het jou zou vragen, zou je meteen 'ja' zeggen. Je zou het zien als een stap om uit de winter naar de herfst te komen. Een stap om mijn hart open te zetten naar anderen en niet steenkoud te zijn naar de buitenwereld. Is dat echt voor mij weggelegd? Ik hoop het zo erg. Al zou ik geen idee hebben hoe ik een vriendschap zou moeten ontwikkelen. Bij jou leek het altijd zo makkelijk te gaan. Ging het ook echt vanzelf? Zou het bij mij net zo vanzelf gaan? Ik hoopt het. Wat zou het fijn zijn om een echte vriend te hebben. Iemand waarmee je alles mee zou kunnen delen. Het geeft me ook hoop naar jouw doel. Mijn vooruitgang met Amélie geeft me die hoop. Alsof zij mij onbewust kan helpen naar de herfst. Alsof zij jouw werk voor een deel over kan nemen. Omdat je het zelf nu niet kan doen. Al wil ik ook niet meteen te veel hopen, dan gaat het vast en zeker verkeerd. Maar een klein beetje hoop kan vast geen kwaad. Het is een begin, niet? Een begin naar plannen maken voor de toekomst. Kleine stapjes zoals jij altijd zei. Nu heb ik zo'n vleugje hoop in mijn lichaam die kleine stapjes wil zetten. Kan dat echt komen door een goed gesprek met iemand? Door met iemand samen te werken aan school? Kan het zo gemakkelijk gaan? Het is bijna ongeloofwaardig, maar het gevoel dat het mij geeft is zo fijn. Ik kijk er zelfs al naar uit om Amélie morgen weer te zien. Al kijkt ze in de klas minder naar mij om dan toen we vandaag alleen waren. Ik hoop maar dat dat weer kan veranderen. Ik beloof je dat ik niet meer zal snauwen naar mensen of al die andere dingen die maken dat je niet met iemand om wil gaan. Ik zal echt proberen om net zo te zijn in de klas als dat ik was met Amélie in het studiehuis. Niet zo open, maar wel zo aardig. Want ik was aardig, toch? God, kon jij het mij nu maar vertellen. Nu moet ik het zelf proberen uit te vinden. Ik hoop dat ik morgen zal merken of Amélie mij ook aardig vindt. Het is ondertussen ook al heel erg laat, dus ik ga maar eens slapen. Ik houd van je.

Winter in de zomerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu