5.

14 1 0
                                    

De man nam ons mee naar het bureau van professor Dippet. De zon kwam inmiddels op en scheen door de ramen. Ik hinkte wat achter de man en Tom aan, want mijn enkel deed nog altijd pijn.

Hij stopte voor de waterspuwer, die ik herkende van professor Dumbledore's kantoor in mijn heden. "Boterbier" zei hij, de waterspuwer ging opzij en onthulde een wenteltrap. Tom en ik stuurden elkaar boze blikken toen we de trap opgingen. De conciërge klopte twee keer op de deur door middel van de ijzeren hanger.

Hij opende de deur en stuurde ons met een boze blik naar binnen. "Rancorous Carpe" klonk de stem van professor Dippet. "Wat doe je hier zo laat samen met deze twee leerlingen?" Carpe keek ons met een vuile blik aan, "Ik vond deze twee in het verboden deel van de bieb."

Professor Dippet keek ons onderzoekend aan en het voelde alsof hij met zijn blik dwars door mijn ziel keek. Ik bekeek mijn handen aandachtig en had toen door dat ik mijn pyjama nog aanhad. Ik zat in het kantoor van professor Dippet in mijn pyjama?!

"Waarom bracht je ze bij mij, Rancorous?" Dippet haalde eindelijk zijn ogen van ons af en keek Carpe aan. "Omdat u het de vorige keer blijkbaar niet echt eens was met mijn straffen. Ik bedacht dan dat u zelf de straf kon kiezen." Hij keek Dippet aan met een sprankeltje woede. Hij knikte begrijpend en vroeg dan: "Wat deden jullie in het verboden deel van de bieb?"

Tom en ik keken elkaar even aan en voor dat we konden antwoorden, sprak hij opnieuw. "De boeken in dat gedeelte zijn zeer gevaarlijk en het is het beste dat je niet bij ze in de buurt komt. Welke boeken zochten jullie?" Er verscheen een sprankje angst in Tom zijn ogen en hij zei snel: "Ik was daar niet voor een boek."

Door zijn woorden werd ik alleen maar meer nieuwsgierig naar het boek dat hij zocht, omdat hij heel snel zei dat hij geen boek zocht.

Dippet liet zijn blik op mij rusten en uit pure angst en paniek zei ik dat ik er ook niet was voor een boek. Ik voelde mezelf rood worden na die woorden. Ugh, ik ben echt een slechte leugenaar!!

"Waarom waren jullie er dan wel?" Hij keek ons beide nadenkend aan en Carpe keek ons ook vuil aan van opzij. "Jullie waren er toch niet om te.. om te.. te kussen." Carpe sprak de woorden vol walging uit en ik voelde me als het ware nog roder worden.

Ik was juist van plan om dat te ontkennen, maar Tom kwam er tussen in. "Ja, uhm.. wel, prille liefde.. begrijpt u?" zei hij aarzelend en ongemakkelijk. Ik verschoot van zijn antwoord en werd zo rood als rood maar kon zijn. Ik keek hem vragend en verrast aan, maar Tom stuurde me een waarschuwende blik en ik knikte snel ter bevestiging van zijn antwoord.

"Ah liefde, hoe mooi!" zei Dippet met een schittering in zijn ogen. Carpe maakte een kokhalsend geluid bij het woord liefde. Ik probeerde een lach te toveren en hoopte dat we hierdoor geen straf zouden krijgen. "Maar waarom in het verboden gedeelte."

De schittering verdween uit zijn ogen toen hij de woorden zei. Ik liet Tom weer het woord pakken, omdat ik wist dat ik het helemaal zou verpesten. "Omdat we dachten dat er daar niemand ging zijn." Hij zei het met nieuwe herwonnen zelfzekerheid.

"Hoe schattig ook, we kunnen jullie niet zonder straf weg laten gaan." En daar verdween mijn laatste sprankje hoop. "Wat dacht je van een nachtje in het verboden bos?" Dippet zei het alsof het niets was. "Als u dat wens, is het goed." Carpe antwoorde met een bepaalde minachting - alsof hij het niet genoeg vond - maar sprak niet tegen.

Ik voelde me slecht bij de gedachte aan het verboden bos en alle beestjes die daar in leven: centauren, eenhoorns en acromantula's. WACHT, ACROMANTULA'S!!

Ik had een vreselijke angst voor spinnen en acromantula's zijn dan nog eens reusachtige, pratende spinnen met harige poten en reusachtige scharen. En ik moest dan nog eens bij die spinnen met Tom, de enige persoon met wie ik het niet wou doen - of ja, ik wilde het met niemand doen.

Toen we het kantoor verlieten begon de zon al op te komen. Carpe vertelde ons nog snel dat de 'uitstap', zoals hij het noemde, het einde van de week zou plaatsvinden en liet ons toen achter.

"Waarom moest je er nu zo nodig voor zorgen dat we gevonden werden?" Hij keek me boos en beschuldigend aan. Ik fluisterde sorry en zei toen. "Waarom ontkende jij dat je een boek zocht en zei je dat we er gewoon waren voor 'prille liefde'?" Hij rolde zijn ogen en stapte weg.

Ik keek nog even toen hij wegstapte en ging toen al hinkend naar de ziekenzaal voor mijn enkel. De verpleegster geneesde hem al snel en ik ging terug naar mijn common room om mijn kleren aan te doen.

Nadat ik mijn kleren aan had gedaan, ging ik naar de Great Hall voor het ontbijt. Kailey wachtte me op aan een tafeltje en ik ging geeuwend naast haar zitten. "Goed geslapen?" vroeg ze me terwijl ze een beetje ei op schepte. Ik knikte.

Met mijn gedachten zat ik nog steeds bij het verboden bos en die verschrikkelijke acromantula's. Kailey merkte mijn afwezigheid op maar ging er niet verder op in.

We maakten ons klaar voor de les Charms van professor Fernina. Mijn gedachten waren nog altijd een beetje afwezig en ik ging naast Kailey zitten voor de les. Ik probeerde zo goed mogelijk op te letten, maar dat was niet altijd zo gemakkelijk.

Na de les stond ik op om te vertrekken, maar bedacht me net iets. "Professor?" Ik liep naar het bureau en professor Fernina draaide zich om. Ze toverde een glimlach op haar gezicht en vroeg dan: "Waar kan ik je mee helpen? Uh, Celine? Toch?"

Ik knikte en zei dan: "Kent u een spreuk tegen acromantula's of gewoon spinnen?" Ze leek even na te denken en zei toen: "Arania Exumai. Het zal gewone spinnen hoogstwaarschijnlijk doden en acromantula's wegblazen, maar als je het goed doet en met veel kracht zullen ze misschien ook sterven. Waarom, als ik vragen mag?"

"Ik was gewoon geïnteresseerd", antwoordde ik snel. Ik schonk haar nog even een glimlach en haaste me toen naar de les transfigurations van professor Dumbledore.

Going Back  (Nederlands/Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu