1. Vertraging op het spoor

864 33 11
                                    

Pov Matthy:
Ik plof neer in de eerste beste stoel die ik zie. De blauwe stoel zit niet mega comfortabel, maar ik ben allang blij dat ik zit. Vandaag ga ik van Utrecht naar Eindhoven. Mijn collega, en tevens beste vriend Koen, heeft mij uitgenodigd voor een avondje stappen in Eindhoven. Iets wat ik normaliter niet zou doen, maar hij heeft mij weten over te halen. "Het word vast leuk Matt!" Natuurlijk heeft hij mij weten over te halen met de belofte dat hij bij mij zal blijven. We gaan met twee vrienden van hem uit Eindhoven, die ik niet ken.

Ik word uit mijn gedachtes geschud door een zacht tikje op mijn schouder. Een kleine, bruinharige jongen kijkt mij afwachtend aan. Ik doe mijn oordopjes uit en ik kijk hem vragend aan. Natuurlijk heb ik hem niet gehoord net. "Ik vroeg of ik naast je mocht zitten?" Hij kijkt mij vriendelijk aan. Alsof hij de vraag meent, in plaats van het vriendelijk eisen wat sommige mensen doen. Ik til mijn tas van de stoel af en ik klem hem tussen mijn benen. "Tuurlijk," zeg ik en ik prop mijn oordopjes weer in. Naast mij zie ik dat hij hetzelfde doet. Ik hervat mijn bezigheid; turen over het station. Ik tuur naar het stel wat afscheid neemt, het clubje volwassenen bij de incheckpaal, de rennende student en de wachtende mensen. Ik beeld mij in waar ze heen zullen gaan en wat ze doen in hun leven. Hoe zou dat zijn bij de mensen in mijn trein? Waar zou de jongen naast mij heen gaan?

Zo ongeveer tien minuten later voel ik weer een zachte tik tegen mijn schouder. Het is dezelfde jongen weer. "Hoorde jij wat ze net omriepen?" Ik schud mijn hoofd. "Ik had muziek op, dus geen idee." De jongen zucht en zakt iets onderuit. "Ik hoorde alleen de woorden 'onze excuses'. Dus wat het ook was, het was niks positiefs." "Oh, lekker dan," zucht ik. We wachten even in stilte, tot de stem weer begint met omroepen. "Beste reizigers, momenteel staat er een kapotte trein voor deze trein, daardoor wachten we tot wij kunnen vertrekken. Onze excuses." De jongen naast mij slaat een soort oerkreet en hij gooit zijn hoofd in zijn handen. Ook ik zucht even. "Al lang onderweg?" Vraag ik hem. De jongen kijkt mij aan en zegt: "Ja al een uur. Mijn eerste trein viel uit, de tweede had geen machinist." Ik kijk hem ongeloofwaardig aan. "Jemig jij treft het wel." Hij knikt. "En jij? Waar moet je heen?" Vraagt hij. "Eindhoven," antwoord ik, " een vriend van mij wou daar stappen." De jongen grinnikt. "Stappen is ook gewoon beter in Brabant." Zijn Brabantse accent valt mij nu pas op. Het is even stil, maar dan praat hij weer verder: "Ik heet trouwens Robbie." "Ik ben Matthy," zeg ik, "leuk je te ontmoeten, Robbie uit Brabant." Ik grinnik lichtjes. Ook hij laat een lach zien. "Ja, kon je het horen?" Vraagt hij op een sarcastische toon. "Jij komt niet uit Brabant zeker?" Hij kijkt mij bestuderend aan. Ik schud lachend mijn hoofd. "Oh god nee. Ik kom uit Ameide, klein dorpje, maar ik woon nu in Utrecht." "Echt?" Vraagt Robbie met grote ogen, "Mijn beste vriend woont ook in Utrecht! Milo heet hij, maar ik denk dat je hem niet kent?" Ik schud lachend mijn hoofd. "Ik heb echt geen enkel idee. Utrecht is groot hé!" We worden onderbroken door de trein die geluid begint te maken en die vervolgens het station uitrijdt. "Eindelijk, ik rij!" Roept Robbie. Ook ik ben er blij om. Eindelijk onderweg.

"Ik ruik mijn huis al!" Zegt Robbie als we Brabant binnenrijden. Ik begin te lachen. Hij kijkt mij serieus aan, of nou ja, hij probeert dat. "Ik meen het Matt!" "Ja ja, je meent het." "Eindhoven voor mij is wat Ameide is voor jou."

Na bijna een uur te hebben gereden zijn we bijna aangekomen in Eindhoven. Robbie en ik hebben de hele reis gepraat over van alles en nog wat. "Zou ik misschien je nummer mogen?" Vraagt Robbie dan aan mij. Hij ziet er wat gespannen uit, wat logisch is. Ik had deze vraag überhaupt nooit durven stellen. "Tuurlijk, als ik je nog een keer mag zien," lach ik. Spontane zelfverzekerdheid komt ineens in mij naar boven en ik schrik zelf een beetje van de woorden die uit mijn mond komen. Robbie knikt met een glimlach op zijn gezicht en hij geeft zijn telefoon aan mij, zodat ik mijn contact erin kan zetten. Matthy het Lam, 06********. Robbie slaat mijn nummer op en hij stuurt mij meteen een berichtje, zodat ik zijn nummer ook heb.

06********: Heyhey! Van de Graaf hier ;)

Ander hoofdstuk | MabbieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu