12.

800 30 8
                                    

Lachend neem ik nog een slokje van mij bier. Na zijn wedstrijd zijn we nog even wat gaan drinken met zijn allen. Een paar vrienden van Milo zijn er, maar ook gewoon wat random mensen die erbij zijn komen zitten. Normaal ben ik hier helemaal niet van, maar vanavond wel. Het is oke zo, want hij zit erbij. Als hij erbij is is alles oke.
"Matt" Fluistert precies hij in mijn oor. "Kunnen we zo even praten?" Ik slik even, maar knik. Praten als in? Bij hem kan 'praten' echt zoveel verschillende dingen betekenen.

"Wij gaan even- uhm-..." Stamelt Milo als hij opstaat. "Het is al goed. Ga maar" Zegt Tobias. Achterdochtig kijk ik hem aan. Hij weet iets, dat moet haast wel. Net ook met die opmerking over 'beste vrienden' en nu dit? Ik vind het maar raar. Niet dat het heel erg is. Ik vertrouw hem wel, maar toch zou ik het jammer vinden als iemand erachter zou zijn gekomen. Milo pakt mijn arm vast, en trekt me mee naar buiten. Het is ondertussen al einde van de middag, waardoor het al een beetje schemerig aan het worden is. De lantaarnpalen staan op straat al aan waardoor er een fijne sfeer hangt.
Hij loopt steeds verder weg van alle mensen, en als hij het hoekje om is kijk hij snel of er nog mensen om ons heen zijn. Hij is niet boos of iets, dus iets heel ergs kan het niet zijn. Dit lucht mij wel een beetje op, daar was ik namelijk bang voor. Dan drukt hij me uit het niets tegen de stenen muur van het gebouw aan. Met grote ogen kijk ik hem aan. "Je hebt ons net bijna verraden schat" Zegt hij grinnikend. "H-hoezo?" Vraag ik bang. Verraden? Ik heb toch niets gedaan? "Je zat een beetje te staren" Nu moet ik ook wel een beetje lachen. Dat heb ik oprecht niet eens doorgehad. "Ja sorry hoor, maar kijk even wat hier voor me staat" Zeg ik terwijl ik met mijn ogen zijn lichaam aanwijs. "Iedereen geloofde m'n smoesje wel, behalve Tobias. Die gelooft niet dat we gewoon vrienden zijn" Legt Milo me uit.

Ik glimlach. "Dan doet hij dat toch lekker niet" Zeg ik. "Hoe bedoel je?" Vraagt hij mij. Ik grijns, en pak zijn shirt zacht beet en ik trek hem langzaam naar me toe trek. "Wij zijn de enige die weten wat er tussen ons gebeurd" Ik trek hem nog dichterbij waardoor hij met zijn hand tegen de muur aan moet leunen om zichzelf overeind te houden. Iets dat deze situatie alleen maar beter maakt.
"En jij bent de enige die weet hoe veel ik van je houd" Zeg ik hem zacht. "Ook ben jij de enige waarmee ik alles, maar dan ook alles mee wil delen, zonder dat iemand het ziet" Ik lik mijn lippen kort, voordat ik naar hem toe leun.
Hij grinnikt even. "Stiekem ben ik altijd met je bezig," Ik bijt op mijn lip. "Maar niemand komt het te weten" met die woorden legt hij liefdevol zijn lippen op die van mij. Dit gevoel wil ik nooit meer kwijt. Ik wil hem nooit meer kwijt. En dat gaat ook niet gebeuren, zolang we maar stiekem met elkaar blijven...

Stiekem || Bankzitters Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu