Hoofdstuk 4

177 10 1
                                    

Zodra de leugen mijn mond verlaat, sla ik mezelf in gedachten voor mijn hoofd. Goedzo Catherine, als hij erachter komt dat je hebt gelogen ben je het haasje.

"Diana? Wat een mooie naam. Toch past hij niet bij je.. Weet je zeker dat het je naam is..?" Vraagt hij. Ik zou nu kunnen opbiechten. Kunnen zeggen: nee, mijn echte naam is Catherine, ik raakte in paniek. Me daarna kunnen verontschuldigen. In plaats daarvan snauw ik: "ik weet nog wel wat mijn naam is, hoor. Ik ben niet achterlijk."

Hij laat mijn kin eindelijk los en leunt weer naar voren om met de autobestuurder te praten. Omdat ze fluisteren en de motor erover heen bromt, versta ik maar delen van het gesprek. Hoofdgebouw, dat woord wordt meerdere keren herhaald.

Het gesprek lijkt te zijn afgelopen want Bas leunt weer naar achter. Wanneer hij zachtjes in mijn knie knijpt, besef ik dat deze nog steeds op mijn knie ligt. "Don't even think about it." Klinkt zijn dreigende stem.Ik twijfel, de hand eraf halen of niet? Ik besluit het niet te doen, even geen ruzie zoeken. Zolang hij op mijn knie blijft, valt het mee. Ik zie hem glimlachen wanneer hij merkt dat ik de hand niet weghaal. Hij maakt kleine cirkeltjes op mijn knie. Mijn handen jeuken om de hand weg te halen.

Om me ergens anders op te kunnen concentreren kijk ik maar weer naar buiten. Ik voel mijn ogen moe worden. Ze vallen steeds verder dicht en... Nee! Ik mag niet in slaap vallen, moet alert blijven. 'Maar dat kan je niet als je zo moe blijft', klinkt een zeurderig stemmetje in mijn hoofd. Oké, even de ogen dicht. Eventjes maar..

Wanneer ik mijn ogen open, merk ik dat ik niet meer tegen het raam aanlig. Ik lig met mijn hoofd in de holte van Sebastiaan zijn schouder. Ik wil weer verder slapen. Mijn ogen vallen weer dicht en.. 

Wacht eens. Tegen de schouder van wie?! Ik schiet overeind. Dus gebeurt natuurlijk op de 'Catherine manier' dus ik knal met mijn hoofd hard tegen het plafond.

"Auw!" Gil ik. Gelach vult de achterbank. "Ach Diana toch... Kom maar hier." Zegt hij lachend. Terwijl hij dit zegt trekt hij me weer tegen hem aan. Ik wil mezelf wegtrekken, maar zijn armen omsluiten me als een ijzeren ketting.

"Laat me los." Eis ik. "'Zeker niet!" Zegt hij, nog steeds lachend om mijn blunder van net. Ik stribbel hevig tegen, maar hij hoeft zich maar een beetje in te spannen om mij op mijn plek te houden. Wetende dat ik niet ga loskomen, blijf ik uiteindelijk maar liggen.

"Ga nog maar even slapen, het duurt nog wel even voor we er zijn." Zegt Sebastiaan. Ik kan het niet laten om te vragen: "Voor we waar zijn?" Hij zwijgt. Ik herhaal mijn vraag en kijk naar boven om zijn blik te kunnen vangen. "Het huis waar je vanaf nu gaat wonen."

De woorden dringen tot me binnen. Het duurt even voor ik de zin begrijp. Waar ik wat?! "Ik ga helemaal niet ergens anders wonen!" Schreeuw uit frustratie.

"Wij weten allebei dat ik sterker ben. Ik ben nu de baas over je. Ik weet het, hij weet het," hij wijst naar de jongen achter het stuur, "en het wordt tijd dat jij het ook begint te snappen. Jij gaat wonen waar ik wil dat je gaat wonen."

Hij wacht even tot hij verdergaat: "Dat betekent dat je gaat wonen waar we nu heen rijden. Nou, raak niet zo opgefokt. Ga gewoon slapen en maak maar een hele scéne wanneer we daar aankomen. Ik kan niet wachten." Het laatste zei hij met een knipoog. Mijn mond valt open, na deze woordenreeks. "Nou relax, en slaap nog een beetje." Herhaalt hij. 

Na een tijdje voel ik mijn ogen weer zwaar worden. Ik probeer tegen de vermoeidheid te vechten. Ik voel dat er zachtjes gewreven wordt over mijn arm. Dit doet me denken aan hoe mama dat altijd doet. Ik voel dat een kleine traan mijn oog verlaat. Snel veeg ik deze weg, in de hoop dat Sebastiaan hem niet ziet. Al snel wint de vermoeidheid de strijd en duizel ik weg.

"Diana.." Ik hoor iemand deze naam herhalen. Diana? Wie is Diana? "Diana, wordt wakker.. Hé, Diana, wordt wakker.." Er wordt tegen me aangestoot, zachtjes. Ik open mijn ogen voorzichtig en zie dat ik in een auto zit. Auto? Hoe kom ik... Alles komt terug. De groep jongens, Lizzy die flauwvalt, de ontvoering, de autorit. Ik, die loog over mijn naam.. Ik ben Diana. "Wat..?" klinkt mijn slaperige, krakende stem. "We zijn er, kom." klinkt een jongensstem. Oh ja, ik zat met Sebastiaan in de auto. Ik zie dat de auto inmiddels stilstaat. We staan voor een gebouw. Sebastiaan haalt zijn armen weg, waardoor ik van hem weg kan bewegen.

Ik stap zo snel mogelijk uit. Buiten is het donker geworden. Dat betekent dus dat we een aardige tijd in de auto hebben gezeten. Mijn spieren doen nog meer pijn door de houding waarin ik heb gelegen. Ik ril als ik eraan denk dat ik zo dicht tegen hem aan lag. Ik verken de omgeving. We staan voor een enorm huis. Het is erg ouderwets, ik vraag me af hoe oud het gebouw is. Ik kijk om me heen. We zijn erg ver de oprit op gereden, waardoor de auto recht voor het huis is gestopt. Het huis is omringd met een tuin, met bomen, struiken en vijvers. Het is hier prachtig. Maar waar is hier? Met mijn blik volg ik de weg. Ik kijk recht tegenover een fontein, daar reden we dus omheen. Daar verderop staat een hek. Een hek waarover ik kan klimmen. Een hek die mij mijn vrijheid kan bieden. 

Voor ik goed over deze actie heb nagedacht, ren ik. Ik ren alsof de duivel me op de hielen zit, wat nog wel eens waar zou kunnen zijn ook. Ik ren om de fontein heen. Inmiddels hoor ik harde, zware voetstappen achter me. De voetstappen bewegen snel, dat hoor ik. Sneller dan mijn voeten. Ik versnel mijn passen, mijn hart klopt in mijn keel, van inspanning en adrenaline.

Het hek komt steeds dichterbij. Dit geeft me moed, moed die wordt omgezet in snelheid. Ik merk dat mijn ademhaling gejaagd wordt. Zo voel ik me: alsof er op me gejaagd wordt. De stappen komen dichterbij, ik voel zijn adem in mijn nek.

Ineens wordt ik omhoog getrokken. In brides-style wordt ik opgetild. Ik kijk omhoog en kijk in de blauwe ogen van Bas. Surprise, surprise. "Dacht je nou echt dat het zo makkelijk zou zijn?" grinnikt hij. "Dat hoopte ik." gromde ik.

"Diana, Diana. Geloof me op mijn woord: ik zal er altijd alles aan doen om jou hier te houden. De enige momenten waarop je dit terrein mag verlaten, is al ik je daar toestemming voor heb gegeven. Zie het nou maar onder ogen. Je bent nu van mij."

TrappedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu