Hoofdstuk 6

174 13 0
                                    

Ik slik de brok in mijn keel weg. "Hierover praten we nog." fluistert Sebastiaan. Een nog grotere brok ontstaat. Ik weet dat ik in de problemen zit. Ik bedank de goden dat hij het eerst laat rusten.

Hij loopt, en trekt mij met zich mee, richting de bank. Ik hoop dat ik naast Lizzy kan zitten. Natuurlijk zou Sebastiaan, Sebastiaan niet zijn als hij niet irritant was geweest, dus gaat hij op een stoel zitten in plaats van op de bank. Natuurlijk sleurt hij me mee in dat proces en beland ik op zijn schoot.

Heb ik het al verteld? Nee? Ik haat op schoot zitten. Het helpt niet als het op de zijne is. Ik blijf zo recht mogelijk zitten, zodat ik hem bijna niet aanraak.

Hij merkt dit en daarom tilt hij mijn benen op, en zorgt ervoor dat ik schuin kom te zitten. Schuin en hangend naar achter. Voor ik naar voren kan schieten sluiten zijn armen weer om me heen en zit ik muurvast. Waarom is die stomkop zo sterk?

Hij beweegt zachtjes met zijn hand over mijn been. Steeds een stukje hoger. Het wordt me al snel te hoog en ik schuif zijn hand weg. Wel doe ik het zonder al te veel op te vallen. Hij is al boos op me, ik hoef het nog erger te maken.

Ik voel hem zachtjes lachen. Nog steeds is iedereen met zichzelf of met het spel bezig. Ik zoek Lizzy's blik. Beetje jammer dat ze zowat wordt opgegeten door de kerel onder haar. Gadver. Zodra hij klaar is, fluistert hij wat in haar oor en ze knikt zachtjes. Dan staat ze op en loopt de woonkamer uit. Wat gaat ze doen?

"Hey meid!" roept Sebastiaan. Lizzy draait zich om, haar blik straalt angst uit."Ga jij naar de keuken?" Ze knikt voorzichtig naar hem

"Neem haar", hij knikt naar mij, "ook mee, maak haar wegwijs enzo." Doet hij dit met opzet? Niet wetend of hij me met Lizzy in contact wilde laten komen, kijk ik hem toch dankbaar aan.

Ik sta op en wil naar Lizzy lopen. Een hand om mijn pols weerhoudt me. "Neem een biertje voor me mee." zegt hij. Ik knik en wil weg lopen. Hij laat me niet los en zegt spottend:

"Je gaat toch niet weg zonder me een kus te geven?". Bijna vond ik hem even voor een seconde aardig. Ik twijfel. Ik voel de blikken van de rest van de jongens op me rusten, iedereen kijkt naar ons. Ik leun naar voren en geef hem een kus. Op zijn wang. Ik trek me snel los en loop naar Lizzy. Ik hoor zijn gegrinnik me achterna volgen.

Lizzy weet kennelijk waar ze heen moet. Met hoge snelheid loopt ze door het huis. Ze heeft nog geen woord gezegd. Na de zoveelste deur voorbij te zijn gelopen, ben ik er klaar mee. "Lizzy, stop nou even! Praat met me!" roep ik gefrustreerd uit. Ze draait zich om en ik zie tranen in haar ogen. "We moeten opschieten. Als het te lang duurt wordt hij boos. Ik wil echt praten, maar ondertussen zo snel mogelijk hem zijn drinken brengen. Alsjeblieft?"

Ik hoor de wanhoop in haar stem. Ik knik een beetje verbaasd en volg haar dan. "Hoelang ben je hier al, je weet de weg al zo goed..?" vraag ik. "Ik denk sinds ongeveer 2 uur. We waren er super snel.. We zijn nergens anders gestopt, in één keer door gereden."

Haar stem klinkt zo klein.. Wat is er in die paar uur gebeurt..? "En je weet dat ik altijd goed ben geweest in wegen onthouden" zegt ze, terwijl ze voorzichtig lacht. Het voelt goed haar gelach te horen, zelfs als het zo zwakjes klinkt.

"Hoe laat is het?" vraag ik "Uhm... Het is ongeveer... Half zes nu.. Ik denk dat we zo ook gaan eten." Ze heeft het nog niet gezegd of de bel gaat. Onze blikken kruizen elkaar en ik zie dat ze erheen wil sprinten.

Ik houd haar tegen. "Niet doen Liz! Het is een test! Hij zei al dat hij overal contacten heeft. Zo makkelijk wordt ontsnappen niet. We moeten rustig het drinken halen voor ze en dan terugkomen. We bedenken en plan en komen hier weg. We moeten het slimmer spelen." Ze kijkt wanhopig maar loopt dan toch door.

Ze stopt voor een deur, "Hier is het" zegt ze. Ze opent de deur en ik zie dat zelfs de keuken prachtig is. Het is heel groot en een kookeiland staat in het midden. "Weet je al waar alles staat?" vraag ik. "Ik weet waar de bier staat, dat is nu belangrijk." knipoogt ze. "Ik heb een idee hoe we ze kunnen paaien!" zegt ze. "Paaien, echt waar Liz..?" en ik lach.

Ze negeert me en begint uit te leggen: "Als we nou voor de hele ruimte bier meenemen, dan mogen ze ons vast meer!" Ik denk hierover na. "Ik wil niet dat ze me mogen, ik mag hun ook niet." zeg ik nors.

"Vertrouw me, dat wil je wel." Ik kijk haar vragend aan. Nu pas valt me de blauwe plek op haar armen op. Woede laait in me op. "Wat is dit?!" schreeuw ik uit. "Shht! Het is niks, het gaat weer weg. Om dit te voorkomen wil ik dus slijmen.."

Ik wil hem nu zo graag wat aandoen! Hoe durft hij Lizzy aan te raken! Lizzy ziet wat ik denk. "Alsjeblieft Cath! Je kan nu niks doen.. Ik smeek je, zeg er nu niks van..?" Haar blik staat smekend. Machteloos. Ik knik en, in plaats die jongen een trap te geven waar zon niet schijnt, geef ik haar een knuffel. Ze knuffelt me terug en ik voel haar lichaam onstpannen, waarna ze zich omdraait en het bier uit de koelkast pakt. We verdelen de blikjes en lopen terug.

Zodra we de deur openen zien we dat alle jongens aan de pizza zitten. Er liggen veel dozen, met allerlei soorten beleg. De jongens draaien zich om, de ruimte wordt gevuld met stilte.

"Uhm.. We hebben bier meegenomen. Ook voor de rest.. Wilt iemand?" Zeg ik voorzichtig. Iedereen lacht en schreeuwt ja. We zien dat we er genoeg hebben gepakt. Inwendig zucht ik opgelucht.

Als laatst geef ik Bas een blikje bier. "Thanks babe" zegt hij knipogend. Ik wil met mijn ogen rollen, maar zijn waarschuwende blik weerhoudt me hiervan. Hij klopt op zijn schoot, als teken dat ik daar op moet gaan zitten. Ik zucht verslagen en ga zitten. Natuurlijk met zoveel mogelijk ruimte tussen ons in.

Hij trekt me wat dichter tegen zich aan en fluistert: "Pak twee stukjes pizza. Hawaii voor mij en kies zelf ook maar een." Ik zucht en leun naar voren en grijp twee stukjes hawaii. Ik leun weer naar achter en geef hem ook een stuk. Hij trekt wat dichter tegen hem aan, maar laat genoeg ruimte over om te kunnen eten.

Hij eet met super grote happen en smakt een beetje. Ik háát smakken. Hij merkt mijn irritatie op en fluister in mijn oor: "Is er iets, Princess?" Ik twijfel of ik er een probleem van ga maken, maar besluit dat hij zich wel even normaal kan gedragen. "Ja. Kun je alsjeblieft stoppen met smakken?" Fluister ik geprikkeld terug. "Het is dat je het zo lief vraagt." antwoord hij me. 

Nadat ik nog vier keer naar voren ben geleund voor pizza, heeft hij eindelijk genoeg gehad. Hij trekt me weer dichter tegen zich aan. Ik voel zijn zachte lippen mijn nek strelen. Nee hé... Snel draai ik me weg. Vingers duwen mijn gezicht weer richting de zijne. "Is er soms iets mis?" Vraagt hij zacht, met een sluwe glimlach. Okay, blijf rustig Cath. "Nee." Godzijdank klinkt mijn stem stevig en rustig. "Gelukkig maar dan." Grinnikt hij.

"He, nu mag ik!" Commandeert hij naar de jongens die aan het gamen zijn. Een van de jongens staat op en geeft zijn controller aan Sebastiaan. Hij slaat zijn armen op zo'n manier om me heen, dat hij de controller ook kan vasthouden.

Ik leun naar achter en zeg zachtjes: "Ik kan wel even ergens anders heen hoor, kun je rustig gamen." Hij gniffelt en zegt luid: "Anders doe je even met me mee." Ik kijk hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. "Ik game niet. " zeg ik vastbesloten. "Vanaf vandaag wel." klinkt zijn stem sterk.

Hij geeft een hoofdknik naar de jongen die nog wel een controller had. Hij staat direct op en geeft de controller aan mij. "Ik weet niet eens wat ik moet doen." Hij lacht en zegt: "Het enige wat je moet doen is mensen neerknallen en dan de politie te slim af zijn. Het lijk wel wat op het echte leven."

Ik draai mijn hoofd zo ver om dat ik hem in zijn ogen kan kijken en zeg: "In het echt zou ik nooit zomaar een mens neerknallen." In mijn stem weerklinkt woede. "Wij wel."

Zijn stem klinkt onheilspellend. Rillingen lopen over mijn rug. Ik zit op de benen van een moordenaar. Alle spieren in mijn lichaam spannen zich nog verder aan. Hij ziet mijn angst en lacht op een huiveringwekkende manier. Daarna zegt hij op een donkere, lage toon: "Game on."

TrappedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu