Hoofdstuk 4

701 28 6
                                    

Mijn handen zitten zeker al zo'n dikke zes uur aan mijn controller vastgeplakt. De ventilator heeft het opgegeven en een zweetlaagje is op mijn lichaam gaan zitten. Mijn gordijnen zitten dicht, maar het felle zonlicht verraad het weer van buiten. Het is bloedje heet buiten. Mijn moeder heeft me al drie keer gevraagd om naar buiten te gaan, waarop de derde keer eerder een bevel was. Ik wil ook graag naar buiten, maar mijn vrienden hebben nou eenmaal wél dingen te doen en mijn broertjes hebben nog gewoon school. Gamen is dan mijn beste vriend en zo erg vind ik het nou ook weer niet om te gamen.

Ik check of er inmiddels iemand online is gekomen. Alleen Joost, een vriend die ik heb leren kennen tijdens een potje Rocket League, wat al zeker zo'n drie jaar geleden is. We hebben al lang niet meer samen gespeeld. Ik besluit hem een bericht te sturen. Het duurt niet lang voordat ik een bericht terug ontvang. ''Zit in de lobby, bel me'' ontvang ik.

''Wacht ff'' Zeg ik tegen Joost en zet het spel op pauze. Ik zet de koptelefoon in mijn nek. ''Binnen'' roep ik, nadat er op mijn deur is geklopt. Mijn moeder blijft nietszeggend in de deuropening staan, wat mijn aandacht trekt en ik me daarom naar haar omdraai. ''Er is iemand voor je'' zegt ze. Ik frons mijn wenkbrauwen. Ik zet snel mijn headset weer op en zeg tegen Joost dat ik moet gaan. Mijn moeder is inmiddels weer verdwenen. Ik loop naar beneden om te zien wie er voor mij is gekomen. Tussen de trap naar zolder en de trap naar de begane grond ontmoet ik een bekend gezicht. ''Milo?'' Verbaasd blijf ik staan, terwijl hij duidelijk verder wil lopen. Nu pas snap ik het en loop voorop naar mijn kamer op de zolder. Pas als we daar zijn en de deur achter ons sluit begint hij met praten.

''Ik- ehm had zin om je te zien.'' Ik wil er op antwoorden, maar val stil. Meteen schieten de flashbacks van gister door mijn hoofd. Ik heb hem hard gezegd getraumatiseerd, althans dat denk ik. Is hij hier om daarover te praten? Het zweet breekt me uit. Ik wil alles doen behalve over dat van gister praten. Ik kan het niet uitleggen, want ik wil niet dat hij ook maar achter iets komt. En ik weet zeker dat als ik een poging doe tot uitleggen waarom ik zo naar zijn lippen staarde en hem zo bewonderde dat ik mezelf keihard verlul en erger nog, voorschut zet.

''Potje gamen?'' Vraagt hij starend naar mijn PlayStation. Is hij hier toch wel om gewoon te chillen? ''Ik heb eigenlijk al de hele dag zitten gamen, maar...'' Begin ik, maar word onderbroken. "Dan doen we wat anders. Iets wat jij leuk vindt.'' Schouderophalend staar ik hem aan. Ik denk aan voetballen, maar misschien is het daar te warm voor. ''Voetballen?'' Toch stel ik het voor. Milo knikt enthousiast. Die jongen kan voor geen meter voetballen, maar toch voetbal ik graag met hem. Dat zegt ook wel wat over Milo, als persoon zijnde. Milo kijkt me moeilijk aan, terwijl ik opzoek ben naar voetbalkleren. ''Is er iets?'' Vraag ik, terwijl ik vlak voor hem kom te staan. ''Heb je misschien ook iets van voetbalkleren voor mij?''

Ik gooi hem een basic zwart Adidas voetbalbroekje en een Liverpool uitshirt. Zelf trek ik ook zoiets aan. Ik schop mijn broek uit en gooi mijn shirt ergens in een hoek. Milo doet hetzelfde zie ik in mijn ooghoeken. Ik kijk de kamer rond, zoekend naar een deo. Mijn ogen richten zich op alles en dan op Milo. Zijn ogen staan op mij gefixeerd, op mijn lichaam. Hij bestudeerd het van boven naar beneden en staart mij dan recht in mijn ogen aan. Zijn ogen staan groot, een beetje betrapt. Hij trek snel zijn voetbalkleren aan en ik spuit de deo op, die ik inmiddels had gevonden. En paas het vervolgens door naar Milo.

Samen lopen we naar beneden richting de garage. Als we door de keuken lopen, om richting de garage te gaan spreekt mijn moeder ons aan. ''Gaan jullie met dit warme weer voetballen?'' Typisch. Ik rol mijn ogen. Eerst zeuren dat ik van m'n kamer af moet en als ik dan eindelijk van mijn kamer af ben is het nog niet goed. Ik negeer het, maar hoor Milo haar vraag nog wel beantwoorden. In de garage trek ik mijn voetbalschoenen aan en gooi de voetbalschoenen van Jesse, die een grotere maat heeft dan ik, naar Milo. ''Pas je wel.''

Samen lopen we naar het voetbalveld. Hij met een paar keepershandschoenen en een bidon in de hand en ik met een bal onder mijn arm geklemd. Of we intensief gaan voetballen is nog maar de vraag. Zolang ik maar met hem ben. Zolang ik maar die lol heb. Dan is het goed. Meer dan goed. 

Weg van jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu