3. Nachtelijk gevecht

11 4 1
                                    

Ik sta in gevechts houding. Mijn ogen bewegen rond, opzoek naar Jack. Dan maar zonder hulp. Met behulp van een simpele sprong land ik achter de groep en kan ik ze met gemak in de rug aanvallen. Langzaam begint het te druppelen.
"Shevraar helpt ons!" Roepen ze. Meteen krijgen ze gemene glinstering in hun ogen te krijgen. Dikke grijze druppels vallen naar beneden. Handig pareer ik slagen. Dan hoor ik ineens een gil. In een flits draai ik mij om. Door de grijze regenval zie ik een jongetje huilen. Zijn kleren worden helemaal nat. Ik zie een man op hem afsluipen. Uit medelijden snel ik naar de jongen toe. Ik zie die man een zwaard vastnemen. Nog sneller loop ik, tot ik over een steen struikel. Ik richt mijn hoofd omhoog. De man gaat steken. Ik steek mijn hand naar voor.
"Nee!!" Komt er luid uit mijn mond. De man slaat, hij mist want door een felle wind wordt hij naar achteren geblazen. Ik sta vliegensvlug op en ren naar de jongen.
"Stt.. stt rustig maar." Ik omhels de jongen.
"Je gaat hem toch niet kunnen beschermen!"
"Wie zegt dat?"
"Je bent een meisje, wat kan je doen."
"Dit!!" Roep ik en ik gooi de dolk in zijn richting. Ik raak hem vol in zijn arm. Hij kijkt me woest aan en loopt naar ons toe. Ik ga beschermend voor de jongen staan. Ik kom tot het besef dat ik geen wapens heb. Ik doorzoek snel mijn zakken. Niks, helemaal niks. De man nadert, ineens krijg ik een idee. Ik kijk op. Mijn ogen zoeken zijn zwarte ogen. Hij schrikt. Van dat moment maak ik gebruik. Ik loop naar hem toe en ontwijk een slag door een wiel te doen. Ik draai door en zet mijn handen op de grond, mijn benen gooi ik om zijn hals heen. Ik trek mijn benen naar mijn handen toe en de man vliegt over mij heen en knalt met zijn gezichr tegen de stenen. Een luide krak is te horen. Ik trek mijn dolk uit zijn arm en ren weer naar de jongen.
"Ben je ongedeerd?" Vraag ik bezorgd. Hij knikt snel. Dan worden zijn ogen groot. Ik kijk achterom. Jack wordt tegen de muur gedreven door een waaghals die magie gebruikt, zwarte magie. Ik word boos. Bliksem schiet uit de hemel. Ik grijp mijn dolk fatsoenlijk vast en hou me klaar om te werpen. Ik gooi. Het wapen raakt hem vol in de borst. De magie valt stil. Iedereen kijkt mij aan. Daarna gaat het plots heel snel. Jack rukt zich van de muur en dood de eerste paar. Ik zie dat er door die beweging ook mensen naar mij toe komen. Ik kijk om me heen en zie een balkon. Ik til de jongen op en begin te lopen. Behendig spring ik via een ton een afdak op. Via dat afdak ren ik naar de rand en spring. Heel even vliegen ik en de jongen in vrije vlucht over het dak. Daarna kom ik met een luide plof op het balkon neer. Ik zet de jongen op de grond.
"Hier blijven, oké?"
Hij knikt. Zijn grote groene ogen kijken me aan. Ik glimlach. Geef hem een knuffel en ga op de rand staan. Ik spring naar beneden. Op straat zie ik ineens een ijzeren staaf liggen. Snel pak ik die op. Ik loop weer naar Jack toe. Mijn eerdere achtervolgers zie ik ineens voor mij staan. Ene heeft een pistool vast.
"Zeg maar dag, meisje!" Grijns hij gemeen en hij haalt de trekker over. Uit reflex maak ik een zijwaartse salto en zie de kogel langs mij door gaan. Ik spurt naar de man toe en trap het pistool uit zijn handen. Met de ijzeren staaf sla ik hem vol tegen zijn gezicht. Ik trap in zijn buik. De andere mannen hebben hun zwaarden getrokken. Ik steek mijn staaf uit naar ene en houw in mijn ooghoek de anderen in de gaten. Ik sla zijn zwaard in de lucht en maak een achterwaartse salto. Behendig vang ik zijn zwaard die ik meteen uit steek naar persoon links van mij. Ik steek het zwaard door zijn ribbenkast en trek het er snel uit. Dan worden de metalen voorwerpen uit mijn handen getrokken door een onzichtbare straal. Ik knal tegen de muur.
"Nu is het uit met de pret." Zegt een vreemdeling. Zijn zwarte keep bedekt zijn ganse lichaam en uit zijn handen komt een wit licht. Ik ruk me los van de muur en gooi een ton naar zijn hoofd.
"Dacht het niet."
Doordat hij de spreuk niet kon afmaken is de kracht van zijn handen gesprongen en heeft alle mensen van zijn groep verlamt. Jack komt naar me toe en gooit mijn dolk die ik behendig vang.
"Waar heb je zo leren vechten?" Vraagt hij me.
"Ik heb geen idee." Antwoord ik. Ik kijk naar boven en zie het balkon. Oeps, de jongen is nog boven. Ik trek mezelf omhoog aan het afdakje en al snel ben ik bij hem. Het regenen is opgehouden.
"Gaat het?" Hij knikt. "Kom, dan gaan we je ouders zoeken." Ik til hem op en spring naar beneden. Dan hoor ik een vrouwen stem roepen.
"Jamie!" Roept ze.
"Mama!!" Roept de jongen terug. Zodra ik hem op de grond zet spurt hij naar haar toe. Een vrouw in een chique jurk komt naar me toe. Jack buigt ineens.
"Dankje." Zegt de vrouw.
"Graag gedaan." antwoord ik.
"Bukken.." fluistert Jack naar mij. "Welnee jongeman. Sta maar recht, vandaag zijn jullie mijn gasten. Volg mij maar." Zegt de vrouw vriendelijn.
"Dank U, koningin Rozalea."
"Noem me niet zo, daardoor voel ik me zo oud." Lacht ze. Terwijl ik hun met grote ogen aan zit te kijken. Koningin Rozalea? Is die jongen dan de prins? Vriendelijk verzoekt ze ons om haar te volgen. Ze wandelt richting het kasteel terwijl ik nog even mijn dolk afspoel. Al het bloed wat eraan hangt is maar vuil.

UntameableWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu