"Koning, Koningin?" Roep ik luid. Ik zie niks in deze kamer. De troonzaal was donker, heel donker. Alle lampen waren gesprongen. Dan hoor ik voetstappen. Recht voor mij. Ik sluip naar de tronen.
"Geef de troon aan ons en je zal blijven leven." Dreigt iemand die een fakkel vast heeft. 'Dat is een leuke dreiging' denk ik bij mezelf. De koning en de koningin zien er bang uit.
"Nooit." Zegt de koning met een vaste stem.
"Katar! Ga de troonopvolger halen." Zegt de man.
"Euh.. sir. Dat gaat niet. Die ridder en dat meisje zijn bij hem." Antwoord Katar.
"Ga hem halen!" Roept de leider. Katar verdwijnt in het duister. "Waar was ik?" Vervolgt de leider. Hij haalt een pistool naar boven. Nu is het mijn beurt. Ik ren naar hem toe en trap het pistool uit zijn hand. Daarna vang ik het zelf op.
"Geen beweging!" Zeg ik.
"Je weet niet eens hoe je moet schieten meissie." Grinnikt de leider.
"Noem me geen meissie!" Dreig ik. Ik haal de trekker over en de man valt dood neer.
"Nog iemand?" Vraag ik dreigend. De andere mannen lopen angstig weg, maar dat laat ik niet gebeuren. Ik rip een touw van een muur en knoop het terwijl ik naar hun toeloop. Ik gooi de lasso rond iemand en loop rond de andere vluchtelingen. Daarna bind ik ze stevig vast. Tevreden kijk ik naar de troep. Achter de deur hoor ik een kreet. Dan komt Jack naar binnen met het lijk van Katar. We grijnzen naar elkaar. De lichten springen weer aan. Jamie rent blij naar zijn ouders. De papa neemt hem vrolijk op en draait hem in het rond. Edward staat nog altijd in zijn boek te lezen en zijn zus rent naar de moeder en knuffelt haar.
"Dames rennen niet." Hoor ik de moeder haar nog bevelen. Ik kijk de koningin effe aan met een blik-van-serieus? Ik kijk hun aan maar begin me te vervelen en kijk de zaal nog rond voor eventuele spionnen. Dan komt Louisiana ineens naar mij toe.
"Kom Sue, we gaan spelen!" Roept ze luid en trekt mij mee naar haar kamer. Daar krijg ik mijn oude kleren weer van haar. Ik trek ze rap aan. De prinses kleed zich ook om. Dan neemt ze mijn hand. "Kom, we gaan naar mijn boomhut maar eerst, leg je hand op je borst en kijk scheel. Zeg me na! Ik, Sue."
"Ik, Sue." Aap ik haar na.
"Zal Louisiana niet verklikken aan haar moeder of vader." Gaat ze verder.
"Zal Louisiana niet verklikken aan haar moeder of vader. Zo goed?"
"Jep, uitstekend." Grijnst ze. Daarna trekt ze mij verder mee de tuin in. Ze rent door de treurwilg en klimt in een grote boom. Ik volg haar op de hielen. Mijn ogen gefixeerd op mijn handen. Boven in de boom springt ze het dak van het kasteel op en loopt ze naar een geheime tuin op het dak. Ze heeft het helemaal voor haarzelf ingericht.
"Wauw, Dit is prachtig." Breng ik met moeite uit.
"Nu hebben we bijnamen nodig. Louisiana is te lang en te saai." Zegt ze snel.
"Misschien Liana of Lis?" Suggereer ik voor haar.
"Liana is cool, jij heet Sue... dat is al kort maar geen goeie bijnaam. Dus... een bijnaam." Dat laatste mompelt ze. Samen zitten we in gedachten verzonken naar de zon te kijken. Seconden kruipen voorbij. Seconden worden minuten en minuten worden uren. We zitten al 5 uur op dezelfde plek.
"Ik noem je Sora. Dat betekend weer. Het is onvoorspelbaar, een beetje zoals jij." Zegt ze ineens.
"Oké, Sue wordt Sora en Louisiana wordt Liana." Zeg ik. Dan gaat de zon onder.
"We moeten maar eens terug gaan." Zucht Louis.. Liana. Ik moet nog even wennen aan de naam. Samen klauteren we weer naar beneden en huppelen we door de gangen. We stoppen voor de troonzaal. De prinses wilt kloppen als we ineens een gesprek opvangen. Het komt vanuit de gang. Snel verstoppen we ons achter een gordijn.
"Hoe kunnen we die ziekte verspreiden?" Vraagt een zware stem.
"Door dit kistje kapot te gooien op een plaats waar veel mensen zijn." Antwoord een andere stem. Ik gluur stiekem langs het gordijn door. Er staat een oude man met een ooglapje en een lelijke baard en een zwaard rond zijn middel. Erlangs staat een jongere man, gekleed in ridder kleren en met verscheidene wapens rond zich hangen.
"Vergeet niet dat de erfgename van het ijs tegen de ziekte kan." Zegt de ridder tegen zijn kameraad.
"De erfgename van het ijs is bekend. Het is een redelijk rebels meisje voor haar status. De ijs heerser is de prinses." Antwoord de man met de baard. De prinses haar adem steekt vast in haar keel. De mannen lopen pratend door en wij komen uit onze schuilplaats. Liana kijkt naar haar handen. Dan concentreerd zij zich diep. Ik voel een rilling over mijn rug lopen. Als ze haar ogen open doet is het gordijn helemaal van ijs geworden. Ze kijkt zichzelf verbaasd aan.
"Dit is... zo cool!!" Roept ze vrolijk. Ik glimlach: "Dat is het zeker maar ik zou het verborgen houden. Je wilt toch niet dat ze je gaan testen zeker?" Mijn stem klinkt samenzweerderig. Ze grijnst naar mij en loopt dan de troonzaal in.
"Jullie zijn net optijd, het eten kan beginnen."
JE LEEST
Untameable
FantasyOp een grasveld, zonder geheugen of herinneringen. Rode striemen op je polsen en je enkels. Geen toekomst, ook geen verleden. Wakker worden. Maar wat als het geen droom is? Een meisje zonder geheugen Een krijger zonder ziel Een kracht die dood Zon...