4. Speelmaatje

10 4 1
                                    

Het kasteel is reusachtig, de grote torens zijn een machtig zicht. Ik bewonder elke steen die in het kasteel zit. Langzaam loop ik achter de anderen aan die al naar binnen gegaan waren. Ik loop door de gangen van dit reusachtige gebouw. Ik draal wat rond terwijl ik bewonderend om mij heen kijkend. Plots beland ik in een oude gang. Niemand is hier al in eeuwen geweest want overal hangen grote spinnenwebben. Plakkerige draden verspreiden zich over mijn kleren maar ik blijf star doorlopen. Iets aan het einde van de gang belet me om mij om te draaien en terug te wandelen. Nee, er is daar iets, het trekt me aan. Langzaam nader ik een flauw lichtje. Verwondert kijk ik ernaar. Ik open de oude deur en gluur naar binnen. Ik zie een klein blauw vlindertje in een potje vast zitten. Ik open het potje en laat de vlinder weg vliegen. Daarna zie ik een paar zaadjes liggen. Ik raak ze aan, ze lichten op. Ik steek ze in mijn zak en haast me de kamer uit. Want ik had het gevoel dat er iemand aan kwam. Snel spurt ik terug naar de bewoonde gang waar ik perongeluk tegen een oude dame aanloop. We vallen op de grond. Snel sta ik op en help ik de vrouw van de grond.
"Dankje mijn kind. Wilt u mij alstublieft even volgen?" Vraagt ze.
"Euh oké?" Antwoord ik uit beleefdheid. Ze loopt naar en kamer en wenkt me om naar binnen te komen. Daarna sluit ze de deur.
"Liefje, ken je die ketting?"
"Welke ketting?"
"Degene die je aanhebt." Ik voel aan mijn hals en ik merk dat ik inderdaad een ketting om heb. Het is een zilveren kettinkje met een donker blauwe parel die eraan hangt.
"Nee, ik heb hem eigenlijk nog nooit eerder gezien." Beken ik.
"Hmm, heb je een klein blauw vlindertje gezien misschien?"
"Ja. Ik heb haar uit de pot gehaald."
"Dit is haar geschenk voor jouw, houw het goed bij."
"Wat is er zo speciaal aan?"
"Het geeft je de mogelijkheid om hulp te vragen aan de natuur of de dieren."
"Wauw, ik bedoel... Waarom geven ze dit aan mij."
"De natuur heeft je beloond. Alleen degene waarvan de natuur het waardig is kan de ketting omdoen."
"Oh..."
"Ga nu mijn kind, de koningin wacht op je."
"Oke, bedankt!" Groet ik haar. Snel loop ik weg. Ik kom aan in de troonzaal. De koningin kijkt me streng aan terwijl de koning lach rimpels heeft.
"Mooi je bent er. Louisiana, Edward, Jamie, kom eens!" Roept de koningin luid. Een klein jongetje komt de zaal in gelopen. Hij ziet mij en springt op mij af. Ik vang hem net optijd in de lucht.
"Vliegen!!! Vliegen!!!" Roept hij vrolijk. Een andere jongen komt de zaal in gelopen met een boek in zijn handen. Ik lees stiekem de titel. Dust. staat er gedrukt.
"Gegroet moeder." Spreekt hij. Daarna gaat hij aan de kant staan. Een meisje komt binnen met een broek aan. De moeder schrikt. "Louisiana!" Roept ze. Een hoop dienstmeisjes lopen achter haar aan.
"Prinses, uw jurk." Roepen ze. Ik grinnik.
"Gegroet moeder, vader." Knikt ze haar ouders toe.
"Louisiana, geen enkele vrouwe mag zonder jurk rondlopen."
"Maar mama!"
"Regels zijn regels." Zegt de vrouw met de grote diamanten kroon op haar kop. Jamie springt uit mijn armen en holt naar zijn zus. "Tikkie!" Roept hij. Dal loopt hij weg. Zijn zus loopt met plezier achter hem aan.
"Kinderen, we hebben gasten. Ridder Jack, van de orde van de zilveren manen. En Sue..."
We stappen naar voren en buigen.
"Moeder, waarom mag zij wel een broek aan?" Vraagt Louisiana.
"Inderdaad Louisiana, Sue, ik verzoek je om een jurk aan te doen." Zegt de koningin. Ze klapt in haar handen en ik word meegenomen door een paar bediendes. Ik kijk hulpeloos naar Jack. In de plaats van mij te helpen, staat hij mij vierkantig uit te lachen. Ze trekken me door de gangen van het kasteel. Ik word in een kamer geduwt. Daar krijg ik een donkerpaarse stof met licht blauwe accenten in mijn handen gedrukt. Ze duwen mij naar een apparte kamer. Ik zucht. Uiteindelijk doe ik mijn blouse uit maar mijn broek hou ik aan onder de rok van de jurk. Mijn laarzen stamp ik uit en doe licht roze sandaaltjes aan.
"Ik haat jurken." Zeg ik bij mezelf. Ik kijk in de spiegel, mijn blonde lokken met blauwe tippen staan niet bij de jurk. Ik zucht en loop de kamer uit. De dienstmeisjes nemen mij weer mee naar de troonzaal.
"Laat me los." Zeg ik tegen hun. Ze negeren mij totaal.
"Laat me los!" roep ik net als de voor de deur van de troonzaal staan. De deur gaat open. Ik ruk mijn armen los en loop snel naar binnen. Daar ga ik naast Jack staan.
"Excuseert u mij." Zeg ik beleefd.
"Ik haat jurken." Voeg ik voor mezelf eraan toe. Jack grinnikt. De koningin knikt tevreden. Ik zucht diep. De prinses kijkt mij ondeugend aan.
"Moeder, ik moet nog een speelmeisje. Mag Sue dat zijn?" Vraagt ze aan haar moeder met grote puppy ogen.
"Dat is een fantastisch idee." Antwoordt de moeder. Ik schrik en wend mij tot Jack.
"Wat is een speelmeisje?" Fluister ik.
"Iemand die met haar speelt, voor amusement zorgt. Zoiets wordt ook een kindermeisje genoemd." Antwoord hij. Ik knik stilletjes.
"Kom!" Roept de prinses als ze aan mijn arm trekt. Ik zucht en loop uiteindelijk mee. Net als ik mij verplaatst heb valt er een dolk naar beneden op de plek waar de prinses juist stond. Een pijl vliegt door de lucht. Ik hoorde hem aankomen en kon hem dus zo uit de lucht grijpen. De pijl gooi ik terug van waar hij kwam en een man valt naar beneden. Ik snel naar hem toe.
"Hij is dood." Zeg ik.
"Wie het ook was, hij is nu weg." Zegt de koning opgelucht. Ik kijk naar de man en dan naar de kamer.
"Hij was niet alleen." Zeg ik. Net als ik dat gezegt heb schieten er pijlen door de zaal. "Rennen!" Roep ik. Jack neemt Louisiana op en maakt zich uit de voeten. Ikzelf klauter naar Jamie en neem hem op. Daarna grijp ik ook Edward vast. En begin ik te lopen. Als we buiten de deur zijn zucht ik opgelucht.
"Wacht, waar is het koninklijke echtpaar?" Vraag ik. We kijken naar binnen waar een schreeuw de ruimte vult.
"Als het moet, dan moet het." Zeg ik als ik de rok van de jurk aftrek. Snel loop ik naar binnen.

UntameableWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu