Hoofdstuk 3 ~ Sabine

985 32 6
                                    

Dit hoofdstuk is voor @Dreaming567 omdat ze geweldig kan schrijven en zelf ook gewoon geweldig is :)

***

Ik schrik wakker. Ik moet in slaap zijn gevallen nadat ik een flashback had van Stijns begrafenis. Hoe kon hij me alleen hebben gelaten? Wat was zijn reden? Ja, Stijn had zelfmoord gepleegd. Ik begrijp het alleen niet. Hij was nooit ongelukkig ofzo, of had hij het zo goed verborgen? Zou het mijn schuld zijn geweest? Ik kijk op de wekker. Het is nog maar half acht. Ik sta op en loop naar de woonkamer. Er is nog niemand, tja als je uit kan slapen, wie wordt dan om half acht al wakker? Bij mij is het al een wonder dat ik kon slapen en ik had ook niet verwacht dat ik lang zou slapen. Ik staar wat uit het raam. Dan besluit ik om in de tuin te gaan zitten. Het is echt zomerweer en is dus al best wel warm. Ik maak de deur open en ga op de bank in de tuin zitten. Ik hou zoveel van zomer he. Ik ruik de bloemen en glimlach. Dan voel ik mijn mobiel trillen. Het is een sms’je van Isis, die is ook al vroeg wakker.

“Hey Yaar, het gaat hier goed hoor. Het is alleen supersaai zonder jou. Ik mis jou ook echt heel erg. Misschien kunnen we Skypen? xx Isis” Dan sta ik op en loop weer naar binnen. Ik vraag aan een begeleider of ze hier laptops hebben.

‘Ja, ik breng je wel even. Maar je mag maar een halfuur per dag op de laptop.’ zegt de begeleider.

‘Oke, dankje.’ zeg ik en de begeleider brengt me naar de laptops. Ik log in op Skype en zie dat Ies online is. Ik klik op videogesprek.

‘YARAAAAAA!’ roept Isis. Ik schiet in de lach.

‘IEEEEEEEEEEEEEES!’ roep ik. Dan geven we elkaar een luchtknuffel.

‘Is het gezellig daar?’ vraagt Isis. Ik schud mijn hoofd.

‘Nee het is hier echt super saai. Er is één zo’n arrogant tutje en die was gister flauwgevallen. En ik moest gister weer aan de begrafenis van Stijn denken…’ Isis weet wat er toen was gebeurd. Ze heeft zoveel geluk dat ze er niet bij was.

‘Ahw, weet je ik kom je dit weekend opzoeken. Ik mis je echt heel erg.’ zegt Isis.

‘Ja, dat zou leuk zijn.’ zeg ik vrolijk.

Het halfuur ging super snel voorbij. Ik zit nu weer in de tuin. We hadden nog wat over typische meidendingen gepraat en afgesproken dat Isis zaterdag komt. Eindelijk weer iets waar ik naar uit kan kijken. Dan ga ik weer naar binnen om mijn mobiel te halen. Ik pak mijn oordopjes en ga dan even in de tuin joggen. Het is best wel een grote tuin en ik heb teveel energie waar ik vanaf moet. Ik zing zachtjes mee. Ik ga steeds harder en na een tijdje ben ik aan het rennen. Ik ren de hele tijd heen en weer en na een tijdje ben ik helemaal buiten adem. Ik loop weer naar binnen. Dan kijk ik even hoe laat het is. Over een kwartier moet ik gaan eten. Ik trek snel even iets anders aan en loop dan richting de eetkamer. Ik ben er als eerste. Na ongeveer een halve minuut komt er iemand naast me zitten. Een meisje met rood haar. Ze is ongeveer even oud als ik ben, vijftien dus. Ze kijkt een beetje verlegen naar de tafel. Ik begrijp niet echt waarom ze naast me komt zitten, aangezien er nog heel veel plaatsen zijn, maar het maakt mij niet zo veel uit.

‘Hey.’ zegt ze en kijkt me aan.

‘Hey.’ zeg ik. Ik kijk haar aan, Dan komen er nog een paar mensen en binnen vijf minuten is het heel druk. Ik pak een beschuitje. Oke, ik ga hem gewoon opeten. Ik neem een heel klein hapje. Ik voel me meteen misselijk. Ik neem snel een slokje water. Oke, dat is beter. Ik neem nog een heel klein hapje. Dat is wel weer genoeg…

Ik zit op mijn bed en Sabine, het meisje dat tijdens het eten naast me zat, zit weer naast me. Ik voel me nu wel een stuk minder alleen.

‘Hoe ben jij hier eigenlijk gekomen?’ vraag ik aan Sabine. Ze zegt niets. Alles wat ze doet is een beetje naar haar handen staren. Het is dus iets wat haar heel veel pijn doet, nog steeds. Ik weet niet hoe lang het geleden is eigenlijk. Dus dan kan ik niet zeggen dat het haar nog steeds pijn doet. Misschien is het wel een maand geleden gebeurd ofzo.

‘Heb jij een broer of zus?’ vraagt Sabine dan opeens. Ik schud mijn hoofd.

‘Soms zou ik er wel een willen. Het is echt heel stil bij mij thuis.’ zeg ik. Behalve als Isis of Stijn er was. Of als ze er allebei waren. Dan is het altijd super druk. Dan is het weer een tijdje stil. Sabine kijkt me onzeker aan. Er komen tranen in haar ogen. Ik geef haar een knuffel. Ik weet niet hoe het komt, maar het voelt net alsof ik haar echt al heel lang ken. Er komt een kleine glimlach op haar gezicht en ze veegt de tranen weg.

‘Sorry… Het is gewoon zwaar om het erover te hebben.’ zegt ze. Ik knik begrijpend. Dat heb ik ook als ik iemand over dat hele gebeuren met Stijn vertel.

‘Ik had een tweelingbroer…’ zegt ze. ‘Maar hij is nu dood.’ Er springen nog meer tranen in haar ogen en het duurt niet lang of ze is heel hard aan het huilen. Ik knuffel haar meteen weer. Ik weet hoeveel pijn zoiets kan doen, en al helemaal als het je broer is.

‘Ik had een hele goede band met hem…’ Sabine kijkt me aan. ‘Ik mis hem gewoon zo erg…’ Ik hoor hoe haar stem overslaat.

‘Ik mis Stijn ook… Maar dat vertel ik je wel een andere keer.’ Ik glimlach even lief naar haar. Ze glimlacht flauwtjes terug. Ik begrijp het wel. Ik weet hoe het is om terug te denken aan iemand waar je heel veel van houdt en die er nu niet meer is…

‘Hoe lang zit je hier al?’ vraag ik dan.

‘Iets minder dan een maand.’ antwoordt ze.

‘Life’s so hard…’ zeg ik. Sabine knikt.

‘Vooral wanneer je iemand moet missen…’ Dan wil ik haar alles vertellen, maar bedenk me toch.

‘Zullen we gaan zwemmen?’ stel ik voor. Waarom zeg ik dat nou? Straks begint ze over hoe dun ik ben. Dat doet iedereen, elke keer opnieuw… Daar kan ik zo moe van worden he…

‘Euh, ik denk dat het niet zo’n goed idee is eigenlijk.’ zegt ze twijfelend. Ik knik instemmend. Oke, daar ben ik ook weer vanaf. Gelukkig denkt Sabine er hetzelfde over. Ik kan zo slecht tegen oordelende mensen. Sommige dingen die ze zeggen doen echt pijn.

Ik ben toch maar alleen gaan zwemmen. Sabine is naar haar eigen kamer gegaan. Best wel cool eigenlijk, een zwembad in je tuin. Ik zwem een paar baantjes. Dan ga ik het water uit en ga op een ligstoel liggen. Ik ben hier eigenlijk best wel loner. Ik wil weer naar binnen gaan als er iemand naar buiten komt. Wacht, is dat nou Stijn? Volgens mij begin ik te hallucineren…

‘Hey, ik ben Mick.’ zegt hij. Wow, hij lijkt heel erg op Stijn. Ik ben een beetje sprakeloos. Ik staar hem echt aan.

‘Hey…’ zeg ik dan heel zacht. Dit kan geen toeval zijn. Iemand die zoveel op Stijn lijkt… Ik weet echt niet wat ik moet zeggen. Nu ik hem goed bekijk, lijkt hij toch niet zo heel veel op Stijn, een klein beetje maar. Dan pas realiseer ik me, dat hij kan zien hoe abnormaal dun ik ben. Ja, ik heb het zo vaak gehoord dat ik het nu zelf toegeef. Maar ik kan er niets aan doen… Dan pas valt mijn oog op zijn sixpack. Mick is best knap eigenlijk. Maar ik ben nog niet klaar voor een relatie, of dat is mijn slechte excuus. Eerlijk gezegd ben ik gewoon bang.

‘Euh, ik ga naar binnen…’ zeg ik snel. Dan loop ik weer naar binnen, naar mijn kamer. Ik doe de deur op slot en laat me op mijn bed vallen. Eindelijk rust. Misschien kunnen nu mijn gedachtes eindelijk stoppen. Ze zijn zo irritant.

Ik ben net op tijd voor het eten. Echt net… Ik zit weer naast Sabine. Zonder haar zou ik echt heel alleen zijn. Ik ben echt blij dat ik haar heb leren kennen. Zou het haar al opgevallen zijn dat ik zo weinig eet? Ik zie dat Mick tegenover me zit. Ik voel mijn hart sneller kloppen, nee dit mag niet. Ik mag niet op hem zijn… Dat kan niet. Ik staar wat onzeker naar mijn bord. Opeens voel ik me heel erg aangestaard. Ik probeer wat te eten, maar voel me alleen maar misselijk. Dan word ik draaierig.

‘Yara, gaat het wel?’ hoor ik Sabine in de verte vragen. Ik knipper even met mijn ogen en dan is het draaierige en misselijke gevoel weg. Ik neem snel een slok van mijn water. Sabine kijkt me nog steeds bezorgd aan.

‘Het gaat wel weer.’ zeg ik snel. Ik heb alleen heel erg hoofdpijn. Ik ga van tafel af en loop dan naar mijn kamer. Ik ga in bed liggen. Mijn hoofd bonkt heel erg. Dan opeens hoor ik de stem van Stijn. Ver weg, alleen nog maar een herinnering.

‘Yara, ik hou van je.’ Zijn laatste woorden… Ik wil de tranen niet meer tegen houden. Ik ben nu toch alleen, dus het hoeft ook niet.

‘Stijn, ik mis je.’ zeg ik.

No Love AllowedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu