Baksteen [NL]

4 2 0
                                    

Ik vind je leuk, en niet eens een beetje,

Met jou in de buurt voel ik me zo licht als een veertje.

Maar tegelijk voelt alles zo zwaar,

Als je me een complimentje geeft over mijn haar.

Ik wil het je wel vertellen, maar wat dan?

En daarbij, ik weet niet of ik dat wel kan.

Jij kent maar een deel van mij,

En dat deel is altijd blij.

Maar het deel dat je niet kent,

Is wie ik meestal ben.

Als ik thuis ben, helemaal alleen,

Voel ik me een simpele baksteen. 

Laten vallen door anderen,

Die mij niet konden veranderen.

Een eenzaam iets in het midden van de drukte

Omdat het alleen niet lukte.

Gegooid, maar niet gemikt,

Die baksteen ben ik,

Na het vallen hersteld,

Maar slordig door het proces dat werd versneld.

Zo snel als mogelijk weer gemaakt,

Maar dan opnieuw de grond geraakt.

Dat is de kant die je niet kent,

De kant die ik het vaakst ben.

De gebroken kant,

Gebarsten tot aan de rand,

De andere kant ken je wel,

De kant zonder al het gekwel.

Want zonder het gekwel ben ik maar alleen,

Alleen als een simpele baksteen.

PoëzieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu